Deel 2 - De echte geschiedenis van de kerk

Publicatie: februari 2021

De invloed van mythologisch denken het christendom

Samengevat zagen we in deel 1 de corruptie van het Hebreeuwse geloof veroorzaakt door de bisschoppen van de Rooms Katholieke kerk. Ze bedierven het met hun heidense invloeden, afgoderij en het mengen van vele absurde doctrines. Door alle discussie werd de kerk opgedeeld in vele ontelbare denominaties. Dit opdelen is doorgegaan tot op de dag van vandaag. Een belangrijke afscheiding van de Rooms-Katholieke Kerk werd veroorzaakt door Maarten Luther. Dit nadat hij bewust was geworden van het bedrog van de Rooms-Katholieke Kerk en zich er tegen verzette. Hij verwierp verschillende leringen en praktijken van de rooms-katholieke kerk, omdat hij in het bijzonder de mening over de verkoop van aflaten en verschillende andere doctrines betwistte.

Op 31 oktober 1517 schreef Luther twee brieven, met op dat moment nog 93 stellingen, aan aartsbisschop Albrecht van Brandenburg van Maagdenburg en Mainz, en aan Hieronymus Schulz, bisschop van Brandenburg. Daarin stelde hij de aflaatverkoop van Johann Tetzel, een dominicaanse priester, aan de kaak. Luther was namelijk geconfronteerd geweest met mensen die hun zonden kwamen biechten en daarna hun aflaten lieten zien, zodat hij ze als biechtvader geen boetedoening kon opleggen en slechts de vrijspraak (absolutie) kon geven. Het was een kwijtschelden van straf voor zonden door de paus, door te putten uit de verdienste van de goede werken van Christus en alle gelovigen. Hiervoor was weliswaar biecht, berouw en vergiffenis nodig, maar het aankopen van de aflaat was voldoende om de zondestraffen kwijtgescholden te krijgen zonder grote persoonlijke inzet. Luther wilde deze misstanden aanklagen en rechtzetten en ging ervan uit dat de paus de misbruiken van de aflaatverkoop ook zou veroordelen. De aflaat waartegen Luther in het bijzonder protesteerde was de Jubileumaflaat voor de nieuwbouw van de Sint-Pieterskerk, die ook verkocht werd aan de nabestaanden van mensen die inmiddels waren overleden, en waarmee ze hun dode geliefden een paar jaar vagevuur konden besparen. De brief aan Albrecht kwam op 17 november in Calbe, de tweede zetel van het bisdom, aan. Albrecht, die op dat moment in Aschaffenburg was, zag de brief voor het eerst op 13 december. Intussen wachtte Luther op antwoord. Dat kreeg hij niet. Ook niet van zijn onmiddellijke leidinggevende Hieronymus Schulz. In december 1517 werd het Tetzel die als eerste, in het openbaar, gereageerd, in de vorm van eigen stellingen, die in drukvorm verschenen. Daarop voegde Luther nog twee stellingen aan de zijne toe, zodat het totaal van 95 stellingen werd bereikt, en stuurde ze, opnieuw handgeschreven, naar een reeks van zijn vrienden. Op hun initiatief verschenen ze daarop in januari 1518 in drukvorm. De legende van de aanslag van de stellingen aan de kerkdeur van Wittenberg ontstond pas na Luthers dood. Philipp Melanchthon schreef het verhaal op in het voorwoord van het tweede deel van Luthers verzamelde werk, dat door hem werd uitgegeven.

Van 1517 tot 1518 gaf Luther colleges over de brief aan de Hebreeën en nogmaals over de Psalmen. Op 23 augustus 1518 vaardigde paus Leo X een breve uit, gericht aan kardinaal Thomas Cajetanus, om Luther als notoire ketter te dagvaarden. Samengevat was de 95 stellingen een document waarmee Maarten Luther de wantoestanden in de Rooms-Katholieke aanklaagde (31 oktober 1517). Het leidde tot de Reformatie en wordt daarom gezien als de oorsprong van het protestantisme. Deze opstand van Maarten Luther veranderde leidde niet alleen de reformatie in, hij veranderde voorgoed een groot deel van de westerse beschaving.

Met de 95 stellingen stelde Maarten Luther Veel van de onbijbelse leringen en praktijken van het rooms-katholicisme aan de kaak. Helaas kon Luther niet loskomen van de meeste andere grote rooms-katholieke leugens zoals de incarnatie,, drie-eenheid, Pasen, de leer van de hel, opname van de gemeente voor de verdrukking, Kerstmis en vele anderen. Waarbij hij vergat dat de ene waarheid tot de andere leidt. En dit is zelfs vandaag de dag de norm geworden onder degenen die uit verschillende christelijke misleidingen komen. Sommigen breken met één bedrieglijke leerstelling, maar onderzoeken vele andere leugens niet.

