Schriftstudie Jona - Hoofdstuk 4: De lessen uit het boek Jona

Hoofdstuk 4: De lessen uit het boek Jona

Hoe loopt het nu verder af met Jona. Om dat te weten te komen gaan we lezen in hoofdstuk vier. We lezen eerst vers 5.

“Jona nu was buiten de stad gegaan en had zich ten oosten van de stad neergezet. Hij had daar voor zich een hut gebouwd en was daaronder gaan zitten in de schaduw, totdat hij zou zien wat er met de stad gebeurde.”

Jona ging ten oosten van de stad zitten, waarschijnlijk op een heuvel om beter te kunnen zien wat er ging gebeuren. De veertig dagen die de Schepper de Ninevieten nog gegeven had om zich te bekeren, verstreken en Jona zat vol spanning te wachten op de grote klap. Ondertussen had hij een hut gebouwd om zich o.a. tegen de zon te beschermen. Als dan blijkt dat er na veertig dagen niets gebeurt, dan krijgen we de reactie van Jona te lezen. Je zou denken die moet toch verschrikkelijk blij zijn, want Yahuah heeft niet alleen hem van de verdrinkingsdood gered, maar bovendien spaart Hij nu ook Ninevé nog, dus al die mensen daar worden ook gered.

Jona 4:1-2 “Maar dit mishaagde Jona ten zeerste en hij werd toornig. En hij bad tot Yahuah, en sprak; Ach, Yahuah; Heb ik dat niet gezegd, toen ik nog in mijn land vertoefde. Daarom heb ik het willen voorkomen door naar Tarsis te vluchten, want ik wist dat U een barmhartige en genadige Elohim bent, lankmoedig, groot van goedertierenheid en berouw hebbend over het kwaad.”

Wij zouden zeggen: “Jona is verschrikkelijk over de rooie”. De toorn die de Schepper heeft laten varen tegen Ninevé heeft zich nu meester gemaakt van Jona, en in die toorn bid hij tot Hem. Bidden in toorn is niet de juiste houding om tot Yahuah te naderen. Jona weet het voor zijn gevoel beter dan de Schepper. Wat er gebeurt is strookt niet met zijn eigen gevoel van rechtvaardigheid.

Kijk, Jona was geen evangelieprediker maar een prediker van de Thora. Hij was een wetshandhaver. Hij wilde de Schepper attent maken op het uitvoeren van de wet. Hij wilde van geen genade weten, wel toen hij zelf tot de Schepper bad om genade en redding, maar die heidense Ninevieten hadden toch zeker geen recht op genade en barmhartigheid. Dat was toch alleen voorbehouden voor het volk van Yahuah, voor de Israëlieten, dacht Jona. Hij neemt de Schepper kwalijk, dat Deze veel te makkelijk en te snel reageert op de bekering van de Ninevieten.

Jona had de bui al zien hangen vanaf het begin, althans dat zegt hij nu en daarom wilde hij ook niet aan die klus beginnen. Dat is dus ook een reden waarom hij per schip naar Tarsus wilde. Hij probeert eigenlijk zijn vlucht gedrag, nadat hij geroepen werd, te verdedigen. Hij wil zijn ongehoorzaamheid goed praten. De Schepper had hem gered en barmhartigheid getoond en toch .... wat een menselijke reactie. Hoe zouden wij reageren? Exodus 34:6-7. Joël 2:13.

Wat kunnen wij uit dit gedrag van Jona leren? Zijn wij ook meer met onszelf bezig en met ons gevoel van rechtvaardigheid, dan met Yahuah Zijn woord en de redding van onze naaste. Hebben wij het wel met andere mensen over de Schepper en wat Zijn wil op aarde is? Over zijn genade en barmhartigheid die redding en verlossing brengt door Yahusha de Messias. Dat je vanuit geloof in Hem gaat doen wat de Schepper van je vraagt en Zijn wil (Thora) gaat leven.

Jona moest Yahuah Zijn gericht tegen de inwoners van Ninevé aankondigen, wij mogen de Schepper Zijn genade en redding tegen iedereen aankondigen, van redding Zijn weg voor ons leven (Thora) tonen. Jona moest ver weg, wij mogen en kunnen dat in onze vertrouwde omgeving doen. Hoe ver gaat Jona eigenlijk met zijn zelfbeklag?

