De Tabernakel - Deel 2 - De tafel van het Toonbrood en de Menorah

De Tafel van het Toonbrood

Veel van de studies over de Tabernakel die vandaag beschikbaar zijn, met name die geschreven zijn door "westerlingen", behandelen deze verblijfplaats van de Tenach als een noviteit. Hiermee bedoel ik dat het slechts een studie is, bedoeld om de lezer een diep inzicht te geven in de mystieke plaatsing van "de Messias" in de Tenach. De Tabernakel zelf en alle voorwerpen erin worden gezien als voltooid en afgeschaft in de Messias en zijn alleen nodig om de ontzagwekkende voorkennis van Yahuah te tonen, en natuurlijk om het diepe geestelijke inzicht van de auteur te onthullen. Het is absoluut waar dat zelfs een oppervlakkige studie van dit bouwwerk de ontzagwekkende voorkennis van Yahuah zal onthullen, maar het doel van de documentatie van dit bouwwerk is veel persoonlijker en meer levensveranderend dan eenvoudige hoofd kennis.

Ik vervolg mijn vorige studiereeks over de Tabernakel in het 25ste hoofdstuk van het boek Exodus. De betekenis van het binnenste gordijn zal ik bespreken op een later tijdstip.


Exodus 25:23 “Gij zult een tafel van acaciahout maken, twee el lang, een el breed en anderhalve el hoog. Gij zult die overtrekken met louter goud en er een gouden omlijsting omheen maken. Gij zult er een rand van een handbreedte omheen maken en een gouden omlijsting rondom haar rand.”


In onze studie van de Ark hebben we hoop ik geleerd, over de verblijfplaats van de kracht van Yahuah. Dit is waar Yahuah moet beginnen. Als we het Heilige ingaan, zullen we leren over de volgende plaats die Yahuah begint te veranderen in diegenen die op Hem vertrouwen. Dit is het gebied van de geest of het “ziels” gebied. Dit geeft ons de kracht voor de bediening, want het is de geest die het lichaam vertelt wat te doen. Het lichaam opereert niet gescheiden van de geest tenzij er schade is aan de zenuwen, dat wil zeggen het lichaam is afgesneden van de geest. Het lichaam kan niet kiezen om te gaan bowlen als de geest zegt dat we gaan zwemmen! Wanneer gedrag wordt tentoongesteld, is het je geest die dat gedrag kiest. De uiteindelijke bron van leiding en begeleiding voor de geest is te vinden in de Ark of het hart, de woonplaats voor het Woord van Yahuah. Als het Woord van Yahuah niet in je hart is, dan moet de geest zijn richting halen uit een andere bron. Yahuah heeft verschillende dingen in het Heilige geplaatst om ons deze relatie tussen het hart, geest en lichaam te leren. Denk eraan, dit gaat niet over hoe we Yahuah benaderen. Dat zal getoond worden in omgekeerde volgorde en wordt gegeven nadat Israël de eerste set van de tabletten tart. De eerste orde van Exodus 25 geeft ons Yahuah Zijn werk in ons leven nadat we Zijn genade hebben ontvangen, gebaseerd op ons vertrouwen in Hem. Voordat we bij het brood komen, dat op de tafel wordt geplaatst, neem alsjeblieft eerst kennis van het feit dat de toonbrood tafel op dezelfde manier gebouwd is als de ark zelf. Het is gemaakt van hetzelfde hout en goud, alleen met iets kleinere afmetingen. Het is echter dezelfde hoogte. Deze tafel wordt genoemd shul'chan (שלחן).


Het woord in deze vorm is altijd vertaald in het Nederlands als tafel. Maar de werkwoordelijke bron is zeer interessant en passend, gezien onze verdere studie van het brood zelf, of Hemzelf. De werkwoordelijke bron is shalach (שלח). Shalach is het Hebreeuwse werkwoord voor uitzenden of gewoon om te zenden. Dit woord is in het Grieks apostello (απόστολοσ), wat in het Nederlands apostel is. Nu, zou je jezelf kunnen afvragen wat een tafel en een apostel gemeen hebben. Nou, de verbinding is niet echt moeilijk om te zien, en geeft ons ook enig inzicht in de vaak onbegrepen functie van een apostel. In de Hebreeuwse cultuur, net als vele andere culturen, is de tafel in het huis de plaats waar de familie bij elkaar komt. Hier leerden de kinderen van hun vader. Het was op deze plaats dat elk kind de levensbehoudende woorden (brood) van hem ontving. Dezelfde tafel deelde dit leven met vrienden in de gemeenschap. Dit leidde tot de oosterse en Midden-Oosten gewoontes om een tafel niet te delen met vijanden. De informatie werd hier gedeeld en onthuld. Jesaja verklaart:


Jesaja 21:5-6 “De tafel aanrichten, het tapijt spreiden, eten en drinken? - Op, gij vorsten, oliet het schild! Want aldus heeft Yahuah tot mij gezegd: Ga heen, zet een wachter uit; laat hij melden wat hij ziet.”


David vraagt Yahuah om een tafel voor hem te bereiden zelfs in het bijzijn van zijn vijanden, wetende dat Zijn staf en wachters (beeld van Thora) hem nabij zullen zijn, Psalmen 23:4-5. Om te eten aan de tafel van de koning was om te delen als één. In 2 Samuël 9:7-11, stuurt David de zoon van Johannes naar Mefiboset, en vertelt hem dat hij nu voortdurend moet eten aan de koningstafel, als één van de koningszonen. Dit zou de plaats zijn waar David zijn wijsheid zou delen met Mefiboset, en dit is waar hij te eten zou krijgen. Als de verkeerde tafel is bereid kan het ook dood en verderf zijn. De tafel van Izebel was niet de plaats om te zijn in 1 Koningen 18:19, en het is een valstrik voor hen in Psalmen 69:22. Ik denk dat de afwijzing van Yahuah Zijn instructies te vinden zijn in het vervuilen van Zijn tafel, of je nu Jood bent of heiden.