De Grieks en Romeinse maatschappij waren voor het grootste deel zeer filosofisch en metafysisch georiënteerd. Deze vele mythologische overtuigingen in het Romeinse rijk inspireerde gedachtengoed van hun burgers met denkwijzes zoals incarnatie, gnosticisme, drie-eenheid, modalisme enzovoort.

We kunnen in Handelingen zelfs zelfs een voorbeeld vinden van het incarnatie-geloof van de heidenen in het Romeinse rijk tijdens de tijd van de apostel Paulus. Dit bevestigt waarom het geloof in een God die zichzelf in het vlees manifesteert (ofwel een God die als mens naar de aarde is gekomen) werd beïnvloed heidenen tradities en mythologische overtuigingen. Het had in elk geval niets te maken met het Hebreeuwse geloof aangaande hun Messias.

Handelingen 14:8 -11 "En er zat in Lystre een man die geen macht had over zijn voeten: hij was kreupel van de moederschoot af en had nooit kunnen lopen. Deze hoorde Paulus spreken. Die keek hem doordringend aan en toen hij zag dat hij geloof had om gezond te worden, zei hij met luide stem: Sta recht op uw voeten! En hij sprong op en liep rond. En de menigten, die zagen wat Paulus gedaan had, verhieven hun stem en zeiden in het Lycaonisch: De goden zijn aan mensen gelijk geworden en naar ons afgedaald."

LEES DIT TWEE KEER EN KOM TOT HET BESEF DAT DE DE VLEESWORDING VAN GOD EEN MYTHOLOGISCHE GEDACHTEGOED BETREFT!!

Handelingen 14:12-15 "En zij noemden Barnabas Zeus en Paulus Hermes, omdat hij het woord voerde. En de priester van Zeus, wiens tempel vóór hun stad lag, bracht ossen en kransen bij de poorten en wilde samen met de menigten offeren. Maar toen de apostelen Barnabas en Paulus dat hoorden, scheurden zij hun kleren, stortten zich in de menigte en riepen: Mannen, waarom doet u dit? Ook wij zijn mensen net zoals u, en wij verkondigen u juist dat u zich van deze zinloze dingen moet bekeren tot de levende God, Die de hemel, de aarde, de zee en alles wat erin is, gemaakt heeft.

Nogmaals, in deel één vroegen wij ons af: wat had de Romeinse keizer Constantijn ertoe kunnen bewegen betrokken te raken bij deze religieuze chaos of meningsverschillen tussen de Roomse bisschoppen? Wat heeft hem ertoe gebracht de Concilie in Nicea bijeen te roepen om consensus te bereiken over de meningsverschillen? Laten we het nu uitzoeken.


Constantijn de Grote en zijn heidense invloed op het Christendom

Laten we nog eens wat dieper duidelijk in de geschiedenis van het Romeinse rijk en beter kijken naar Constantijn de Grote. Dit omdat zijn invloed op het huidige christendom enorm is geweest. We gaan naar het jaar 180 na Christus waarin Keizer Marcus Aurelius overleed. Anders dan zijn voorgangers had hij geen zoon geadopteerd. In plaats daarvan volgde zijn eigen zoon Commodus hem op. Met Commodus kwam er een eind aan een periode van goed en stabiel bestuur. De nieuwe keizer ging zich te buiten aan gladiatorengevechten en waande zichzelf een nieuwe Hercules. Hij sloot vrede met de halfverslagen Germanen. Elke vorm van tegenstand werd de kop ingedrukt. Commodus was zelfs zo arrogant dat hij Rome naar zichzelf vernoemde, Colonia Commodiana. Na de moord op Commodus in 192 en een opvolgingscrisis herstelde het rijk zich nog even onder Septimius Severus, die nog één laatste keer expandeerde en het rijk op zijn grootst bracht. Maar het verval was duidelijk: de financiële problemen waren groot en al onder Aurelius was de druk op de grenzen ernstig toegenomen.Vanaf dit moment zou het romeinse rijk langzaam verzwakken. Bovendien was het Romeinse rijk aanzienlijk gemilitariseerd. Dit vergrootte het aantal pretendenten, naar voren geschoven door hun soldaten. De meer toegenomen militaire rol van de keizer maakte hem ook kwetsbaarder: er was een groter risico dat de keizer sneuvelde of ten prooi viel aan muiters. Dat was na de dood van Commodus al merkbaar, maar na de dood van Alexander Severus liep het werkelijk uit de hand. Van 235 tot 285 verkeerde het Romeinse Rijk in chaos. Er waren meer dan 20 keizers in slechts 50 jaar tijd, evenals een enorme hoeveelheid aan medekeizers, tegenkeizers en separatisten. Burgeroorlog en opstand waren aan de orde van de dag en de grensbewaking werd verwaarloosd, zodat deze gebieden open lagen voor invallers zoals de Franken en de Gothen. In 260 raakte het rijk verdeeld toen Postumus Gallië, Brittannië en Hispania afscheidde als het Gallische keizerrijk. Ook dit duurde niet lang. In 274 was het rijk herenigd onder Aurelianus. Het was echter pas tien jaar later dat Diocletianus het rijk echt wist te stabiliseren.

