Schiftstudie Daniël Inleiding

Inleiding

Voor begonnen wordt met het profetisch woord in het Boek Daniël te bestuderen, is het wellicht raadzaam de context rondom Daniël te bespreken. Van de vele personen uit de Tenach heeft Daniël mij altijd erg aangesproken. Daniël stond pal, niet voor zijn eigen zaak, ook niet voor een fictie, maar voor de zaak van Yahuah.


Daniël ging het nooit om zijn eigen eer; zelfs de schijn, dat hij voor zijn eigen belang opkwam, heeft hij weten te vermijden. De eer van God ging hem boven alles. Hij hield vast aan het Woord van Yahuah en weigerde zich te verontreinigen met het voedsel dat de koning voorschreef. Eveneens weigerde hij om te bidden tot een mens. Yahuah liet deze trouw van Daniël niet onbeloond: Hij schonk hem wijsheid en inzicht op zijn gebed en verloste hem uit de muil van de leeuwen. Aan zo iemand kon God - met eerbied gesproken - zijn gedachten toevertrouwen. Zo iemand kon Hij gebruiken als zijn profeet. En hóe heeft Daniël geprofeteerd! Over de geschiedenis van de rijken van de mensen heen, heeft hij de komst aanschouwd van de Mensenzoon aan Wie de heerschappij wordt gegeven en eer en koninklijke macht. Hij heeft gesproken over rijken die opkwamen en die ondergingen, maar dat diende alleen als richtlijn voor hen, die de Messias verwachtten, en als prélude op de beschrijving van de komst van de Zoon des Mensen.


Zoals Daniël zelf mij aansprak in mijn jeugdjaren, zo deden zijn profetieën dat op latere leeftijd. Ik laat daarvan in deze studie graag iets willen laten doorklinken. Deze studie over het boek Daniël is niet opgezet als een doorlopend betoog. Integendeel, het geeft een tekst-voor-tekst-verklaring. Wel is geprobeerd het onderlinge verband tussen de teksten zoveel mogelijk in context te plaatsen. Waar de tekst daartoe aanleiding gaf, heb ik bij een woord of uitdrukking een aantekening gemaakt waarin verwijsteksten worden genoemd of een nadere verklaring van het woord of de uitdrukking wordt gegeven.


Kritiek op het boek Daniël

Er zijn vele gelovigen, die de hele Bijbel lezen, maar die aan het boek Daniël niet of nauwelijks toekomen, of hoogstens zich tot de eerste zes hoofdstukken beperken. Er bestaat veel - kleinzerige- kritiek op het boek. Vaak omdat men niet begrijp wat men leest. Veel kritiek op het boek Daniël kan op zijn waarde getoetst worden door de argumentatie van de critici onder de loep te nemen. Voor ons als Nazareners moet het voldoende zijn te wijzen op de Schriftuurlijke getuigenissen aangaande dit boek. Daar is dan in de eerste plaats het getuigenis van het boek Daniël zelf. De ‘couleur locale’ is zo treffend aangegeven, de dateringen van de profetieën en visioenen zo ordelijk en natuurlijk, en de historische mededelingen waarvan we de juistheid kunnen natrekken (denk nog maar aan de figuur van Belsazar) zijn zo betrouwbaar gebleken, dat terzijde schuiven van dit zelfgetuigenis van het boek ter wille van een paar problemen waarvoor we (nog) geen oplossing hebben (denk aan Darius de Meder) niet anders dan willekeur genoemd kan worden. Terloops zij daarbij opgemerkt, dat de naam Daniël een gangbare naam onder Israël was (zie 1 Kronieken 3:1; Ezra 8:2; Nehemia 10: 6).