Maleachi 1:7 “Gij brengt minderwaardige offerspijze op mijn altaar. En dan zegt gij: Waarmee hebben wij U minderwaardig behandeld? Doordat gij zegt: de tafel van Yahuah, zij is verachtelijk.”


Dit staat in contrast met hen in:


Maleachi 2:5-6 “Mijn verbond met hem was: leven en vrede; Ik heb ze hem gegeven tot godsvrucht, opdat hij Mij zou vrezen en voor mijn naam beven. Betrouwbaar onderricht in de wet was in zijn mond en ongerechtigheid werd op zijn lippen niet gevonden. In vrede en in oprechtheid wandelde hij met Mij en velen bracht hij van ongerechtigheid terug.”


Ditzelfde soort contrast wordt duidelijk in 1 Korintiërs:


1 Korintiërs 10:21 “Gij kunt niet de beker van Yahuah drinken èn de beker der boze geesten, gij kunt niet aan de tafel des Heren deel hebben èn aan de tafel der boze geesten.”


Yahuah heeft Zijn tafel reeds bereid, en deze tafel voor ons allen door de hele Tenach heen geopenbaard.


De tafel waar het toonbrood op moet worden gelegd, is geen gewone tafel. Het spreekt duidelijk van de gekozen plek waar Yahuah Zijn waarheid wordt geplaatst. Het is een plek waar het Joodse volk van nature aan zou zitten, maar een plek waar hongerige heidenen alles voor zouden riskeren om kruimels van te eten, laat staan aan te gaan zitten en dineren. (Marcus 7:27-28). Apostelen zijn door Yahuah geroepen om dragers en vervoermiddelen te zijn van het Brood van Yahuah. Het woord apostel is gewoon een transliteratie van het Griekse woord voor iemand die gezonden is. Er zijn meer voorbeelden van dit woord in de Tenach dan dat er zijn in het Nieuwe Testament. Hen die door Yahuah gekozen en voorbereid zijn, zijn geroepen om iedereen het brood des levens te brengen. Hun missie is om de instructies van Yahuah te weerspiegelen aan diegenen die ze niet kent. De term is niet een titel, maar een roeping. Dit woord volgt altijd de geroepene, maar wordt niet voorafgegaan door een titel. Het is nooit "de apostel Paulus" of "de apostel Petrus", maar Paulus de apostel of Petrus de apostel.


Volgens Exodus 26:35, moest de tafel van het toonbrood aan de noordzijde van het Heilige geplaatst worden. De ingang van het Heilige was op het oosten, dus dat zou betekenen dat als u het Heilige binnen liep, de tafel van het toonbrood aan uw rechterhand was. Volgens Exodus 25:26-28, had de tafel dezelfde locatie voor de ringen en stokken als de ark. Zoals ik al eerder heb gezegd, is deze tafel ook van dezelfde materialen gemaakt als de Ark. De bron van de kracht voor de bediening is gemaakt van hetzelfde materiaal als de bron voor de kracht van opwekking en de verzoening. Het manna dat in de ark was geplaatst was het brood des levens, nieuw leven, of nieuw opgewekt leven. Het brood op deze tafel zal het brood zijn dat het leven in stand houdt. Volgens vers 29 waren er nog vier andere objecten die op deze tafel geplaatst moesten worden. De schotels, schalen, kannen en kommen waarmee gegoten werd. De schotels en schalen werden gebruikt om wierook te bevatten en over het brood te verdelen. De kommen werden waarschijnlijk gebruikt voor de plengoffers. Zie Numeri 28:7. Dit waren praktische spullen voor de tafel. Het is waardevol op te merken dat, wanneer Yahuah ons roept om een vat te zijn voor Zijn woord, Hij ons alles geeft wat we nodig hebben om zijn roeping uit te voeren, zelfs tot in de kleinste details. De priesters hoefden niets mee te brengen, want onze Schepper heeft alles vooraf geregeld wat we nodig hebben.


Eerste voorwerp

Het allereerste voorwerpen in het Heilige, welke Yahuah kiest om aan ons te tonen, is de tafel van het toonbrood. Wanneer u, door het geloof, het leven gevende Woord van Yahuah ontvangen hebt, zoals afgebeeld in de ark, brengt Yahuah u vervolgens naar Zijn leven ondersteunende Woord, zoals afgebeeld door het brood in het Heilige. Het Heilige, waarop ik later meer in detail zal ingaan, is Yahuah Zijn portret van onze ziel en met name, onze geest. De Tabernakel is verdeeld in drie gebieden, die de geest, de ziel en het lichaam van de Messias typeren en natuurlijk ook onze natuur. Toen onze Schepper ons hart heeft gezuiverd en gereinigd, begint Hij daarna Zijn werk in onze geest, welke het felle slagveld is, waarmee we elke dag worstelen. We moeten eerst terug verzoend worden met Hem, en verlost worden als Zijn kind, voordat Hij kan gaan werken aan het veranderen van onze gedachten en uiteindelijk ons gedrag. Dat is precies waarover Paulus sprak in Efeziërs.


Efeziërs 2:8-10 “Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van Yahuah; niet uit werken, opdat niemand roeme. [Dit is waar de meeste moderne "gelovigen" stoppen met citeren.] Want zijn maaksel zijn wij, in Messias Yahusha geschapen om goede werken te doen, die Yahuah tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.”