Diocletianus noemde zichzelf dominus et deus, “keizer en god”. Hiermee begon het Dominaat, de late keizertijd, waarin de keizers in oosterse stijl vergoddelijkt waren en het Romeinse rijk drastisch hervormd werd. De Senaat was voortaan niet veel meer dan een soort gemeenteraad van Rome en er kwamen vier nieuwe hoofdsteden: Mediolanum (Milaan), Nicomedia, Augusta Trevorum (Trier) en Sirmium. Diocletianus schiep een systeem dat we Tetrarchie noemen, naar het Griekse tettares, “vier”: het rijk werd in twee helften opgedeeld, elke helft bestuurd door zijn eigen Augustus (keizer) en Caesar (onderkeizer en troonopvolger). De Tetrachie was na Diocletianus’ vrijwillige troonsafstand overigens verre van stabiel omdat menigmaal de medekeizers elkaar wantrouwden en er weer een burgeroorlog uitbrak.

Eén zo’n burgeroorlog werd begin 4e eeuw gewonnen door Constantinus, die de geschiedenis inging als Constantijn de Grote, niet zozeer omdat hij een stabiel alleenheerser was, maar vooral omdat hij een revolutionaire stap nam met de godsdienstvrijheid voor de christenen in 314. We zijn daarmee terug bij Constantijn de Grote (ca. 285-337), welke daarom wordt gezien als de eerste Romeinse christenkeizer.

Wie is deze Constantijn precies en wat is zijn rol binnen het Christendom? Nu de uitkomst zal je doen schrikken! Constantinus (vernederlandst tot Constantijn) werd omstreeks 285 geboren in Naissos, de huidige stad Ni' in Servië. Zijn vader was de zoon van de gouverneur van Dalmatië, Constantius Chlorus, en diens concubine Flavia Julia Helena. Vijf jaar na Constantijns geboorte werd zijn vader door keizer Diocletianus benoemd tot lid van een nieuwe bestuursvorm: de Tetrarchie. Voortaan zouden vier (tetra in het Grieks) keizers regeren over de Romeinse Rijk: een augustus senior, een augustus junior, een caesar senior en een caesar junior. Diocletianus werd augustus senior voor het Oosten met Galerius als caesar junior. Maximianus werd augustus junior voor het Westen met Constantius Chlorus als caesar senior. Diocletianus, als augustus senior het belangrijkste lid van de tetrarchie, zetelde in residentiestad Nicomedia, het huidige Izmit in Turkije. Om zich ervan te verzekeren dat Constantius Chlorus hem trouw bleef, haalde Diocletianus diens zoon Constantijn naar Nicodemia. Later werd Constantijn naar Perzië gestuurd om caesar Galerius te vergezellen op zijn veldtocht. In 305 trad Diocletianus af en benoemde Constantius Chlorus tot de nieuwe augustus senior, maar die overleed een jaar later. Chlorus werd opgevolgd door Galerius. Die benoemde Constantijn tot caesar junior, waardoor hij heerser van Hispania, Gallia, Brittania en Germania werd. Severus, een beschermeling van Galerius, werd de westelijke augustus die zetelde in Milaan. Als caesar boekte Constantijn het ene na het andere militaire succes. Aan de noordgrens van het rijk versloeg hij de Franken, de Goten en de Alemannen. De vestingstad Keulen versterkte hij door het bruggenhoofd Divitia, het huidige Deutz. Ondertussen was er een hoge Romeinse officier op het toneel gekomen die de machtsverhoudingen zo verstoorde dat de leden van de tetrarchie met elkaar in conflict raakten. Deze officier heette Maxentius, de zoon van voormalig augustus Maximianus. Hij riep zichzelf in 306 tot vorst (princeps) van Rome uit. Galerius beschouwde dat als een aanslag op zijn gezag en stuurde caesar Severus op hem af om hem uit te schakelen. Maxentius had de troepen van Severus echter omgekocht en wist hem via een valstrik gevangen te nemen en te laten doden. Severus werd opgevolgd doorLicinius I. In 311 stierf Galerius en kwam er een einde aan de tetrarchie. Constantijn en Licinius vormden één front tegen Maxentius en augustus Maximinus II Daia. Het jaar daarop trok Constantijn Italië binnen om slag te leveren met Maxentius. Volgens een beroemde legende zou Constantinus aan de vooravond van de beslissende slag bij de Milvius-brug over de Tiber een visioen hebben gehad. Constantijn zou een kruis aan de hemel hebben zien staan. Een hemelse stem zou hebben geroepen: 'In dit teken zult hij overwinnen' (εν τουτω νικα: In Hoc Signo Vinces. Als hij het Christusmonogram van de christenen op de schilden van zijn legionairs zou aanbrengen, zou hij de slag winnen. Feit is dat Maxentius op 28 oktober 312 bij de Milvius-brug verslagen werd. Deze overwinning wordt in de kerkgeschiedenis als een keerpunt beschouwd. Na de nederlaag van Maxentius en later ook van Maximinus II Daia waren Constantijn en Licinius de overgebleven heersers van het Romeinse Rijk. In 313 vaardigde Constantijn het Edict van Milaanuit. Daardoor werd het christendom voortaan een toegestane godsdienst (Religio licita). Nadat Maximinus II Daia was verslagen, vaardigde Licinius het edict ook in het Oosten uit.

