Deel 3: De onzichtbare realiteit - De vloed

De vloed

Wij zijn vorige keer geëindigd met de verzen over de “zonen van Elohim”. Nu gaan wij verder met het bespreken van de gevolgen van het optreden van deze zonen van Elohim en het ingrijpen van Yahuah d.m.v. de vloed.

Zo te lezen kozen de zonen van Elohim er zelf voor om naar de dochters der mensen te gaan. Deze zonen van Elohim zagen dat de dochters der mensen “schoon” waren. Dat betekent dat ze aangenaam waren voor de zintuigen. De tekst in Genesis 6 spreekt niet over het feit dat de dochters der mensen de zonen van Elohim misleiden of verleiden.

En zij namen zich, (uit de dochters der mensen) vrouwen, wie zij maar verkozen!

Als ik dit zo lees, was de situatie dusdanig dat deze “zonen van Elohim” zich behoorlijk uitleefden. Tenzij iemand dit op een andere manier kan lezen en interpreteren? Als dit zo was, dan was het een en al hoererij en het botvieren van allerlei wellustig gedrag. Wij moeten daar niet te makkelijk over denken. Deze vermenging had namelijk gigantische gevolgen voor wat er verder op aarde gebeurde, zoals we dadelijk zullen zien. En dat niet alleen voor de vloed, maar ook na de vloed.

Maar waren de dochters der mensen in die tijd dan zo onverschillig dat ze alles maar toelieten van die zonen van Elohim? Of konden de dochters wellicht geen weerstand bieden aan deze “zonen van Elohim”? Bijvoorbeeld omdat zij over hemelse krachten beschikten, die de dochters der mensen niet konden weerstaan en vaardigheden bezaten waar ze nieuwsgierig en geïnteresseerd in waren? Kennelijk beschikten ze over bepaalde eigenschappen, die indruk maakte op de dochters der mensen.

Denk aan de indruk die een engel maakt als hij verschijnt aan mensen, zoals Daniël in 10:9. Denk aan de vrouw van Manoach, de vader van Simson, Richteren 13:6. De verschijning van een engel is voor haar zeer machtig en krachtig en boezemt haar vrees en ontzag in. Denk ook aan Zacharia, de vader van Johannes de Doper, die in verwarring is en verbijsterd en door schrik bevangen, als de engel Gabriël hem verschijnt als hij dienst doet in de tempel op het wekenfeest. Maar deze drie voorbeelden gaan over engelen die wel door Yahuah gezonden waren.

Misschien waren de zonen van Elohim grote gespierde mannen, een soort reuzen? De tekst verderop geeft aanleiding om dit te veronderstellen. Waarom worden de nakomelingen van die “zonen van Elohim” en de dochters der mensen in vers 4, mannen van naam genoemd, geweldigen uit de voortijd? Als Yahuah iets laat beschrijven dient dat niet als bladvulling, maar heeft het altijd een betekenis. Het woord “geweldigen” is het Hebreeuwse woord “gibbor”. Datzelfde wordt later gezegd van Nimrod. Let ook op wat hier staat: mannen van naam.

Als wij lezen wat er staat in Genesis 6:1-2, dan is deze vermenging tussen de zonen van Elohim en de dochters der mensen op aarde begonnen toen er dochters geboren werden op aarde …. Wij moeten niet vergeten dat wij nergens lezen dat Yahuah aan de engelen opdracht heeft gegeven om vruchtbaar te zijn en talrijk te worden. Dat zou betekenen dat, vanaf dat er dochters geboren werden bij Adam en Eva, de zonen van Elohim actief zijn geworden. Dat betekent dat dit gedurende de twee hierboven besproken geslachtslijnen moet hebben plaatsgevonden: de geslachtslijn via Kaïn en de geslachtslijn via Seth. Dat verklaart veel. In 1656 na de schepping van Adam kwam de vloed over de aarde. Wij weten dat Seth geboren werd toen Adam 130 jaar oud was. Daarvoor waren Abel en Kaïn er al. Dat betekent dat er gedurende zeer veel jaren tijd geweest is voor de zonen van Elohim om zich te vermengen met de dochters der mensen. Die verzen 1 en 2 in Genesis 6 zijn kennelijk de oorzaak van wat er verder in Genesis 6 vermeld wordt over de bijzonder slechte toestand op aarde.