Eerst komt het "scheppen" in ons hetgeen alleen Yahuah kan doen. Nu heeft hij, door ons geloof en de vriendelijke toestemming, iets om mee te werken. De Pottenbakker heeft wat klei nodig om een pot te maken. Met de straf voor de zonde is afgerekend in het Heilige der Heilige, en nu gaat onze Abba afrekenen met de macht van de zonde in het Heilige, als we hem dat toestaan. We zijn niet langer kinderen des toorns of kinderen van de “duivel” Hasatan is verslagen en de Messias heeft over hem gezegevierd (Kolossenzen 2:15). Nu, terwijl Paulus ons telkens opnieuw waarschuwt, moeten we afrekenen met de “wereld”. De strijd is nu verplaatst naar de arena van het denken, en we moeten ons denken transformeren. Onze Vader heeft ons Zijn Woord gegeven om dit te verwezenlijken.


Exodus 25:30 “En gij zult op de tafel geregeld toonbrood leggen voor mijn aangezicht”.


De zinsnede "en gij zult ... leggen", is eigenlijk uit één Hebreeuws woord genomen. Dit woord komt van de werkwoordelijke bron natan (נתן) wat "geven"Yahuahbetekent. In dit verband of gebruik is "erop zetten" zeer toepasselijk. Ongeacht wat het toonbrood is, Yahuah wil dat het te allen tijde vóór Hem wordt getoond – tamiyd (תמיד) - voortdurend. Het woord toonbrood of lechem paniym (לחם פנים) is letterlijk het brood van Zijn gezicht, of aanwezigheid. Yahuah gebruikt het brood om Zijn aanwezigheid te symboliseren of erover te spreken. Yahuah Zijn aanwezigheid wordt ervaren door gehoorzaam te zijn aan Zijn woord, hetgeen ook gelijk staat aan Zichzelf. Yahusha zei in Mattheüs 4:4 “Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Yahuah Zijn uitgaat." De vergelijking is letterlijk brood dat leven geeft aan het lichaam, met het brood van Yahuah, dat leven geeft aan de ziel en geest, en Yahusha bevestigde dit snel door Zijn reactie op hasatan in de woestijn. Yahuah Zijn aanwezigheid is in Zijn woord. Dit is precies waarom wij in deze studiereeks van de Tabernakel dit gebied steeds opnieuw zal benadrukken. Yahusha wordt gekend via het ontvangen en het doen van Yahuah Zijn woord. Als u op zoek bent naar de aanwezigheid van Yahuah in uw leven, probeer dan gehoorzaam te zijn aan Zijn woorden!


Deuteronomium 30:11-14 “Want dit gebod, dat ik u heden opleg, is niet te moeilijk voor u en het is niet ver weg. Het is niet in de hemel, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal opstijgen ten hemel, het voor ons halen, en het ons doen horen opdat wij het volbrengen? En het is niet aan de overkant der zee, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal oversteken naar de overkant der zee, het voor ons halen, en het ons doen horen opdat wij het volbrengen? Maar dit woord is zeer dicht bij u, in uw mond en in uw hart om het te volbrengen.”


Zo vaak ben ik getuige van mensen die Yahuah overal zoeken, de éne opwekking na de andere bijwonend, Hem zoekende bij bepaalde leraars en predikers. Hij is in deze stad of die stad, of hier of daar. Maar de aanwezigheid van Yahuah wordt gevonden in het brood des levens, Zijn woorden. Yahusha zei, “... Mijn woorden zijn geest en ze zijn leven." Het is het Woord van Yahuah, dat ons transformeert. Het zijn Zijn leven ondersteunende instructies, afkomstig van een alweten Elohim, die ons onbevlekt houden van de wereld, en Zijn woorden zijn dicht aan onze lippen. Luister naar Paulus in 2 Korintiërs:

2 Korintiërs 6:14 – 7:1 “Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis? Welke overeenstemming is er tussen Hamashiach en Belial, of welk deel heeft een gelovige samen met een ongelovige? Welke gemeenschappelijke grondslag heeft de tempel Gods met afgoden? Wij toch zijn de tempel van de levende God, gelijk God gesproken heeft: Ik zal onder hen wonen en wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. Daarom gaat weg uit hun midden, en scheidt u af, spreekt de Heere, en houdt niet vast aan het onreine. en Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot Vader zijn en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Heere, de Almachtige. Daar wij nu deze beloften bezitten, geliefden, laten wij ons reinigen van alle bezoedeling des vlezes en des geestes, en zo onze heiligheid volmaken in de vreze Gods.”


Paulus vertelt ons in hoofdstuk 7 vers 1, hoe uit te komen van onder hen. Wij doen dat door onszelf te reinigen, in vlees en geest, en de heiligheid te perfectioneren. Wat of wie bepaalt wat wel of niet schoon is? Wat of wie bepaalt wat wel of niet heilig is? Alleen het geschreven woord van Yahuah doet dat. Alleen Zijn brood kan ons laten zien wat goed of fout is, schoon of vuil, rechtvaardig of onrechtvaardig.


Je moet naar het boek Leviticus gaan om wat meer details te krijgen aangaande het brood van Zijn aanwezigheid. In Leviticus leren we:


Leviticus 24:5-9 “En gij zult fijn meel nemen en daarvan twaalf koeken bakken, uit twee tienden efa zal elke koek bereid worden; gij zult ze op twee stapels leggen, zes op een stapel, op de tafel van louter goud, voor het aangezicht van Yahuah. Gij zult zuivere wierook op elke stapel leggen; dit zal dan dienen als gedenkoffer van het brood, een vuuroffer voor Yahuah. Elke sabbatdag zal hij dat steeds opnieuw gereed maken voor het aangezicht van de Heere; van de zijde der Israëlieten is het een verbond voor altoos. En het zal voor Aäron en zijn zonen zijn, en zij zullen het op een heilige plaats eten, want het is allerheiligst voor hem; het behoort tot de vuuroffers van Yahuah; het is een altoosdurende inzetting.”