Volgens Lactantius, een Latijnse historicus van Noord-Afrikaanse afkomst die van de armoede werd gered door keizer Constantijn de Grote (ca. 306-337), had Constantijn ervan gedroomd om een ​​'hemels goddelijk symbool "(Latijn: coeleste signum dei) op ​​de schilden van zijn soldaten te schilderen. De beschrijving van het feitelijke symbool dat de volgende ochtend door keizer Constantijn werd gekozen, zoals gerapporteerd door Lactantius, is niet erg duidelijk: het lijkt sterk op een Tau-Rho of een staurogram of een soortgelijke christen symbool. Toch werd dit teken het officiële symbool van het christendom. Yahusha heeft echter nooit gezegd dat hij een keizer als Constantijn nodig had om de wereld voor hem te veroveren, dus dit visioen van Constantijn kwam niet van de Elohim van Israël.

Het verhaal over het visioen van Constantijn de Grote is een belangrijk moment uit de geschiedenis, omdat de keizer zich hierna bekeerde, de Europese kerstening begon en de fundamenten van een christelijk Europa van de Middeleeuwen gelegd werden. Zoals bekend zou hij zich nog jaren presenteren als vereerder van de zon. Constantijn 'dacht' dat het visioen dat hij had ontvangen van de Hebreeuwse God afkomst was, dit terwijl hij een zon aanbiddende heiden was. Dit was dan ook het moment dat zijn interesse wekte om alle doctrines onder de Roomse bisschoppen te verenigen onder één religie. Ook al was deze gebaseerd op ketterijen en heidense invloeden. Later fuseerde Constantijn in de kerk en de staat als één. Hetgeen heeft geleid tot de grote macht van de rooms-katholieke kerk binnen het Romeinse rijk.

Constantijn was ervan overtuigd dat hij als Pontifex Maximus ook gezag had over de godsdiensten binnen het Rijk. Aangezien hij het christendom had omarmd, sprak het dus voor zich dat hij zich wilde mengen in kerkelijke aangelegenheden. Constantijn beschouwde de nieuwe religie als een belangrijke bindingsfactor voor de politieke eenheid binnen zijn imperium. Interkerkelijke onenigheid moest dan wel de kop in worden gedrukt.

Op 7 maart 321 voerde Constantijn voor zijn hele rijk een nieuwe rustdag in. De 7e dag Shabbat werd veranderd in de zondag, in toewijding aan zijn zonnegod. Constantijn vaardigde een burgerlijk besluit uit, wat de zondag tot rustdag van de arbeid maakte. Waarin staat: Alle rechters en stadsmensen en de ambachtslieden zullen rusten op de eerbiedwaardige dag van de zon. Dit alles is gebeurd om te vervullen wat de profeet Daniël had voorzegd in Daniël 7:

Daniël 7:25-26 "Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd. Daarna zal het gerechtshof zitting houden: men zal hem zijn heerschappij ontnemen, hem verdelgen en volledig vernietigen."