Het boek Henoch maakt deel uit van de canon van de Ethiopische Bijbel. In de canon van onze Bijbel staan wel 250 vermeldingen, die ook voorkomen in het boek Henoch. Dat geeft te denken. Wat staat er dan in dat boek Henoch, dat een verklaring kan geven over wat er op aarde gebeurde en hoe de zonen van Elohim daar in deelnemen?

Henoch 6:6: “En het waren er allen tezamen een tweehonderd die in de dagen van Jered neerdaalden op de top van de berg Hermon.” Jered werd 460 jaar na Adam geboren en de vloed was in 1656. M.a.w. ongeveer 1100 jaar lang heeft dit plaatsgevonden.

Henoch 6:1-3: “En het gebeurde dat toen de mensenkinderen talrijk geworden waren, dat er aan hen in die dagen mooie en bevallige dochters geboren werden. En de engelen, de kinderen van de hemel, zagen hen, verlangden naar hen, en zeiden tegen elkaar: 'Kom, laat ons vrouwen kiezen vanuit de mensenkinderen en nageslacht bij hen verwekken”

Henoch 7:1-3: “En alle anderen met hen namen zichzelf vrouwen, en ieder koos er een voor zich, en zij begonnen in hen te gaan en zich met hen te verontreinigen, en zij leerden hen tovenarij en banspreuken, en het insnijden van wortels, en maakten hen vertrouwd met kruiden. En zij werden zwanger, en zij baarden grote reuzen.”

Eén van die kinderen van de hemel wordt genoemd Azazel.

Henoch 8:1-2: “En Azazel leerde de mensen zwaarden te maken, en messen, en schilden, en borstplaten, en deed hen de metalen van de aarde kennen en de kunst om hen te bewerken, en armbanden en ornamenten, en het gebruik van antimoon, en het verfraaien van de oogleden, en allerlei soorten kostbare gesteenten, en elke kleurvloeistof. En er kwam veel goddeloosheid op, en zij gaven zich over aan verkrachtingen, en zij werden tot dwaling geleid, en werden verdorven in al hun wegen.”

Henoch 9:6: “U ziet wat Azazel gedaan heeft, die elke onrechtvaardigheid op aarde onderwezen heeft, en de eeuwige geheimen die (bewaard) werden in de hemel, die mensen nastreefden om te leren.”

Henoch 10:8-9: “En de gehele aarde is verdorven geworden door de werken die Azazel heeft onderwezen; schrijf hem alle zonde toe.”

Wordt daarom misschien de bok die de woestijn in gestuurd wordt op de Grote Verzoendag ook Azazel genoemd, Leviticus 16:8? Dat is de bok op wiens kop alle zonden van het volk gelegd wordt.

Tot zover het boek Henoch.

Nu wij nog een andere bron bekeken hebben, gaan wij terug naar Genesis 6.

Genesis 6:3 “En Yahuah zegt: Mijn Geest zal niet voor eeuwig met de mens strijden, want hij is vlees, zijn dagen zullen 120 jaar zijn.”

De mens had Yahuah Zijn Geest gedurende een zeer lange tijd bedroefd. De kroon op Yahuah Zijn schepping, de mens, had zijn Schepper zwaar teleurgesteld. Yahuah had een moment bepaald dat het genoeg was met dit zondig gedrag en geeft de mens nog 120 jaar om tot inkeer te komen. Alles wat dus in vers 1 en 2 staat, moet de oorzaak geweest zijn van Yahuah Zijn waarschuwing en Yahuah Zijn oordeel.