In de tweede plaats is er het getuigenis van de profeet Ezechiël. We lezen in Ezechiël 14:14 deze woorden: ‘en er zouden daar deze drie mannen zijn: Noach, Daniël en Job, dan zouden deze door hun gerechtigheid slechts zichzelf redden’ (zie ook vers 20). Uit dit vers blijkt, dat Ezechiël een Daniël kent, die bekend stond om zijn trouwe levenswandel volgens de wet (vgl. Lukas 1:6). Ook op een andere plaats in zijn boek geeft Ezechiël een getuigenis aangaande deze Daniël en wel in hoofdstuk 28:3. Hij schrijft daar: ‘Voorzeker, gij zijt wijzer dan Daniël, geen geheim is voor u verborgen’. Hieruit blijkt, dat de genoemde Daniël bekend stond om zijn wijsheid en in staat was verborgenheden te onthullen. De overeenkomst met de Daniël uit het gelijknamige boek is zo duidelijk, dat we niet anders kunnen concluderen, dan dat Ezechiël de ons bekende Daniël voor zijn aandacht heeft gehad. Zij die, ondanks dat, beweren dat Daniël van Ezechiël een andere persoon is dan de ons bekende balling uit Juda - een Daniël van wie we dan overigens niets zouden weten - kunnen moeilijk serieus genomen worden, immers dan zou Ezechiël na twee overbekende mannen: Noach en Job, een derde persoon genoemd hebben, die bij zijn lezers totaal onbekend zou zijn. Dit is te dwaas om aan te nemen; dan had hij wel een andere alom bekende geloofsgetuige uit het verleden kunnen noemen! Ezechiël heeft de reeks profetieën waarvan Ezechiël 14 een onderdeel is, uitgesproken in het zesde jaar van de ballingschap van koning Jojachin, zie Ezechiël 8:1 in vergelijking met Ezechiël 1:2. Blijkens 2 Koningen 24:12 werd Jojachin weggevoerd in het achtste jaar van de regering van Nebukadnezar. Ezechiël profeteerde dus over Daniël in het veertiende jaar van Nebukadnezar. Daar Daniël de droom van de koning uitlegde in het tweede jaar van diens regering, blijkt er tussen het een en het ander een tijdsverloop van twaalf jaar te liggen. Dit is meer dan voldoende om Daniël bekendheid te geven onder de ballingen van Israël in het Babylonische rijk. Zelfs wanneer, zoals sommigen willen, de droom van Nebukadnezar niet in het tweede maar in het twaalfde jaar gedateerd moet worden, is er nog voldoende tijd ruimte. Gezien de positie die Daniël verkreeg is twee jaar voldoende om hem bekendheid te geven in het hele Babylonische rijk. Wie onder Daniël een legendarische persoon verstaat of iemand die eerst veel later in de geschiedenis van Israël is opgetreden, moet dus ook het boek Ezechiël als historisch betrouwbaar afschrijven. Op deze wijze kan men de hele Bijbel wel modelleren en dateren naar eigen goeddunken.


In de derde plaats bezitten we het getuigenis van het Nieuwe Testament en dat moet voor ieder, die door de Schrift geleerd wil worden, afdoende zijn. Uit de mond van Yahusha Hamashiach Zelf vernemen we de woorden: ‘Wanneer gij dan de gruwel van de verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël, de profeet, zult zien staan in de heilige plaats . . .’ (Mattheüs 24:15). Onze Messias spreekt niet over Daniël, de geschiedschrijver, maar over ‘Daniël de profeet’ (vergelijk Handelingen 2:30-31). Ook heeft Hij niet het boek Daniël, maar de schrijver ervan op het oog. Bij dit doorslaggevende argument legt de criticus zich echter niet neer. En daarmee stuiten we op het kernpunt van alle bijbelkritiek.


De zaak is namelijk, dat Yahusha Hamashiach gesproken heeft over Daniël, Jona, de ondergang van Sodom en Gomorra, de vrouw van Lot, de zondvloed, de schepping van Adam, enz. Hij heeft zich daarbij zonder enige restrictie beroepen op de Tenach en aanverwante geschriften. Wie A zegt, moet ook B zeggen! Wie de betrouwbaarheid van de oudtestamentische mededelingen in twijfel trekt, die zal ook het getuigenis van het Nieuwe Testament in diskrediet moeten brengen. Om met dit nieuwtestamentisch getuigenis klaar te komen, volgt men een van deze drie redeneringen:

  • Yahusha Hamashiach wist Zelf ook niet beter, Hij was ook maar een kind van zijn tijd. Men de kennis van Yahusha Hamashiach aangaande de Schrift op het spel.