Er staan veel dingen hier, maar we zullen onze studie beperken tot de twaalf broden, de wierook en het eten van het brood door de priesters op de Shabbat. Je zult als eerste zien dat het brood wordt gebakken in twaalf afzonderlijke broden. Vers 8 vermeldt dat deze verbonden zijn aan de kinderen van Israël, die worden vertegenwoordigd door de twaalf stammen. Iedere Israëliet is hier vertegenwoordigd, alle twaalf stammen zijn gelijk in het maken van elk brood. In vers 7 wordt tot hen gezegd zuivere wierook te verspreiden op elke rij als een gedenkteken. De term "zuivere wierook" is bijna een overtolligheid. Het woord wierook of levonah (לבונה) is verwant aan de woorden voor "wit" en "maan". Het woord alleen betekent puurheid, zoals in het witte linnen dat wordt gegeven aan de heiligen van Yahuah. Dit woord komt bijvoorbeeld voor in Jesaja 1:18, wanneer de heiligen van Yahuah wordt verteld dat al waren hun zonden als scharlaken zij zullen wit worden als sneeuw. Het Woord van Yahuah is 7 keer gelouterd volgens Psalmen 12:7. Yahuah Zijn zuivere heiligheid zal gezien moeten worden in Zijn mensen die het getuigenis zijn en getuigen van Zijn brood van leven. In het Hebreeuwse denken worden Zijn mensen vergeleken met de maan, een andere verwant woord van lavan. Zoals het is met de verschillende fasen van de maan en zijn consequente vernieuwingen, zo is het Yahuah Zijn verlangen om Zijn volk te vernieuwen en te herstellen tot zuiverheid en heiligheid. Het is een zuiver en heilig leven dat over het woord van Yahuah wordt besprenkeld dat werkelijk Yahuah Zijn aanwezigheid doet ervaren. Ze krijgen de opdracht om een gedenkteken te zijn van dit leven gevende brood. Het woord "gedenkteken" is van het woord zakar (זכר). Het is vele malen vertaald als gedenken. Het betekent niet herinneren of terug halen uit het geheugen, maar meer om te spreken of te handelen in naam van iemand of iets. Dit is wat het betekent wanneer de Schrift zegt "Yahuahgedacht Rachael" of "Yahuah gedacht Noah". Het betekent dat Yahuah heeft gehandeld of sprak namens Rachael of Noah. Toen de dief Yahusha vroeg hem te "gedenken" als Hij zou aankomen in Zijn koninkrijk, impliceert hij niet dat Yahusha hem zou kunnen vergeten. Hij vroeg Yahusha te handelen namens hem en Yahusha beloofde hem dat hij precies dat zou doen. Dus de wierook of de zuiverheid van Yahuah Zijn woord was om voortdurend volgens Zijn Woord te handelen of spreken. Het zou een getuige worden van de leven ondersteunende woorden van Yahuah.


De laatste twee verzen zijn instructies van Yahuah met betrekking tot het rouleren en het consumeren van dit brood door de priesters. De twaalf broden waren om gegeten te worden op de wekelijkse Shabbat en vervangen door nieuwe exemplaren voor de komende 7 dagen. Het was op de Shabbat, dat het brood gegeten moest worden. De dag waarop Yahuah Zijn volk bijeen komt om Zijn Woord te proeven en te laten smaken, tot verzadiging. Het eten van het brood door Aäron en zijn zonen en de vervanging van de broden is een prachtig beeld van het samenkomen van Yahuah Zijn volk om Zijn dagelijkse leven gevende woorden te ontvangen. In het 12e hoofdstuk van Romeinen worden we er door Paulus aan herinnerd, dat we niet gelijkvormig moeten worden aan deze wereld, maar omgevormd moeten worden door de vernieuwing van ons denken. Dat is het doel van wat het Heilige en al z’n voorwerpen ons leert, evenals aan de Israëlieten in die tijd.

De Menorah

Als we weggaan van de noordzijde van het Heilige en het leven behoudende brood, reizen we nu naar de zuidkant waar de Menorah staat.


Exodus 25:31-32 “Gij zult een kandelaar van louter goud maken, van gedreven werk zal de kandelaar gemaakt worden, het voetstuk zowel als de schacht; de bloemkelken, met knoppen en bloesems, zullen daarmee één geheel vormen. Zes armen nu zullen uit zijn zijden uitsteken: drie armen van de kandelaar uit de ene zijde en drie armen van de kandelaar uit de andere zijde.”


Het woord kandelaar in de NBG komt vanuit het Hebreeuwse woord Menorah (מנרה). Dit woord is ontleend van het woord nur(נור) of licht. De nur of licht vormt het midden van het woord menorah. Met toevoeging van het mem voorvoegsel en het vrouwelijke enkelvoudige achtervoegsel wordt het licht nu het voorwerp waaruit het licht schijnt, verlicht, of openbaart. Als je de tekst slechts simpel leest zou je kunnen concluderen, dat de kandelaar gevormd is met zes zijtakken, echter bij een nadere diepere bestudering blijkt dat er ook een middenas is, genaamd yarek (ירך). De zes zijtakken komen daadwerkelijk uit deze as en alle zeven takken vormen de Menorah welke één gedreven werk is. Dit is de betekenis achter de gegeven zinsnede "één geheel vormen”. Het woord "zijn" in vers 32 verwijst naar de as. Het woord yarek is over het algemeen vertaald als de dij, de lende, of lichaam (Genesis) 24:2, (Richteren 8:30). De zes takken steken uit de as, en zijn toch één met de as. Is het slechts toeval dat naar de gelovigen van de Messiah, Jood of heiden in Romeinen 11 wordt verwezen als takken? Is het slechts toeval dat deze takken allemaal één zijn met de centrale as of boom, en het lichaam van de Messias worden genoemd? Sterker nog, is het gewoon het geluk als bij een loting dat Yahusha deze kandelaar gebruikt om te verwijzen naar Zijn kehillot (samenkomst, “gemeente”) in Openbaring 1:20?