Het bedroeven van Yahuah Zijn Geest is een terugkerende zwakte in het leven van de mens. Over de dagen van Mozes lezen we in Jesaja 63:10: “Maar zij waren weerspannig en bedroefden zijn heilige Geest, daarom veranderde Hij voor hen in een vijand!” Yahuah Zijn Geest bedroeven schijnt grote gevolgen te hebben.

En ook wij worden gewaarschuwd om Yahuah Zijn Geest niet te bedroeven, Efeze. 4:30: “En bedroeft de heilige Geest niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing.” Ik denk dat we over zo'n waarschuwing niet te makkelijk moeten denken. Want het heeft voor ons te maken met “de dag der verlossing”.

Nu komen wij weer bij een moeilijk te duiden woord in de tekst.

Genesis 6:4 “In die dagen waren de reuzen op aarde, en ook daarna, als Yahuah Zijn zonen tot de dochters der mensen waren ingegaan, en zich kinderen gewonnen hadden.” Reuzen komt van het woord Nefilim. In het Engels heten zij giganten. De vraag is: Hoe lees je dit vers? Waren die Nefilim al op aarde? Of zijn de Nefilim het resultaat van de vermenging tussen de zonen van Elohim en de dochters der mensen? De Schrift is daar niet duidelijk over. Wat wij wel weten, is dat de Nefilim toen op aarde waren, want dat zegt het vers.

Dit woord ‘Nefilim’ komt maar drie keer voor in heel de Schrift. De eerste keer dus in Genesis 6:4 en de andere twee keer in Numeri 13:33: “Wij hebben ook daar reuzen (nefilim) gezien, en de kinderen van Enak, van de reuzen (nefilim); en wij waren als sprinkhanen in onze ogen, en alzo waren wij ook in hun ogen.” Hier gaat het over de inwoners van het beloofde land, toen de 12 Israëlische verspieders het land Kanaän verkend hadden. Kinderen van Enak waren dus reuzen. Waar kwamen die vandaan? In één van de volgende studies gaan wij hier dieper op in, want deze groep, de reuzen, is cruciaal bij de verovering van het beloofde land.

We moeten niet vergeten dat wij nergens lezen dat Yahuah aan de engelen opdracht heeft gegeven om vruchtbaar te zijn en talrijk te worden. Sommige uitleggers van deze verzen zeggen dat engelen noch mannelijk, noch vrouwelijk zijn, maar onzijdig en dus kunnen zij zich niet voortplanten. Dat concluderen zij uit Mattheüs 22:23-30: “Gij dwaalt, want gij kent de Schriften niet noch de kracht van Yahuah. Immers in de opstanding huwen zij (de mensen uit de opstanding) niet en worden zij niet ten huwelijk genomen, maar zij zijn als de engelen in de hemel.” Er staat niet dat engelen onzijdig zijn, maar dat mensen met een opstandingslichaam niet meer huwen in de hemel, net als de engelen. Zie ook Markus 12:18-27.

In Lukas 20:27-36 wordt dit nader toegelicht: “De kinderen van deze eeuw huwen en worden ten huwelijk genomen, maar die waardig gekeurd zijn deel te verkrijgen aan die eeuw en aan de opstanding uit de doden, huwen niet en worden niet ten huwelijk genomen. Want zij(de mensen uit de opstanding) kunnen niet meer sterven; immers, zij zijn aan de engelen gelijk en zij zijn zonen van Elohim, omdat zij kinderen der opstanding zijn.” Het gaat hier over mensen die een opstanding uit de doden krijgen. Het gaat niet over engelen. Mensen die een opstanding krijgen, hebben een geestelijk lichaam en kunnen niet meer sterven en worden daarom zonen van Elohim genoemd, net als engelen! Denk ook aan Romeinen 8:19. Waartoe engelen wel of niet in staat zijn op seksueel gebied, wordt nergens vermeld. Er staat alleen dat mensen na hun opstanding niet meer huwen en niet meer sterven. We moeten lezen wat er staat en niet wat wij, door interpretatie, denken dat er staat.