  • Yahusha Hamashiach wist wel beter, maar heeft zich aangepast aan de opvattingen van zijn tijdgenoten. Nu komt de betrouwbaarheid van zijn persoon op de tocht te staan.

  • De vertalers hebben Yahusha de aanhalingen uit het Oude Testament in de mond gelegd. Met deze redenering ondermijnt men het bestaan van Yahusha Hamashiach


De kritieken op het boek Daniël zijn dan ook totale onzin. In deze inleiding moet er zeker een plaats om te wijzen op het belang van de uitdrukking ‘Zoon des Mensen’. Met deze titel duidt Yahusha Hamashiach Zich regelmatig aan en dikwijls wijst Hij daarbij op zijn toekomstige verschijning. Welnu, die benaming is zonder enige twijfel ontleend aan Daniël 7:13. In de Tenach komen we deze uitdrukking wel meer tegen; in het boek Ezechiël bijvoorbeeld lezen we dat de profeet herhaaldelijk mensenkind genoemd wordt - maar dat zonder dat er aan die naam enige profetische of typische waarde wordt gegeven. We komen deze uitdrukking ook tweemaal in de Psalmen tegen en wel in Psalm 8 en Psalm 144. In het laatste geval wordt er de mens in het algemeen mee aangeduid. In Psalm 8 is dat ten dele ook het geval, maar deze Psalm beschrijft niet alleen de plaats die Yahuah aan de mens bij de schepping schonk, maar wijst ook profetisch heen naar de tweede Mens, aan wie alle dingen onderworpen zullen worden. Dit blijkt heel duidelijk uit Hebreeën 2. In Daniël 7 wordt echter uitsluitend gedoeld op Yahusha Hamashiach, en als de Messias tegen het Sanhedrin getuigt: ‘Van nu aan zult u de Zoon des Mensen zien zitten aan de rechterhand van de kracht en zien komen op de wolken van de hemel’ (Mattheüs 26:64), dan verwijst Hij daarmee zonder meer naar Daniël 7:13. En daarmee hebben we dan een tweede getuigenis van Yahusha Hamashiach, waaruit de betrouwbaarheid van het boek Daniël blijkt.


Zicht op het boek Daniël

Het boek Daniël onderscheidt zich van de andere profetische boeken van het Oude Testament door indeling en profetische opzet.

Ogenschijnlijk laat het boek zich verdelen in twee totaal verschillende delen. Het eerste deel bestaat dan uit de hoofdstukken één tot en met zes, die een aantal episoden uit het leven van Daniël en zijn vrienden beschrijven. Het tweede deel omvat de hoofdstukken zeven tot en met twaalf, die hoofdzakelijk gevuld zijn met de beschrijving van visioenen en profetische mededelingen. Maar hoewel het eerste deel, behoudens de uitleg van het droombeeld van Nebukadnezar, alleen geschiedkundige mededelingen bevat, heeft het toch ook een profetisch karakter. De lotgevallen van Daniël en zijn drie vrienden geven ons namelijk een type of voorafschaduwing van wat het
‘gelovige overblijfsel israël’ in de toekomst, in de tijd van verdrukking, zal meemaken. Het bewijs van deze stelling vinden we wanneer we Daniël 3 vergelijken met Openbaring 13 en Daniël 6 met 2 Thessalonicenzen 2. De overeenkomst is te duidelijk om ‘toevallig’ te kunnen zijn. Bovendien valt uit de Schrift heel duidelijk aan te tonen, dat een typologische Schriftverklaring een legitieme Schriftverklaring is.


Kort samengevat laat zich het eerste deel - gezien vanuit dit gezichtspunt - als volgt beschouwen:


  • Hoofdstuk 1 toont ons de trouw aan Yahuah Zijn Woord en de vastberadenheid van de gelovige Joden in de eindtijd.

  • Hoofdstuk 2 laat zien dat wijsheid en kennis van Yahuah Zijn wegen slechts bij hen gevonden wordt. Onder hen zijn de ‘leraars’.