Als we doorgaan met het bestuderen van de bouw van de Tabernakel zal duidelijk worden dat het Heilige der Heiligen en het Heilige volledig bedekt worden door diverse soorten linnen en huiden. De binnenste heiligdommen waren donker, erg donker. Er was geen daglicht om deze plaats te betreden. Alleen het licht van de Menorah verlichtte het Heilige of de plaats van de bediening. Bediening wordt gedreven door het licht van Yahuah en niet door het ontwerp van de mens of zijn verlangens. Het leven onderhoudende toonbrood was om gegeten te worden door Yahuah Zijn priesters, maar dat eten moest worden gedeeld of gegeven aan allen die hongerig waren naar de gerechtigheid. Het licht van de Menorah spreekt van deze taak. Onze geest moet verlicht worden door het licht van Yahuah. Zijn licht spreekt verder over de inhoud van de ark van Zijn getuigenis. Het is dit licht dat een lamp voor onze voeten en een licht op ons pad wordt genoemd (Psalmen 119:105). Spreuken 6:23 vat het samen:


Spreuken 6:23 “Want het gebod is een lamp en de onderwijzing een licht, de vermaningen der tucht zijn een weg ten leven,”


De Tenach leert Israël, dat ze Zijn licht voor de naties moesten zijn.


Jesaja 49:6 “... Ik stel u tot een licht der volken, opdat mijn heil reike tot het einde der aarde.”


Historisch gezien weten we dat Israël gefaald heeft om dit te doen, dus heeft Yahuah een Messias gezonden, om een licht in de wereld te zijn. “Ik, Yahuah, heb u geroepen in gerechtigheid, uw hand gevat, u behoed en u gesteld tot een verbond voor het volk, tot een licht de natiën” (Jesaja 42:6) Yahusha bevestigt die roeping in Johannes 8:12, waar Hij claimt dat Hij het licht van de wereld is. Yahusha roept vervolgens degenen die hem volgen op om het licht van de wereld te zijn in Mattheüs 5:14. Volgens de idiomen en begrepen symbolen die gebruikt werden door de schrijvers van het Nieuwe Testament, sprak het symbool van licht over de Menorah in de tempel. De menorah, volgens hun denken, was de verlichtende uitdrukking van de edut (עדות) ofwel het getuigenis van de ark. Dit staat bekend als Thora. Om een licht te zijn, was niet simpel om een leuke, poëtische uitdrukking aan een levendige persoonlijkheid te geven. Het was een oude stevig gevestigde betekenis die welbekend was bij Yahusha’s broeders. Bijvoorbeeld, de term "kinderen van het licht" gebruikt door Paulus in 1 Tessalonicenzen 5:5 sprak van de kinderen of erfgenamen van de Thora, het licht van Yahuah. Licht is Thora en de Thora was licht, en elke fysieke activiteit van Yahuah Zijn volk zou hierdoor moeten worden bestuurd. Vaak vraag ik me af wat de meeste moderne gelovigen denken wat Johannes bedoelt wanneer hij zegt dat wij in het licht moeten wandelen. Moeten we een beeld oproepen met een schijnende gloed om ons heen? Betekent een licht zijn dat ik een "Yahusha" bumpersticker op mijn auto heb, of alleen "stichtende" muziek koop? Ben ik een licht als ik iedere woensdag naar de Bijbelstudie ga? Ben ik een licht voor de wereld door gewoon mensen te vertellen over Yahusha of de aanpak van sekten? Of leert het woord van Yahuah ons om een licht te zijn, door Yahuah Zijn wegen te verkondigen aan een wereld die gehuld is in duisternis, en dat het antwoord op alle beproevingen van de mens te vinden is in Zijn woord? Om onze bediening theologisch te beperken tot het verkondigen dat Yahusha de Messias is, is een verloren wereld te voorzien van een verlichtingselement, maar niet de lamp zelf.


De Menorah zou nooit uit mogen gaan. In Leviticus lezen we:


Leviticus 24:2-3 “Draag de Israëlieten op om je voor de verlichting zuivere olijfolie te brengen: er moet in de ontmoetingstent, buiten het voorhangsel dat de ark met de verbondstekst afschermt, altijd licht branden.”


De priesters gehoorzamen deze opdracht, omdat ze de betekenis van het licht begrepen. Het was het woord van Yahuah, dat hun leven in stand hield, niet te vergeten het hele universum. De oude verhalen, voor de tijd van Yahusha, leerden dat het universum bij elkaar gehouden werd door de Thora, en dat de Thora werd gevormd door de 22 letters van het Hebreeuwse alfabet. Als Thora niet gesproken zou worden, veel minder toegepast, de wereld weg zou smelten met een vurige hitte. Klinkt dat bekend? Petrus gebruikt ditzelfde beeld om de eindtijd te beschrijven in 2 Petrus 3:10. Hij beschrijft dit in combinatie met de "dag des Heeren". Wanneer u alle verzen in de Tenach onderzoekt aangaande de “dag des Heeren”, zult u zien dat de meeste van deze een tijd beschrijven waarin alle volkeren de Thora hebben afgewezen. Dit is de reden waarom 'Amos het beschrijft als een tijd van duisternis.


Amos 5:18 “Wee hun, die verlangen naar de dag van Yahuah! Wat toch zal de dag van Yahuah voor u zijn? Duisternis is hij, en geen licht!”