Het woord “zoon” in vers 36 komt van het Griekse woord “hui’os.” (Strong 5207) Bijna overal van de 348 keer dat “hui’os” voorkomt, wordt het vertaald met zoon of zonen. Terwijl het Griekse woord “pais” (Strong 3816) betekent: een kind, jongen of meisje, maar ook knecht.

Voor diegenen die nog steeds denken dat “zonen van Elohim” geen engelen kunnen zijn, nog wat meer informatie. Andere verzen in de Schrift ondersteunen de veronderstelling dat de zonen van Elohim wel geestelijke wezens (engelen) zijn. Want waar zouden de volgende verzen anders naar moeten verwijzen?

De door Yahuah geschapen mens wordt geconfronteerd met de zondvloed, als een straf voor zijn verdorven levenswijze. Dat lezen we verderop in Genesis 6. Maar worden deze gevallen engelen, deze zonen van Elohim, ook gestraft?

In 2 Petrus 2:1-10 gaat het over valse leraren, die er alles aan doen om de mensen tot dwaling te brengen. Vervolgens worden er een aantal voorbeelden aangehaald van gebeurtenissen waarbij mensen bewust niet geluisterd hebben en hoe Yahuah dat bestraft heeft.

2 Petrus 2:4,5 “Want indien Yahuah engelen, die gezondigd hadden, niet gespaard heeft, maar hen, door hen in de afgrond (tartaros) te werpen, aan krachten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel te bewaren. En de wereld der voortijd niet gespaard heeft, maar Noach, de prediker der gerechtigheid, met zeven anderen bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld bracht.”

Er wordt in hetzelfde vers gesproken over: 1. engelen die niet gespaard werden en 2. de wereld die niet gespaard werd. We zien hier de relatie tussen de engelen en de tijd van Noach. Voor de zekerheid heeft de schrijver melding gemaakt van Noach om nog meer het verband aan te geven waar het naar verwijst. Het gaat om engelen die gezondigd hadden in die periode.

Er worden nog wat details extra gegeven. Er is hier nadrukkelijk sprake van “zondigen”. De engelen hadden geen opdracht om zich met de dochters der mensen te vermengen. Zij, die engelen, worden als straf met kettingen, met banden, verbonden aan de duisternis, de diepste duisternis. Daar moeten ze blijven tot het oordeel plaatsvindt.

Petrus sluit af met vers 9-10 waar opnieuw sprake is van hen die wel en niet luisteren naar Yahuah. Waarbij vooral verwezen wordt naar die, naar het vlees, in onreine begeerlijkheden wandelen.

Wat leert het boek Henoch hierover?

Henoch 6:3b-4 “En Semjeza, die hun leider was, zei tegen hen: 'Ik ben bang dat gij niet werkelijk met deze daad zult instemmen, en ik alleen de straf voor een grote zonde zal moeten dragen.”

Als er meerdere Schriftplaatsen in de Schrift zijn over hetzelfde onderwerp, dan bevestigt dat elkaar.

In de brief aan Judas wordt in de verzen 3-8 onze attentie gevraagd om toch vooral trouw te blijven aan datgene wat ons overgeleverd is. Ondanks dat er personen zijn binnengeslopen (valse leraren) in de gemeente, die ons anders willen doen geloven. Daarbij worden enkele voorbeelden genoemd van wat er gebeurde met degenen die in het verleden ontrouw geweest zijn.

Judas 6,7 “Yahuah heeft engelen, die (1) hun oorsprong niet bewaard hebben en (2) hun eigen woning verlieten, voor het oordeel van de grote dag (3) met eeuwige banden onder donkerheid bewaard gehouden. Zoals Sodom en Gomorra en de steden in hun nabijheid, die op gelijke wijze “als genen haar hoererij hebben botgevierd en ander vlees achternagelopen zijn, daar liggen onder een straf van eeuwig vuur.”