  • Hoofdstuk 3 beschrijft de hoogmoed van de staatsmacht, die aanbidding opeist. Zoals gezegd is de parallel met Openbaring 13 overduidelijk.

  • Hoofdstuk 4 beschrijft de zelfverheffing van de mens, die in de anti-christelijke tijd zijn hoogtepunt zal bereiken. Gods oordeel daarover zal niet uitblijven en er is slechts herstel voor hen, die zich vernederen (vgl. Psalm 2).

  • Hoofdstuk 5 toont de ondergang die het afvallig wereldsysteem tegemoet gaat. Vrede, vrede en geen gevaar, maar dan komt het plotselinge verderf. De zorgeloosheid en losbandigheid van de eindtijd worden hier aangegeven.

  • Hoofdstuk 6 de mens neemt de positie van Yahuah in en laat zich als Yahuah behandelen.


Deze geschiedenissen beschreven in de eerste zes hoofdstukken bevatten dus evenzoveel profetische ‘doorkijkjes’ met daarin de profetische beschrijving ziet van ‘de worsteling tussen het Koninkrijk van God en het koninkrijk van deze wereld’.


De profetische Strekking

Ook wat de profetische strekking betreft onderscheidt het boek Daniël zich van de andere profetische boeken in de Tenachh. Andere profetische boeken bevatten vaak een beperkte boodschap zoals de boeken Haggaï en Nahum bijvoorbeeld, waarin respectievelijk de herbouw van de tempel en de ondergang van de stad Ninevé wordt aangegeven.


De meeste profetische boeken omvatten vele profetieën betreffende het herstel van Israël en het lot dat de diverse buurvolken van Israël zal treffen, zonder echter een doorlopende profetische beschrijving te geven. Dit laatste doet Daniël echter wel. De profeet geeft een profetische volkeren geschiedenis in kort bestek. Deze loopt uit op het optreden van de antichrist, die door de komst van de ‘Zoon des mensen’ teniet gedaan wordt. Wat dat betreft mag het boek Daniël wel ‘de Openbaring’ van het Oude Testament worden genoemd. Tijdens de studie zullen we meer dan eens de gelegenheid hebben om naar het boek ‘Openbaring’ te verwijzen.


Enkele opmerkingen over de kenmerken van de profetie in het algemeen en over die van Daniël in het bijzonder zijn bij het bestuderen van dit boek belang. Bij profetie wordt de mens opgeroepen zijn verantwoordelijkheden jegens Yahuah te nemen. We mogen dus zeggen dat profetie weergeeft dat de mens in zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van Yahuah gefaald heeft. We zien dat al in de hof van Eden met de aankondiging van het zaad van de vrouw, dat de kop van de slang vermorzelen zal. We zien ook dat de profetie uitgebreider en helderder wordt naarmate de afval toeneemt.


Profetie wordt vaak uitgesproken naar aanleiding van een actuele gebeurtenis of toestand. Ze vindt vaak een eerste vervulling na een kort tijdsverloop. Dit is meestal slechts een gedeeltelijke vervulling, de finale van de profetie vindt plaats in de eindtijd. Dit is een duidelijke vorm van progressieve openbaring. De wil van Yahuah wordt aan de mensheid getoont doormiddel van fases. Een duidelijk voorbeeld daarvan hebben we in de voorzegging van Daniël over het doen ophouden van het dagelijks offeren het oprichten van de gruwel die verwoesting brengt (Daniël 11:31). Deze profetie heeft een eerste vervulling gevonden in de tijd van Antiochus Epifanes, maar volgens het woord van Yahusha Hamashiach is er nog een vervulling te verwachten in de tijd van de Grote Verdrukking die voorafgaat aan zijn verschijning (Mattheüs 24:15-35).


Meer context

Nu we de context van Daniel en profetie beter kunnen begrijpen wil ik nog enkele algemene regels benoemen welke we in acht zouden kunnen nemen voor een beter begrip.