Wilt u nog meer horen over de oorsprong van het Christendom? Een religie die zijn oorsprong vindt bij een zon aanbiddende heidense Keizer. Welke Yahuah zijn wetten veranderde, exact zoals de profeet Daniël had aangekondigd? Dan snel terug naar Constantijn....

Kort daarna besloot Constantijn een oecumenisch concilie te organiseren om het hoofd te bieden aan het arianisme, de stroming (welke we in deel 1 ook al hebben behandeld) die bestreed dat Christus dezelfde goddelijke natuur heeft als de Schepper van Hemel en Aarde. In 325 kwamen 318 bisschoppen uit oost en west in opdracht van Constantijn in Nicea bijeen om tot een unaniem oordeel over de leer van Arius te komen. Dat leidde tot de veroordeling van het arianisme en tot de Geloofsbelijdenis van Nicea. Constantijn beschouwde zich tijdens deze vergadering als episkopos toon ektos (Grieks voor: 'bisschop voor uiterlijke zaken'). Het was de zon aanbiddende constantijn die met zijn heidense achtergrond een grote stempel drukte op het vaststellen van de goddelijke van de Messias. Let wel dat hij geen enkele kennis van de Schrift bezat en nog lang na deze datum de zon bleef aanbidden.

De keizers na Constantijn de Grote stonden ook niet negatief tegenover het christendom. Na de heerschappij van Constantijn nam het aantal christenen in het rijk daarom ook toe. Dat leidde in 380 tot het Edict van Thessaloniki (cunctos populos) van de keizers Theodosius I, Gratianus en Valentinianus II. Dat edict bombardeerde het katholieke christendom tot staatsgodsdienst. Ironisch genoeg spreekt het zich uit tegens tegen heidense rituelen. Echte stopte het heidendom hier niet omdat de christelijke leer inmiddels doorspekt geraakt is van heidense doctrines! Dit alles veroorzaakt door een heidense zon aanbiddende keizer, die denk de stem van God gehoord te hebben. Is dat een religie waarop wij ons geloof dienen te bouwen?

Een vraag die gesteld zou moeten worden is; zou redding voortkomen uit een Romeinse leer van een Romeinse zon aanbiddende Keizer?

Johannes 4:22 "U aanbidt wat u niet weet; wij aanbidden wat wij weten, want de zaligheid is uit de Joden."


Concilie van Nicea uitgelicht

Wat we tot nu toe leerden is dat in het jaar 380 de nieuw gevormde religie "Christendom" tot officiële staatsgodsdienst werd gemaakt bij het Edict van Thessaloniki. En deze pas opgerichte religie was gebaseerd op de inmenging van de heidense Keizer Constantijn. Deze geschiedenis definieerde elke kerkleer die u vandaag gelooft onder de paraplu van de christelijke eredienst als corrupt. Het startschot van het Christendom zoals we dat heden ten dage kennen is gegeven ten tijde van de Concilie van Nicea. Laten we daarom nog eens wat specifieker kijken naar wat er tijdens het Concilie van Nicea is voorgevallen.

We hebben eerder vastgesteld dat de grootste verwarring die heeft geleid tot de vele doctrines en verdeeldheid binnen het de christelijke religie is ontstaan uit de discussie over echte identiteit van de Messias? Niet alleen zijn identiteit maar ook hoe hij zich verhield tot zijn hemelse Vader in de hemel. Niet alleen in de tijd van Constantijn, maar ook in deze tegenwoordige tijd. Het doel, namelijk eenheid in geloof, van de Concilie van Nicea is dus nooit bereikt. Toch schonk deze Concilie het leven schonk aan wat het christendom is.

Het meest controversiële onderwerp van discussie tijdens de Concilie in Nicea was de discussie aangaande de leer van de Alexandrijnse priester Arius. Die ontkende dat Christus, de Logos, God was. Volgens Arius was de Logos uit de Vader geboren en dus was zijn goddelijkheid ondergeschikt aan die van de Schepper. Met andere woorden, de Zoon was een schepsel, dat niet in alle eeuwigheid had bestaan. Keizer Constantijn de Grote, vanaf het jaar 324 alleenheerser over het Oosten en het Westen van het Romeinse Rijk, vreesde dat het imperium inwendig zou worden verscheurd door de ariaanse kwestie. De voornaamste tegenstander van Arius was Athanasius. Op papier werd de Concilie van Nicea voorgezeten door de keizer zelf, maar aangezien die niet veel over theologie wist, was Ossius van Córdoba de facto de voorzitter. Athanasius, diaken van Alexander van Alexandrië, voerde echter het hoogste woord, gesteund door Alexander van Constantinopel. Op schandelijke wijze werd en geloofsbelijdenis aangenomen waarin staat dat Christus homoousios, van dezelfde substantie, is als de Vader en dus ook waarlijk God is. De leer van Arius werd in Alexandrië als een gevaarlijke dwaling beschouwd, wat leidde tot zijn veroordeling. Deze veroordeling was echter een duidelijk misstap van de concilie aangevoerd door deze Athanasius. De leer van Athanasius is daarentegen niet bijbels omdat de Hebreeuwse geschriften (Wet en de Profeten) nergens aantonen dat de Messias de Schepper in het vlees betreft, dit ondersteund door de woorden van Messias zelf:

Lukas 24:44 "En Hij zei tegen hen: Dit zijn de woorden die Ik tot u sprak toen Ik nog bij u was, dat alles vervuld moest worden wat over Mij geschreven staat in de Wet van Mozes en in de Profeten en in de Psalmen"

Verdergaand geloofde Arius niet in het dogma van de drie-eenheid. De Messias werd door hem gezien als scheppingen van God, die ondergeschikt is aan God. Niettemin was het belangrijkste argument tussen de bisschoppen of de Hebreeuwse Messias volledig God zelf was of slechts een ondergeschikte die niet gelijk is aan de hemelse Vader.

Het theologische debat tijdens het Concilie van Nicea ging over de verhouding van de Zoon tot de Vader. Allen waren het erover eens dat de Zoon geboren was uit de Vader. De arianen echter meenden dat de Zoon dan niet gelijk kon zijn aan de Vader. Toen de discussie daarover zich ontvouwde en steeds feller werd, stelde Eusebius van Nicomedia voor een formule te aanvaarden uit een door hem gebruikte geloofsbelijdenis, waarin de Heer Jezus Christus werd beleden als “God uit God, Licht uit Licht, Leven uit Leven, enige Zoon, geboren vóór alle schepselen, verwekt door de Vader vóór alle tijden, door wie alles geschapen is”. Niemand had daar bezwaar tegen. Volgens Athanasius was het Ossius van Cordoba die toen voorstelde om het Alexandrijnse begrip ομοουσιος (homo-ousios) te gebruiken. Het betekent 'van hetzelfde wezen'. Men ging akkoord en men aanvaardde de formule ομοουσιον τωι Πατρι (homo-ousion tooi Patri), dat 'wezensgelijk aan de Vader' betekent. De Latijnse vaders vertaalde ουσιος echter niet met essentia, maar met substantia. De Latijnse formulering luidt dan ook: unius substantiae cum Patre. In 381 op het Concilie van Constantinopel (381) zou dit worden gewijzigd in consubstantialem Patri (één in wezen met de Vader).

Het uiteindelijke resultaat was de Geloofsbelijdenis van Nicea, waarin de Messias als één wezen gelijk aan de Schepper wordt genoemd. Onmiddellijk werd daar deze tekst aan toegevoegd: “Wie echter beweren: 'Er was eens een tijd dat Hij [de Zoon] niet bestond' en 'Voordat Hij geboren werd, bestond Hij niet' en 'Hij is uit het niets geworden' of wie zeggen: 'God is van een andere substantie of wezen' of 'Hij is geschapen of veranderlijk', hen vervloekt de katholieke Kerk (hos anathematizat catholica Ecclesia).” Daarmee waren Arius en de aanhangers van zijn leer officieel veroordeeld.

Daarmee was de leer van incarnatie, ofwel de vleeswording van van de Schepper definitief. Het resultaat van deze aanpassing heeft grote invloed gehad op de verdere ontwikkeling van verschillende doctrines binnen het christelijk geloof. Het idee dat de Messias God zou zijn binnen een drie-eenheid, is geheel ontstaan vanuit menselijk handelen. De aanwezige bisschoppen mengden en voegden hun heidense theologie toe aan hun geloof in de Messias Yahusha. Dat wordt verder duidelijk uit andere beslissingen die genomen werden op de Concilie van Nicea. Na de afhandeling van de Ariaanse kwestie hielden ze zich ook nog bezig met de Paasdatum. Constantijn wenste voor heel zijn Rijk één Paasfeest, overal op dezelfde dag gevierd. Voordien vierde een vele kerken dit op dezelfde dag als het Pesach: de 14e Nissan. De meerderheid wilde deze traditie opheffen, zodat Pasen altijd op een zondag viel. Besloten werd om de berekening van de kerken van Rome en Alexandrië te volgen en dus werd een viering op de 14e Nissan verboden. Er werden ook zaken behandeld die de kerkelijke hiërarchie en de discipline betroffen, zoals bisschopswijdingen, de periode van het catechumenaat, de autonomie van de kerkprovincies, het priestercelibaat, de voorrechten van de kerken van Alexandrië, Antiochië en Rome, de erepositie van de kerk van Jeruzalem. Al deze beslissingen tonen aan dat deze raad van bisschoppen niet bijbels handelden, hun handelen was vanuit hun menselijk vlees. Wie waren zij dat ze mochten toevoegen aan de Schrift?