Vier hoofdstukken later verkondigt ‘Amos opnieuw:


Amos 8:11 “Zie, de dagen komen, luidt het woord van Yahuah, ‘Elohiym, dat Ik een honger in het land zal zenden – geen honger naar brood, en geen dorst naar water, maar om de woorden van Yahuah te horen.”


De zes takken van de Menorah worden als één gedreven werk gemaakt samen met de as ofwel zevende tak. Deze kandelaar zou het symbool van Israël moeten worden. Echter was het de bedoeling om het symbool te zijn voor een ieder die claimt één te zijn met de zevende tak. Dit is de reden waarom Yahusha hetzelfde beeld gebruikt in de beschrijving van de toestand van zeven van Zijn kehillot (gemeentes) op het moment dat Johannes schreef, en het sindsdien een symbool van de kehillot is. Openbaringen hoofdstuk twee en drie zijn ook een nauwkeurige en profetische beschrijving van de conditie van Zijn hedendaagse takken. In Openbaringen 2:1-7 is er een beschrijving van de k(q)ahal (קהל) (gemeente - enkelvoud) in Efeze, en het begint door het noemen van één van de aspecten van de bediening van Yahusha. "... die tussen de zeven gouden kandelaren wandelt." Yahusha prijst deze groep eerst door hen te herinneren aan hun toewijding om bedriegers en oplichters weg te sturen, en voor hun werken en geduld. Echter, vertelt Hij hen dan wat Hij tegen hen heeft. Ze hebben hun eerste liefde verloren, en wilden niet terug gaan naar hun eerste werken en zich bekeren. Hij zegt dat als ze zo door blijven gaan, Hij hun kandelaar van zijn plaats zal verwijderen. Vele wordt men geconfronteerd met verzen vier en vijf, en men vroeg mij bepaalde "redding" doctrines te verdedigen. Zoals het met veel van het Nieuwe Testament is, leert deze tekst niet of u wel of niet uw redding kan verliezen. Het is een waarschuwing om u te bekeren! Als je een kind van Yahuah bent, bekeer je !


Het licht van de Menorah is een beeld van het woord van Yahuah, en de Menorah is de drager van het licht. Het licht van de Menorah is de eerste bestraling van de geest met het getuigenis van Yahuah. Dat getuigenis moet dan vervolgens naar de naties gebracht worden. Neem dit symbool van Yahuah Zijn instructies voor de mens en breng het in 1 Johannes:


1 Johannes 1:5-7 “En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben en u verkondigen: Yahuah is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben en in de duisternis wandelen, dan liegen wij en doen de waarheid niet; maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Yahusha de Messias, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.”


Johannes gaat verder door zonde te relateren aan duisternis en het licht aan het houden van Zijn geboden. Als wandelen in het licht belangrijk is voor onze “geloofs” wandel, zou het dan niet noodzakelijk moeten zijn om te weten wat wandelen in het licht betekent?


Jesaja 8:20 “Tot de wet en tot het getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad.”


De Hebreeuwse gedachtegoed leert dat het licht van de Menorah met name de tafel van het toonbrood verlichtte. Dit past ook typologisch bij de voorwerpen van het licht van Yahuah. Dat zijn wijzelf mensen! De Menorah in het Heilige was bedoeld om de geest te verlichten met het woord van Yahuah. Dan zou datzelfde licht moeten worden uitgedrukt in goede werken, zodat Abba zou worden verheerlijkt. Dit is de manier waarop onze prachtige Schepper ons heeft geschapen. Ten eerste moet ons hart Zijn getuigenis ontvangen, dan worden onze gedachten veranderd door de studie van Zijn woorden, en tenslotte zullen onze lichamen gaan antwoorden op de opdrachten van de geest. ‘Elohiym heeft ons geschapen, dus wist Hij van te voren dat dit is, hoe wij functioneren. Als het woord van Yahuah niet in je hart is, dan moeten de instructies en communicatie ergens anders vandaan komen. Dit is precies waar de meeste van ons waren toen we het woord van Yahuah ontvingen. Onze gedachten werden geleerd door bronnen buiten het woord van Yahuah om. Onze visie op de wereld en dat om ons heen werd gevormd en vormgegeven door de wereld en de mensen, waar we juist moeite mee hadden om over te leren. Met andere woorden, we leerden over de conclusie van het vooropgestelde en we leerden van het vooropgestelde door de conclusie. De waarheid is dat alleen een externe objectieve bron kan worden vertrouwd.


Veel wereldreligies leren vandaag de dag, dat de mens het licht kan ontvangen als hij daartoe bereid is. Veel "new age" religies leren dat de mens zich naar het licht moet uitstrekken. Veel mensen hebben tegenwoordig bijna-dood ervaringen gehad, waar ze het "licht" gezien hebben. Voor de meeste van deze godsdiensten, is het licht een intellectueel concept. Licht is inderdaad kennis. Licht is het proces van het leren over iets, of misschien wel de sprong naar een ander bestaan. Maar dit is niet waaraan de "Joodse" volgelingen van Yahusha hebben gedacht toen Yahusha hen onderwees over dit onderwerp. Het was de Menorah in de Tempel die in gedachten kwam. Het waren de eeuwig brandende woorden van Yahuah, die in gedachten kwamen. De Menorah heette het "Licht der Wereld". Toen Yahusha dit gebruikte over Zichzelf, wilde Hij zeggen dat Hij de ware lichtdrager was van Yahuah Zijn licht. Simeon herkende deze waarheid in Lucas toen hij zei:


Lucas 2:30-32 “want mijn ogen hebben uw heil gezien, dat Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle volken: licht tot openbaring voor de heidenen en heerlijkheid voor uw volk Israël….”