  • Begin met het lezen bij het begin, de Thora. Want daar ligt de basis van het ontstaan van alle problemen in de wereld waarin Israël het middelpunt is . Maar tevens de sleutel tot het begrijpen van de profetie. Denk aan Genesis 3:15 als eerste en daarna de situatie na Noach.

  • Begrijp dat de Schrift gaat over het openbaren van Yahusha, en de oprichting van het Koninkrijk van Yahuah en het oordeel over de genoemde volken. De Schrift geeft uitleg over alles wat op Yahusha betrekking heeft. Het gaat om zowel de eerste als de wederkomst van Yahusha. Denk aan Openbaring 10:7 Als de 7e bazuin klinkt is het geheimenis Gods (Yahusha) voleindigd.

  • Lees alles in de context en maak geen Schrift verzen los, die een eigen leven gaan leiden, waar vervolgens hele theorieën opgebouwd worden. Elk vers hoort thuis in een context.

  • De profetie is in eerste instantie altijd gericht op het volk en het land Israël, op Jeruzalem en op de omringende volken. We moeten ons goed realiseren dat de beloften, die Yahuah aan Abraham gegeven heeft, daarbij een belangrijke plaats innemen.Vergelijk Lukas 1:70 en Handelingen 3:21.

  • Yahusha komt terug om het Koninkrijk van Yahuah vanuit Jeruzalem te gaan regeren op aarde. De wereld bestaat heden allemaal uit heidense godsdiensten (Christendom, Islam, Boeddhisme, Hindoeïsme enzovoort) met een geweldige haat t.o.v. Israël.

  • Begrijp dat gebeurtenissen in de Schrift, met personen en het volk Israël, vaak een voorafschaduwing zijn van de vervulling van de Schepper Zijn plan in de eindtijd. En dat profetie telkens een herhaling weergeeft van hetzelfde gebeuren, wij noemen dat progressieve openbaring van de Schrift. Bij elke herhaalde gebeurtenis ontvangen wij een stukje extra informatie om de Schrift beter te begrijpen. Maar iedere keer met andere woorden en andere details. Denk daarbij aan verschillende namen voor dezelfde type personen, zoals Nimrod, Nebukadnessar, Antiochus Epifanus IV, Gog, de koning van het Noorden, de Assyriër, de kleine hoorn, het beest.

Dit zijn slechts enkele algemene uitgangspunten bij het duiden van het profetisch woord.

In de meeste “christelijke” denominaties wordt weinig tot geen uitleg gegeven over de eindtijd profetie. Waar dit wel gebeurt, wordt vaak vastgehouden aan een eenmaal gedane uitleg in het verleden, en durft men daar niet of nauwelijks vanaf te wijken. Er is, gedurende lange tijd een “bepaalde christelijke” uitleg over het boek Daniël en die is algemeen aanvaard, maar is dat de correcte uitleg?

Die uitleg bestond uit een kijk op de profetie vanuit een westers oogpunt, vanuit een Europees oogpunt. Maar alle profetieën over de eindtijd staan in relatie met Israël, Jeruzalem en de omringende landen. En die profetieën spreken over: Edom, Moab, Ammon, Egypte, Elam, Filistea, Tyrus, Sidon, Magog, Mesak, Tubal, Togarma, Put, Gomer enz. Nergens lees je iets over de EU, of Engeland, Amerika, Frankrijk, Duitsland, Italië enz. Toch werd dit ons voorgehouden.

Juist met betrekking tot de profetie geldt dat: in de eindtijd velen onderzoek zullen doen en de kennis zal vermeerderen, Daniël 12:4.Daarom moeten wij de uitleg van bepaalde profetieën van vroeger durven te herzien en aan te passen aan het ontstane wereldbeeld, als dat nodig zou zijn? Wordt het geen tijd om onze kennis en inzichten, over de eindtijd profetie te “updaten”?

Om de profetie beter te kunnen begrijpen moeten we de verhoudingen van de diverse volken t.o.v. Israël vanaf het begin volgen, omdat diezelfde volken ook in de eindtijd profetie vernoemd worden, bij de terugkomst van Yahusha en zijn regering over het Koninkrijk van Yahuah.

Einde van de inleiding, voor vervolg: Daniël Hoofdstuk 1