Hier staan een aantal interessante gegevens in.

De tekst zegt als eerste: “Deze engelen zijn hun “oorsprong” niet trouw gebleven”. Wat is hun oorsprong? Zij waren als engelen, als geestelijke wezens geschapen. Die geestelijke toestand hebben zij willen en wetens niet bewaard. Het woord “bewaren” komt van het Griekse woord “tereo” met de betekenis: zorgvuldig letten op, zorg dragen voor, bewaken. Metaforisch: bewaren van een toestand waarin iemand is. Die oorspronkelijke geestelijke toestand hebben zij niet bewaard.

Henoch 12:4b “Henoch, gij schriftsteller van rechtvaardigheid, ga, verklaar aan de Wachters der hemel die de hoge hemel, de heilige eeuwige plaats, verlaten hebben en zich met vrouwen verontreinigd hebben, en de dingen naar de wijze van de aardse kinderen gedaan hebben, en vrouwen in bezit hebben genomen.”

Vervolgens lezen wij, dat ze hun eigen, persoonlijke woning, hun behuizing verlieten, in de steek laten, achter laten. Dat woord “woning” komt van het Griekse “oiketerion”, met de betekenis: woonplaats, woning, van het lichaam als woonplaats van de geest.

Ditzelfde woord komt nog maar één keer voor en wel in 2 Korinthe 5:2: “Want hierom zuchten wij; wij haken er naar om met onze woonstede uit de hemel overkleden te worden.” Het mag toch duidelijk zijn dat het hier gaat over het geestelijk lichaam, dat wij gaan ontvangen bij de opstanding. Dat blijkt uit de context als je vers 3-10 erbij leest. De engelen hebben niet alleen dat lichaam verlaten, maar ook de plaats waar dat lichaam thuishoort, de hemel.

Wat het gevolg daarvan was, lezen wij niet. Konden zij niet terugkeren in hun geestelijke woning? Zijn het dan nog wel engelen? Zo ja, dan kunnen ze niet sterven, alleen gebonden met kettingen bewaard worden tot het oordeel! Allemaal vragen waar wij(ik) nog geen volledig antwoord op hebben. Maar het zegt wel iets over de toestand op aarde in de tijd voor Noach.

Terug naar Judas 7. Er staat duidelijk dat Yahuah de engelen straft door hen “met eeuwige banden in donkerheid te bewaren in de afgrond tot het oordeel.” Yahuah is er dus nog niet klaar mee. Er wacht nog een oordeel over deze engelen. Wat zegt het boek Henoch hierover?

Henoch 10:4b “Bind Azazel bij handen en voeten, en werp hem in de duisternis.”

Henoch 10:11-12a “Ga, bind Semjeza en zijn metgezellen, die zich met vrouwen hebben verenigd, zodat zij zich met hen hebben bevlekt in al hun onreinheid.”

In vers 14 is sprake van een gevangenis waar zij zitten opgesloten, die 200 godenzonen die zondigden.

Henoch 14:5-6a “En van nu af aan zult gij niet meer in de hemel opstijgen tot in alle eeuwigheid, en in de kluisters der aarde zo luidt de verordening 6 zult gij voor alle dagen der wereld gebonden worden.”

Maar dan volgt nog een verklarende zin in de brief van Judas. Er wordt naar weer een ander oordeel verwezen, namelijk dat van Sodom en Gomorra, waar kennelijk iets soortgelijks heeft plaatsgevonden? Wat is daar gebeurd? Daar hebben mensen hun hoererij botgevierd. De mannen hebben zich vergooid, losbandig geleefd, door ander vlees achterna te lopen. Hoe zit dat?