Jona 4:3 “Nu dan, Yahuah, neem toch mijn leven van mij, want het mij beter te sterven dan te leven.”

Je moet maar durven. Eigenlijk klaagt hij de Schepper aan vanwege zijn goedheid. Er zijn veel overeenkomsten tussen Elia en Jona. Ook Elia wilde dood, maar vanwege het feit dat het volk zich niet bekeerde. Jona wil dood omdat de heidenen zich wél bekeren en nou spaart Yahuah hen, daar klopt volgens hem geen fluit van. De vijanden van Israël verdienen geen pardon, vindt hij. Wat voor zin heeft het om zo'n Elohim te dienen? Dan maar liever dood dan zo verder te leven.

Zijn wij het altijd met de Schepper Zijn handelen eens? Hebben wij ook niet vaak een andere mening en een ander oordeel over bepaalde zaken? Laten we van Jona leren, dat we alles maar beter in de Schepper Zijn hand kunnen leggen en zijn beslissingen accepteren en waarderen ook al begrijpen we het niet of niet altijd. Wie zijn wij dan wel dat we kritiek zouden hebben op Yahuah? Laat staan dat we Hem, die het leven geeft, bidden om te mogen sterven. Dan ben je toch echt verkeerd bezig, niet dan! Nu zal de Schepper zo langzamerhand wel echt kwaad op Jona gaan worden.

Jona 4:4 “Maar Yahuah zei hem; heb je wel reden genoeg om zo woedend te zijn?”

Wat een rust en wat een geduld. Ik bedoel, als wij zo'n medewerker zouden hebben dan hadden we hem nu zo'n beetje, op niet mis te verstane wijze, toegesproken en op staande voet ontslagen. Maar de Schepper stelt gewoon een vraag. En als je zo’n vraag krijgt, dan moet je gaan nadenken om een goed antwoord te geven. Je moet in de spiegel gaan kijken en aan zelfonderzoek beginnen en dat is veel pijnlijker dan ontslagen worden.

Waarom vraagt de Schepper dit aan Jona? Wat wil Hij eigenlijk van Jona? Wat wil Hij hem leren door deze vraag zo te stellen? Yahuah wil Jona omvormen tot een houding die Zijn manier van doen weerspiegelt. Jona moet niet alleen een voorbeeld vormen voor de Israëlieten maar ook voor ons.

Misschien stelt de Schepper aan ons vaak dezelfde vraag als aan Jona. Hoe vaak moeten wij herinnerd worden aan het feit dat wij omgevormd moeten worden, en niet Yahuah? Laten we dus altijd bij onszelf te rade gaan als wij vinden dat de Schepper onrechtvaardig bezig is en niet Zijn handelen in twijfel trekken. Onze boosheid moet eerst goed overdacht worden, voordat wij gaan blazen tegen onze naaste of tegen Yahuah.

Jona antwoord niet direct op de vraag. De Schepper gaat het Jona nog duidelijker laten zien of hij inderdaad terecht kwaad is.

Jona 4:6 “Om Jona in een betere stemming te brengen zorgde Yahuah, echter voor een plant die zo hoog opschoot dat Jona volop schaduw had voor zijn hoofd, Jona was bijzonder blij met de plant.”

Een andere vertaling geeft voor “plant” het woord wonderboom. Dit is meer toepasselijk. Waarschijnlijk waren de bladeren van de hut die Jona gemaakt had reeds verdord door de intense warmte van de zon. de Schepper had nu een nieuwe, verse plant voor Jona laten opschieten, waardoor hij opnieuw in de schaduw kon zitten. In die omgeving heb je die beschutting ook wel nodig. Het was een boom, die in zeer korte tijd, hoog op schoot. Dus met recht een wonderboom. Jona vond het prettig om van deze plant gebruik te maken en zich te beschermen tegen de zon en de schroeiende hitte.