Deuteronomium 4:1-5 "Nu dan, Israël, luister naar de verordeningen en de bepalingen die ik u leer te doen; opdat u leeft en u het land dat YHWH, de God van uw vaderen, u geeft, binnengaat en in bezit neemt. U mag aan het woord dat ik u gebied, niets toevoegen en er ook niets van afdoen, opdat u de geboden van YHWH, uw God, die ik u gebied, in acht neemt. Uw ogen hebben gezien wat YHWH gedaan heeft vanwege Baäl-Peor: dat YHWH, uw God, iedereen die achter Baäl-Peor aan ging, uit uw midden weggevaagd heeft. Udaarentegen, die zich aan YHWH, uw God, vastgehouden hebt, bent heden allemaal nog in leven. Zie, ik heb u de verordeningen en bepalingen geleerd, zoals YHWH, mijn God, mij geboden heeft; om zo te handelen in het midden van het land waarin u zult komen om het in bezit te nemen."

Deze Bisschoppen bedachten niet de dingen van de Geest, maar van het vlees. Ze gingen met hun besluiten in tegen de Wet van Mozes. Daarmee kunnen ze Yahuah niet behagen. Nog Yahusha zien als God, nog Pasen of welke ander bedenksel van de Concilie van Nicea kunnen Yahuah behagen. Ze zullen leiden tot de dood:

Romeinen 8:5-8 "Immers, zij die naar het vlees zijn, bedenken de dingen van het vlees, maar zij die naar de Geest zijn, de dingen van de Geest. Want het denken van het vlees is de dood, maar het denken van de Geest is leven en vrede. Immers, het denken van het vlees is vijandschap tegen God. Het onderwerpt zich namelijk niet aan de wet van God, want het kan dat ook niet. En zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen. "

Galaten 5:17-22 "Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen. Als u echter door de Geest geleid wordt, bent u niet onder de wet. Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke; waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven. De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing."


De leugens van het Concilie van Nicea (en daarmee het Christendom) weerlegd

De geloofsbelijdenis van Nicea en de drie-eenheid leer van vandaag zijn leugens van mensen. De christelijke aanbidding van een Zoon van God en zijn leerstellingen als incarnatie, drie-eenheid, Hel, Pasen, Kerstmis, hebben allemaal niks aan het Hebreeuwse geloof van doen. De vraag die ik elke christen zou willen stellen: is een religie welke is terug te herleiden naar de Concilie van Nicea de ware religie? Aanbid je daarmee de God van Abraham, Isaak en Jacob? Of volg je daarmee een heidense zon aanbiddende Keizer?

Het was tijdens het Concilie van Nicea dat leugens werden gecreëerd over de messias, dat hij altijd was geweest en niet werd geschapen. Dit terwijl Jesaja iets anders profeteerde. Conceptie maakt deel uit van de schepping, Yahuah formeerde de Messias van de moederschoot af.

Jesaja 44:24 "Zo zegt YHWH, uw Verlosser, Uw Formeerder van de moederschoot af: Ik ben YHWH, Die alles doet: Die de hemel uitspant, Ik alleen, Die de aarde uitspreidt door Mijzelf;"

Het Eerste Concilie van Nicea was de geboorte van de incarnatieleer en de drie-eenheidsleer: dat God één wezen is dat bestaat uit de gelijkwaardige en mede-eeuwige personen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Maar dat kan geen waarheid zijn! Want dit was niet wat de volgelingen van de Hebreeuwse Messias over hem schreven. Omdat dit Hebreeuwse mannen waren en aan een monotheïstisch geloof vasthielden. In dit geloof is in slechts één ware Elohim (God), die geen mens is en naast hem is er geen andere God! Zelfs niet Zijn zoon, zoals kan worden vastgesteld in de Hebreeuwse Geschriften.

Numeri 23:19 "God is geen man, dat Hij liegen zou, of een mensenkind, dat Hij ergens berouw over hebben zou. Zou Híj iets zeggen en het dan niet doen Zou Híj spreken en het niet gestand doen?"