Het was in Sodom en Gomorra een broeinest van homofilie. De mannen in Sodom en Gomorra trachten zelfs met geweld gemeenschap te krijgen met de twee mannen (engelen) die bij Lot in huis kwamen, Genesis 19:6. Yahuah Zijn Woord zegt dat het hier over twee engelen gaat, die naar Lot gestuurd waren, Genesis 19:1. Hier wordt gewezen op het pogen om gemeenschap tot stand te brengen tussen aardse mannen en hemelse wezens. Alleen nu gaat het initiatief uit van de mens.

Er is in Judas 7 sprake van “op gelijke wijze als genen gehoereerd hebben”. Er moeten dus overeenkomsten zijn tussen de tijd van Noach en de tijd van Lot. Anders is deze vermelding totaal overbodig en zinloos. “Genen” slaat m.i. op de voornoemde engelen die gezondigd hadden. Dat betekent dat die engelen ook gehoereerd hebben. Er staat “op gelijke wijze”!

Wat betekenen de woorden “ander vlees”. Het woordje “ander” komt van “heteros”. Dat betekent: in aantal tegengesteld aan een ander persoon en dat het niet van dezelfde aard, dezelfde vorm en dezelfde soort is. Het is verschillend van het vlees dat ze achterna liepen. 1 Korinthe 15:39-40: “Alle vlees is niet hetzelfde, maar dat van mensen is anders dan dat van beesten en het vlees van vogels weer anders dan dat van vissen. Er zijn hemelse en aardse lichamen, maar de glans der hemelse is anders dan die der aardse.” Mogelijk een onweerstaanbare aantrekkingskracht van die zonen van Elohim, engelen, op zowel aardse mannen als vrouwen. Denk aan Genesis 6:1-4!

Judas sluit dit gedeelte af met eenzelfde vers als in 2 Petrus 2. Judas: “Desgelijks evenwel ook dezen, in slaap gebracht zijnde verontreinigen het vlees en verwerpen de heerschappij en lasteren de heerlijkheden.” De overtredingen die te maken hebben met verontreiniging van het vlees waren er vroeger en zullen er altijd zijn.

De tekst uit 2 Petrus 2:4-5 en Judas 6-7 moet toch ergens op slaan wat in de Schrift terug te vinden is, anders is dit zomaar een loze vermelding, waar wij niets mee zouden kunnen doen of iets van leren. Er blijft toch maar één plaats over waar dit op van toepassing is. Waar anders dan in Genesis 6 kunnen wij deze verzen mee in verband brengen?

Een laatste aanwijzing zou nog kunnen staan in 1 Petrus 3:19-20: “In dewelken Hij (Yahusha) ook heengegaan is en gepredikt heeft aan de geesten in de gevangenis. Die eertijds ongehoorzaam geweest waren, toen de lankmoedigheid van Yahuah bleef afwachten, in de dagen van Noach, terwijl de ark in gereedheid werd gebracht ….” Over wie gaat dit? Wie zijn die geesten die ongehoorzaam waren? Zijn dat de zonen van Elohim, de engelen, die met eeuwige banden in donkerheid bewaard worden tot het oordeel?

Wij zijn gebleven bij het uitvoerig onderzoek naar de zonen van Elohim uit Genesis 6:1-2. Wij hebben ons daar een mening over gevormd en nu gaan wij kijken naar nog wat meer informatie m.b.t. de vloed.

Methusalach was een zoon van Henoch en de opa van Noach. Wanneer wij de Schriftuurlijke jaartelling hanteren en het jaartal van de vloed berekenen, komen wij uit in het jaar 1656 na de schepping van Adam. Dat is tevens het jaar dat de opa van Noach, Metusalach stierf. Metusalach is de langst levende mens uit de Bijbel, hij werd 969 jaar oud!! Waarom is Metusalach interessant om te vermelden?