Jona 4:7-8 “Maar de volgende dag, vroeg in de ochtend, beschikte Elohim een worm, die de wonderboom stak, zodat deze verdorde. En zodra de zon was opgekomen beschikte Elohim een verschroeiende oostenwind, en de zon stak op het hoofd van Jona, zodat hij amechtig neer zonk en wenste dat hij sterven mocht, zeggende; het is mij beter te sterven dan te leven.”

Net zo snel als de plant gekomen was, verdween de plant weer. Een beestje van niks was er de oorzaak van. Een worm. Een beetje knagen en hup, weg plant. Er staat echter wel bij dat de Schepper de worm als het ware opdracht gaf om de plant aan te vreten. De Schepper probeerde door deze situatie, Jona iets duidelijk te maken. De plant verdween “vroeg in de ochtend” met andere woorden, Jona zat de hele dag weer in de gloeiende oostenwind en de verschroeiende hitte van de zon. Je zou zeggen dat hij bevangen werd door de hitte. Die boom was er net zolang geweest, als Jona gepredikt had in Ninevé, namelijk één dag.

Voor de tweede keer horen we Jona zeggen dat hij liever dood zou zijn dan op deze manier verder te moeten leven. Zou Jona nog niet inzien, dat ons hele leven in Yahuah Zijn hand ligt? Jona was, op last van de Schepper, al in aanraking gekomen met een storm, een vis, een boom en nu een worm en tot slot, met een gloeiende oostenwind. Telkens opnieuw zorgde de Schepper voor Jona, maar de dankbaarheid bleef nog al eens uit, dus nog maar een les.

Wij vinden Jona ondankbaar. In plaats van de Schepper te danken voor de krachtige prediking die hij had mogen doen zit hij alleen maar af te geven op Yahuah Zijn handelwijze en zielig te doen over zijn eigen situatie.

Jona 4:9-10 “Maar Elohim zei tegen Jona; “maak je je terecht kwaad om die plant?” Ja, zei Jona, ik ben verschrikkelijk kwaad en terecht!Toen zei Yahuah; “de plant kwam in één nacht op en de volgende nacht was hij alweer verdord; je hebt hem niet laten groeien en je hebt er geen zorg aan hoeven te besteden. Toch had je graag gezien dat hij gespaard bleef.”

We zien dat de Schepper zijn vraag herhaald aan Jona. ”zijt gij terecht kwaad om die plant”? Heeft Jona iets geleerd van dit aanschouwelijk onderwijs door Yahuah? Jona had het ook fijn gevonden als de boom gespaard gebleven was, want dan was zijn leven een stuk aangenamer geweest. Jona had helemaal niets hoeven te doen. Hij had de plant niet hoeven te planten, hij had de plant geen water hoeven te geven, ook geen verzorging en onderhoud.

Zou Jona de vergelijking doorhebben? De plant was er één dag geweest en Jona had maar één dag hoeven prediken. Zou de Schepper dan ook niet Ninevé graag sparen, zodat de mensen daar nu ook na hun bekering een stuk aangenamer kunnen leven en ook het vee. Jona stond even in de plaats van Ninevé. Hij zou opnieuw moeten ervaren wat het betekent als de Schepper barmhartig is. Hij zou moeten inzien dat niet de Schepper, maar hijzelf inconsequent en ondankbaar is. Maar het dringt nog niet tot hem door, want hij antwoord opnieuw, dat zijn boosheid terecht is en hij liever zou sterven dan leven.

Jona is verblind door ongeloof, egoïsme en onbegrip. Hij vindt dat hij gelijk heeft en niet Yahuah. Wij denken ook vaak dat wij gelijk hebben, en niet de Schepper Zijn woord. Maar bij de Schepper spelen andere zaken een rol. Hij heeft geen behagen in de dood van de zondaar, maar in het feit dat deze zich bekeert en leeft, ongeacht of het een Israëliet of een heiden is.

Als je meerdere voorbeelden uit de Schrift raadpleegt, dan blijkt telkens weer dat er mensen zijn die problemen hebben met de genade en de barmhartigheid van Yahuah. Denk maar aan het gedrag van de oudste zoon in de gelijkenis van de verloren zoon. Deze wilde niet naar binnen gaan en feest vieren omdat zijn broer teruggekomen was. En wat denkt u van de werkers in de wijngaard m.b.t. de uitbetaling van het aantal uren dat ze gewerkt hadden.