Yahusha noemt zichzelf het "Licht der Wereld" tijdens het Chanukah seizoen in Johannes hoofdstukken 8 tot en met 10.


Volgens Exodus 25:33-38, had het gedreven werk van de Menorah aan de top van elke tak kommen, gemaakt als amandelen, om de olie te bevatten voor het licht. De kommen zijn gemaakt als amandelen. Het woord amandelen deelt zeer interessante wortels met een ander woord. Het woord voor amandelen is shaqad (שקר) hetgeen precies dezelfde spelling heeft als de werkwoordelijke bron ervan. Het woord shaqad wordt overal elders vertaald als kijken, alert zijn, of zonder slaap. Deze amandelvormige dragers van de olie voor het licht leren ons iets over de aard van een lichtdrager zijn. Zij, of wij, moeten waakzaam en alert zijn als "zonen van het licht". Nogmaals citeer ik uit 1 Tessalonicenzen:


1 Tessalonicenzen 5:2-6 “immers, gij weet zelf zeer goed, dat de dag van Yahuah zó komt, als een dief in de nacht. Terwijl zij zeggen: het is (alles) vrede en rust, overkomt hun, als de weeën een zwangere vrouw, een plotseling verderf, en zij zullen geenszins ontkomen. Maar gij, broeders, zijt niet in de duisternis, zodat die dag u als een dief overvallen zou: want gij zijt allen kinderen des lichts en kinderen des dags. Wij behoren niet aan nacht of duisternis toe; laten wij dan ook niet slapen gelijk de anderen, doch wakker en nuchter zijn.”


Herinnert u de gelijkenis van de tien maagden, vijf die olie in hun lampen namen en vijf die dit niet deden? Herinnert u zich het laatste wat Yahusha zei in deze gelijkenis? "Waakt dan..." De "zonen van het licht" kennen het woord van Yahuah, gehoorzamen zijn geboden, en houden zijn feesten en shabbatten. De natuur van wat zij doen tijdens Yahuah Zijn cyclussen van gerechtigheid maakt hen alert en oplettend. In de Hebreeuwse cultuur zijn de “zonen van de duisternis", of “zonen van de nacht”, diegenen die de Thora niet kennen en het licht van Yahuah niet hebben.


De bloesems, of perach (פרח), staken onder de kommen uit naar beneden. Dit woord betekent te bloeien, te groeien of te produceren. Zij voegden vruchtbare schoonheid toe aan de menorah. Op veel plaatsen wordt hierover gesproken als de ware gelovigen van Yahuah. De Messias zegt ons in Mattheüs 7:20 dat we gekend zullen worden aan onze vruchten. In de Septuagint en de Vulgaat versies van de Schrift, worden de bloemen van de Menorah "lelies" genoemd. Misschien is het geen toeval dat de Messias Zijn ware volgelingen in Mattheüs 6:28-30 vergelijkt met lelies van het veld. De ware staf van Yahuah produceerde amandelen en knoppen in Aärons hand in Numeri 17. De bloemen waren om de lamp met schoonheid en lieflijkheid te sieren. Een waakzame, gereed zijnde, en wachtende bruid vangt de aandacht van een ieder die zelfs ook maar een blik in haar richting doet. De knoppen, kaphtor (כפתר) in het Hebreeuws, waren ook bedoeld om de as te versieren, omdat dit woord altijd de bloemen begeleidt. Ze waren ook bedoeld om stevigheid te bieden aan de uitgebreide schachten of takken.


De tangen of melqach (מלקח) en uitdoofschalen of machtah (מחתה) zijn bijna een bijzaak in het ontwerp van de menorah, maar deze waren zeer belangrijke onderdelen in verband met het onderhoud van het licht. Het wordt algemeen aanvaard door de autoriteiten van het Tabernakel bouwwerk, dat de tangen gebruikt werden door de priesters om de lamp te trimmen of schoon te maken. We moeten in gedachten houden dat de vertaling van de kandelaar niet moet worden gezien door westerse ogen. Dit was een lamp waarin olie aanhoudend een lont had in elk van de decoratieve schalen. Volgens Exodus 30:7-8, werden de lampen ’s ochtends schoongemaakt en ‘s avonds aangestoken. Het trimmen en aansteken van de lichten werd elke dag uitgevoerd. Dit is de betekenis achter de term voortdurend. Het is ook één van de bronnen van de Schriftuurlijke achtergrond van de ochtend en avond gebedstijden. Elke keer dat de priesters binnen gingen voor het schoonmaken of (her)aansteken van het Menorah licht, brandden ze wierook op het altaar, welke de gebeden zijn van de heiligen (Openbaring 5:8). We zullen dit verder bespreken als we bij het gouden altaar aankomen. Voortdurend betekent niet vierentwintig uur per dag, maar dagelijkse en altijd. Dit is wat Paulus bedoelt wanneer hij de heiligen vertelt dat hij voortdurend voor hen bidt. De tangen werden gebruikt om de lonten omhoog te halen, zodat het licht helderder kan schijnen. Lonten worden in het joodse denken typologisch gezien als mensen, op dezelfde manier als dat de bomen ook gezien worden als mensen. Als er weinig of geen olie in de lamp was kon de kaars voor een korte tijd op zichzelf branden, maar zou snel uitgaan als er geen olie in de kom van het lont zou zijn. Dit geldt ook voor het woord van Yahuah in Zijn volk. Vele malen heb ik gezien dat mensen reageren op een oproep om naar voren te komen, of een emotioneel religieus moment en dan snel in vuur en vlam staan. Maar in een korte tijd branden ze snel weer uit. Dit schijnt ook de achtergrond te zijn van de tien maagden in Mattheüs 25. Een lamp kan voor een korte tijd licht produceren door een brandend lont, maar dooft snel als er geen olie, (Ruach haQodesh) bij het lont komt, zodat die kan schijnen. Volgens de joodse traditie brandde de centrum schacht, of de yarek (ירך), continu en waren het de zes andere takken waarvoor het nodig was die ’s avonds weer aan te steken. De tangen waren een belangrijk onderdeel, verbonden met deze lamp. De tangen werden ook gebruikt om kolen van het reukofferaltaar te nemen zoals we zien in Jesaja hoofdstuk zes van zijn boek waarin hij als profeet wordt bevestigd.. De uitdoof schalen werden ook gebruikt in het Heilige om de as en de wierook te bevatten bij de tafel van het toonbrood, om te worden geworpen op het gouden altaar. Zoals we lezen uit Exodus hoofdstuk 30, worden alle instrumenten van het Heilige dagelijks betrokken in de dienst van de priesters en hebben allen een doel, fysiek en geestelijk.