Over de betekenis van de naam Methusalach is weer verschil van mening. Een betekenis is: ‘wanneer hij sterft, zal het komen’ of ‘wanneer hij sterft zal het gezonden worden’. Is dat toeval? Wat kwam er of wat werd er gezonden toen Metusalach stierf? De vloed! Yahuah heeft dus gedurende een zeer lange periode, d.m.v. de naam van Metusalach gewaarschuwd dat er iets zou komen of gezonden worden als Metusalach zou sterven. Dus zo lang Metasalach in leven was, werd er niets gezonden en gebeurde er niets! Zou Noach zich dat gerealiseerd hebben? Hij wandelde immers met Yahuah. Yahuah gaf toen voldoende tijd om tot inzicht en bekering te komen, net als nu.

Wat waren toen de gevolgen op aarde van de ontstane situatie? Genesis 6:5: “Toen Yahuah zag, dat de boosheid van de mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was…”

De vermenging van de zonen van Elohim met de dochters der mensen had er voor gezorgd, dat de gedachten en de handelingen en de daden van de mensen slecht, verkeerd, boosaardig, kwaadwillend waren. Dit is vaak het geval, maar in die tijd was het heel erg. De boosheid van de mensen was “groot” staat er. Dat betekent dat het kwaad zeer talrijk en overvloedig en in sterke mate aanwezig was. Dat is niet zo vreemd, omdat de zonen van Elohim Zijn wetten aan alle kanten overtraden. En dat werd doorgegeven aan de kinderen.

Al wat de mens bedacht, zijn bedoelingen, en al wat in hem opkwam en dat hij ten uitvoer bracht was niet soms of af en toe verkeerd, nee, het was te allen tijde verkeerd, zegt het vers. Het ging allemaal volledig in tegen Yahuah Zijn waarden en normen en richtlijnen. Beseffen wij wel echt hoe verdorven het was in de dagen van Noach, maar specifiek op seksueel gebied? Denk aan de woorden van Yahusha: Het zal zijn als in de dagen van Noach …

Genesis 6:7 “En Yahuah zei: Ik zal de mensen, die Ik geschapen heb, van de aardbodem uitroeien, de mensen zowel als de dieren en het kruipend gedierte en de vogels des hemels, want het berouwde Mij, dat Ik hen gemaakt heb.”

7 Paar van de reine dieren en 7 paar van de reine vogels werden in de ark meegenomen. Van de rest van de dieren alles één paar. Noach wist dus het verschil tussen reine dieren en onreine dieren. Iets om over na te denken! Want als hij dit wist, moet hij ook alle andere gestelde regels van Yahuah kennen, anders kun je niet wandelen met Yahuah.

Genesis 6:11-12 “De aarde nu was verdorven voor Yahuah Zijn aangezicht, en de aarde was vol geweldenarij. En Elohim zag de aarde aan, en zie, zij was verdorven, want al wat leeft had zijn weg op de aarde verdorven.”

Genesis 6:11 en 12 geven 3 keer aan dat de aarde verdorven was, dat is verrot, vernield, verwoest. Als dat 3 keer vermeld wordt, dan hoeven wij niet te twijfelen aan de waarheid van dit bericht. Het is een geestelijke verdorvenheid. Want de fysieke verdorvenheid wordt apart vermeld.

“Verdorven” komt van het Hebreeuwse woord “shachath”, (Strong 07843). Datzelfde woord wordt ook gebruikt in Genesis 19 bij de vernietiging van Sodom en Gommora. En in Exodus 32:7 en Deuteronomium 9:12: “Yahuah sprak tot Mozes: Ga, daal af, want uw volk, dat gij uit het land Egypte hebt gevoerd, heeft het verdorven.” Wij weten toch wat Mozes aantrof toen hij van de berg afdaalde?

De aarde was niet alleen seksueel verdorven, maar ook bedorven doordat ze “vol geweldenarij” was, (Strong 02555) “chamac”. Dat is: onrecht, wreedheid, geweldpleging, misdaad, onrechtvaardigheid, dat is de betekenis van dit woord, geweldenarij. Dat is zowel fysiek als mentaal. En het was niet in geringe mate aanwezig, nee de aarde was “vol” geweldenarij. Er was een overvloed aan deze praktijken.