Altijd menen we dat we op de een of andere manier onrechtvaardig behandeld worden t.o.v. anderen, totdat we gaan inzien hoe genadig en barmhartig Yahuah voor ieder van ons geweest is. Als we zover zijn dat we dat inderdaad onderkennen dan zullen we de Schepper Zijn handelen met anderen nooit meer in twijfel trekken of afkeuren of onrechtvaardig vinden.

Jona 4:11 “Zou Ik dan Ninevé niet sparen, die grote stad met meer dan honderdtwintigduizend mensen, die zich nergens van bewust zijn, nog afgezien van al die onschuldige dieren?”

Jona wilde graag dat de plant gespaard werd, zodat hij goed en beschut kon zitten en leven. De inwoners van Nineve wilde ook gespaard worden en beschermd om goed te kunnen leven. Zeker de onschuldige dieren.

De Schepper Zijn doel met Nineve is bereikt, maar hoe zit het met Jona? En met het volk Israël? En vandaag de dag met de de Messias zijn lichaam, met ons? De Schepper zal ongetwijfeld ook met deze mensen zijn doel bereiken, maar het blijkt vaak dat degene die eigenlijk het dichtst bij Hem staan moeilijk in het gareel komen of te houden zijn.

Als je ziet wat de Schepper allemaal moet aanwenden om Jona duidelijk te maken hoe hij moet veranderen naar het beeld van Yahuah, dat is nogal wat:

  1. Een storm laten woeden en bedaren.

  2. Een vis gebruiken om Jona in te slikken en uit te spugen.

  3. Een plant laten groeien en laten verdorren.

  4. Een worm gebruiken om de plant aan te tasten.

  5. Een felle oostenwind laten opsteken.

Kortom, voordat de mens handelt en denkt in de geest van Yahuah moet er heel wat gebeuren.

Wat heeft de Schepper allemaal voor ons overhoop gehaald om ons te veranderen naar zijn beeld en wat zal er nog nodig zijn voor sommige voor we begrijpen of gaan begrijpen wat zijn liefde voor ons daadwerkelijk betekent.

We zijn er door, heel het boek Jona hebben we behandeld en ik ben ervan overtuigd dat er nog veel meer inzit aan voorbeelden voor ons, die ons momenteel nog niet duidelijk zijn.


Slotconclusie van het Bijbelboek Jona

Het boek gaat over de houding en de reactie van diegene die door Yahuah geroepen worden en over het feit dat wij de Schepper Zijn handelen accepteren ook al begrijpen we het niet. Het gaat dus ook over gehoorzamen aan de stem van de Schepper. Aan zijn woord, dat geschreven staat.

Als we hoofdschuddend neerkijken op Jona, hebben we het niet goed begrepen. Misschien is het verhaal van Jona bewust wat negatief afgeschilderd om duidelijk te maken waar het om gaat. Wat de Schepper meemaakt met Jona is ook wat hij met ons meemaakt. En ik weet niet wie hardnekkiger is, Jona of wij? Kritiek op Jona is dus eigenlijk ook zelfkritiek.

Het gaat erom dat wij gaan voelen en handelen zoals de Schepper voelt en handelt. Paulus zegt: “weest navolgers Gods”. Wij zijn bestemd om te veranderen naar de Schepper Zijn beeld, een afspiegeling te worden van zijn aard, van zijn karakter. Wij dienen daar naartoe te groeien door hetgeen we leren uit Zijn woord.

Via het volk dat Hem kent, zijn gemeente, zijn lichaam, zoekt de Schepper zijn naam te heiligen, zijn Koninkrijk te doen komen en zijn wil te laten geschieden, en als wij bij dat volk willen horen, dienen wij naar zijn beeld hervormd te willen worden. In hoeverre zijn wij bereid daar gehoor aan te geven en tijd aan te besteden? Op die vraag moet ieder van u zelf het antwoord geven.

1 Tim 4:16 “ …..volhard in deze dingen want door dit te doen zult gij zowel uzelf als hen, die u horen, behouden. “


Amen en Shalom