Yahuah sluit veel van deze instructies af door te verklaren dat zij zouden worden gemaakt "naar het model dat aan u daarvan op de berg getoond is." Dit, geloof ik, is voor eeuwig Yahuah Zijn roep aan Zijn volk. Onze Schepper heeft ons vanaf het begin Zijn wegen gegeven en zegent alleen die wegen. Het is een zeer ernstige zaak om Zijn instructies te veranderen of op een andere manier aan de kant te schuiven door iets vergelijkbaars te maken of het te vergeestelijken. We weten door veel openbaring in het Nieuwe Testament dat Yahusha onze ultieme tempel of Tabernakel is, en dat wij, Zijn lichaam, een aardse voorstelling van dit bouwwerk zijn (Johannes 2:21, 1 Korintiërs 3:16, 1 Korintiërs 6:19, 2 Korintiërs 6:16). Wij moeten Zijn licht brengen in een donkere wereld en niet ons eigen licht, nog minder het licht van de kerktraditie. Alleen Yahuah Zijn licht is gezegend, op dezelfde manier als dat alleen de zevende dag gezegend is. Heel duidelijk wees Yahusha op de menorah, toen Hij zei dat we ons licht moesten laten schijnen, zodat de mensen onze goede werken kunnen zien en onze Vader verheerlijken. Dit is precies wat de Menorah deed in het Heilige. Het scheen direct op de tafel van het toonbrood, het leven ondersteunende woord van Yahuah, dat ons het verschil toont tussen goede werken en werken van ongerechtigheid of dode werken. Yahuah Zijn licht moet niet in het Heilige blijven, maar moet uitgebracht worden naar de pleinen om te wijzen op het koperen offeraltaar en de enige deur waardoor de mens gered kan worden.


Ik wil dit deel over de Menorah afsluiten met een paar bijzaken. De Menorah is een zevenarmige lamp in tegenstelling tot de Chanukah lamp welke een negenarmige lamp is. De twee extra takken werden toegevoegd ter nagedachtenis van de herinwijding van de tempel in 165 VM (Vóór Messias). Technisch gezien is de Chanukah lamp niet de menorah, maar het is een Menorah aangezien zij licht produceert. De zevenarmige Menorah was ook het patroon dat gebruikt werd om ten tijde van Yahusha het licht van Yahuah of het woord in de Thora en haftarah lezingen in de Tempel kenbaar te maken. In Lucas 4:15-20 wordt ons dit beeld gepresenteerd in het lezen door Yahusha van Jesaja, welke de haftarah lezing van de dag zou zijn geweest. Terwijl hij opstond en las stond Hij op een verhoogd platform, in het Grieks een bimah (βημα) genoemd. Er zouden nog drie voorgangers aan Zijn linkerzijde zijn en drie voorgangers aan Zijn rechterzijde, met in het midden, iets verhoogd, het bimah platform. Dit vanuit de gemeente gezien lijkt precies op hoe de Menorah ontworpen is. De voorganger die de Thora lezingen las heette shamash (שמש) of dienende voorganger. Dit is aan wie Yahusha de Thora rollen overhandigde in Lukas 4:20. Het woord of licht, gegeven aan de andere voorgangers (herinnert u de zeven boodschappers van de kerken in Openbaringen 1:20?) en de gemeente, werd verstrekt door de shamash of dienende voorganger.


Mattheüs 23:11 “Maar wie de grootste onder u is, zal uw dienaar zijn.”


Tijdens het Chanukah seizoen, worden de lampen elke avond aangestoken beginnende met één licht en elke volgende avond één extra totdat alle negen lampen in volle helderheid schijnen. Alle lampen worden elke nacht aangestoken vanuit de middelste lamp genaamd de shamash. Ziet u, niemand van ons kan ons eigen licht produceren. Het licht dat in ons schijnt moet komen van de Hoofdlamp. De Messiah, ons licht, werd voortgebracht in Genesis 1:3-4. Hij gaf licht aan de allereerste mens van ‘Elohiym’s schepping, en zal niet klaar zijn totdat de gehele lamp verlicht is.


Efeziërs 4:13,16 “totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Messiah....en aan Hem ontleent het gehele lichaam als een welsluitend geheel en bijeengehouden door de dienst van al zijn geledingen naar de kracht, die elk lid op zijn wijze oefent, deze groei des lichaams, om zichzelf op te bouwen in de liefde.”


Dus, vul uw kommetjes met het woord van Yahuah door de kracht van de Ruach haQodesh en laat je licht schijnen!


Einde deel 2, vervolg: De Tabernakel - Deel 3 - De Linnen Tentkleden, de Lussen en Gespen, de resterende Tentkleden, de Planken en de Voetstukken en de Twee Voorhangsels