Genesis 6:13 “Toen zeide Elohim tot Noach; Het einde van al wat leeft is door Mij besloten, want door hun schuld is de aarde vol geweldenarij, en zie, ik ga hen met de aarde verderven.”

Maar Yahuah Zijn plan van herstel moet doorgang vinden en dus begint Yahuah opnieuw met Noach en zijn gezin. Wij lezen nergens bij de geschiedenis van Noach, dat Elohim verscheen aan Noach. Wel dat Elohim sprak tot Noach en zijn zonen. Er wordt hier verder geen melding over gedaan. Maar in het NT wel. Zo meer daarover.

Genesis 6:8-9 “Noach vond genade in de ogen van Yahuah. Noach was onder zijn tijdgenoten een rechtvaardig en onberispelijk man. Noach wandelde met Yahuah.”

Noach was dus een eerlijk mens, zuiver van geweten, er was geen aanleiding om hem te berispen.

In Genesis 6:14-17(lezen) krijgt Noach opdracht een ark te bouwen. Hij krijgt er de maten bij en de bouwtekening. Heeft u wel eens een voorstelling gemaakt van wat dat voor Noach betekende? Zijn hele leven werd in zekere zin volledig op zijn kop gezet. Ik denk dat Noach niet naar de Gamma kon om allerlei elektrisch gereedschap te kopen. Wist Noach wat een watervloed was? Had het ooit al eens geregend op aarde? Omdat Noach wandelde met Elohim, geloofde hij in en vertrouwde hij op Yahuah Zijnwoord.

Genesis 6:22 “En Noach deed het, geheel zoals Elohim het hem geboden had, deed hij.”

Prachtig! Wat een voorbeeld voor ons. Het staat er zo eenvoudig: “hij deed het”.

Hebreeën 11:7 “Door het geloof heeft Noach, nadat hij een godsspraak ontvangen had over iets, dat nog niet gezien werd, eerbiedig de ark toebereid tot redding van zijn huisgezin; en door dat geloof heeft hij de wereld veroordeeld en is hij een erfgenaam geworden der gerechtigheid die aan het geloof beantwoordt.”

Het woord godsspraak komt van het Griekse woord “chrermatizo” met een ruime hoeveelheid betekenissen: zaken hebben, adviseren, raadplegen, antwoord geven aan hen die een orakel raadplegen, een goddelijk bevel of vermaning geven, de woordvoerder van goddelijke openbaring zijn. Dit woord komt 9 keer voor in het NT en wordt vaak vergezeld van aanwijzingen hoe die godsspraak gegeven wordt. Dat kan zijn in een droom, door de Heilige Geest, door een engel of door Elohim zelf. Bij Noach lezen wij alleen dat Elohim sprak tot Noach.

En Elohim bracht de vloed over de aarde! Genesis 7:5-6: “En Noach deed naar alles wat Yahuah hem geboden had. Noach nu was 600 jaar oud, toe de vloed der wateren op de aarde was.”

De gebeurtenissen in Genesis 3 en Genesis 6 zijn cruciale periodes in de geschiedenis van de mensheid op aarde. Yahuah Zijn plan om alles te herstellen, zowel in de hemel als op aarde, zou een enorme strijd veroorzaken. Een strijd die zich voor een groot deel ook afspeelt buiten ons gezichtsveld, maar waar wij wel deel van uitmaken. De tweede confrontatie tussen de mens en de geestelijke wezens heeft plaatsgevonden. Yahuah begint opnieuw om zijn plan, de aarde als de hof te maken, uit te voeren. Yahuah begon na Adam, nu met Noach en zijn 3 zonen en hun vrouwen opnieuw. Op weg naar de derde confrontatie!

Einde van de vloed, voor vervolg: Deel 4: De onzichtbare realiteit - De zonen van Elohim