Deuteronomium 6:4 "Luister, Israël! YHWH, onze ELOHIM (God), YHWHis één!

Yahuah (God) is eeuwig en onsterfelijk en kan van nature niet veranderen, zoals Maleachi 3 bevestigt. Als een God verandert van onsterfelijk in een sterfelijk mens, is dat een verandering in de natuur en dat is in tegenspraak met Maleachi 3.

Maleachi 3:6 "Want Ík, YHWH, ben niet veranderd, ú, kinderen van Jakob, bent daarom niet omgekomen."

Het is al duidelijk geworden dat dezelfde Concilie van Nicea de dag van Pasen creëerde en hiervoor de datum vastgesteld. De vastgestelde berekening is ingewikkeld, maar er is een vuistregel: eerste paasdag is de eerste zondag na de eerste volle maan na de lente-equinox. De lente-equinox, het moment waarop dag en nacht even lang zijn, werd in 325 vastgesteld op 21 maart. Daarom kan Pasen alleen tussen 22 maart en 25 april vallen. En wel op één van de zondagen net net zoals keizer Constantijn de rustdag veranderde van de 7e dag Shabbat naar de zondag in zijn toewijding aan de zonnegod om hen te eren! Later heeft de Rooms-Katholieke Kerk ook het kerst uitgevonden. Dit zijn allemaal door mensen gemaakte tradities en hebben niets te maken met de voorschriften in de Hebreeuwse Geschriften, welke door Yahuah Zelf zijn ingesteld.

Houd er rekening mee dat het Concilie van Nicea 325 zelf NIET STEMDE over welk boek goddelijk geïnspireerd waren en welke niet. De canonvorming van het Nieuwe Testament is het proces dat uiteindelijk leidde tot een algemeen aanvaarde lijst van de geschriften van het Nieuwe Testament. De tweede helft van de 4e eeuw vormde de beslissende fase van canonisering. Het eindigde pas lang nadat Constantijn was overleden. Constantijn had dus geen invloed op het uiteindelijke besluit over welk boek moest worden toegevoegd en welke moesten worden uitgesloten. De besluiten welke genomen waren tijdens Het Eerste Concilie van Nicea zijn dan ook genomen terwijl de canon van het Nieuwe Testament niet vaststond. De vraag die wij ons kunnen stellen is dan ook, welke geschriften en teksten in overweging zijn genomen. Op basis van welke schriftuurlijke onderbouwing is een belangrijk besluit aangaande de geloofsbelijdenis van Nicea en de drie-eenheidsleer genomen? Duidelijk is dat de hierboven genoemde schriftteksten uit de Thora zijn genegeerd.

Duidelijk mag zijn geworden dat de Ware Messias niet is uitgevonden tijdens het Concilie van Nicea. Noch zijn de evangeliën en de overige geschriften uit de profeten en de Wet van Mozes goed uitgelegd tijdens het Concilie van Nicea. Vele menen onterecht dat het christelijk geloof gebaseerd is op de Bijbel alleen en dat tijdens het Concilie van Nicea besluiten zijn genomen op basis van de Schrift alleen. Maar er werd eerder een "namaak" versie van de ware identiteit van de Hebreeuwse Messias ontwikkeld. De doctrines die werden uitgevonden tijdens deze Concilies zijn eerder gebaseerd op heidense invloeden dan op een degelijke Schriftuurlijke onderbouwing.


Conclusie

Concluderend kunnen we het er nu over eens zijn dat vele christenen ONWETENDHEID aangaande de bronnen van hun religie. Ze vertrouwen erop de het wel goed zit met de basis van hun geloof. Echter is niks minder waar, de basis van de christelijke religie is gebaseerd op heidense invloeden en het machtsspel van een zon aanbiddende keizer. Ik raad christelijke gelovige aan om te kiezen voor de waarheid. Door te accepteren dat ze in bedrog leven en daarmee zicht krijgen op het ware evangelie van de Hebreeuwse Messias Yahusha.

Johannes 4:23-24 "Maar de tijd komt en is er nu, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid, want de Vader zoekt wie Hem zo aanbidden. YHWH is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid."

Aanbidt u uw Schepper in geest en in waarheid? Of aanbidt u hem liever in geest en in leugens? Ware aanbidders zijn alleen degenen die de Vader aanbidden in geest en in waarheid. Het zijn niet degenen in geest en die zich op hun gemak voelen in leugens. Dus ja, u kunt een aanbidder zijn, maar geen ware aanbidder. Onwetendheid kan alleen een keuze zijn nu u goed op de hoogte bent van de kerkgeschiedenis.