De vreze voor / van Yahuah

Inleiding

In deze studie wil ik uitgebreid kijken naar de uitdrukking “vreze des Heren”. In de grondtekst lezen we hier “de vreze voor / van Yahuah”. Overal waar in de Nederlandse Bijbel HEER of HERE staat, staat in de grondtekst יהוה - YHWH - YAHUAH, DE eigennaam van Elohim. De uitdrukking waarbij sprake is van een vorm van “de vreze des Heren” komt in de Schrift ruim 300 keer voor. Wanneer een uitdrukking vaak voorkomt, wil Yahuah ons kennelijk iets nadrukkelijk duidelijk maken. Om te begrijpen waarom deze uitdrukking zo belangrijk is, moeten wij niet alleen gaan kijken naar waar deze uitdrukking gebruikt wordt, maar ook waar deze gebruikt wordt in context van de gehele Schrift. Door dit grondig te doen krijgen wij meer zicht op de betekenis van deze belangrijke uitdrukking.

Het woord “vreze” betekent Schriftuurlijk: vrees, angst, schrik, eerbied, verering, ontzag inboezemen. Het heeft dus vooral te maken met de houding van een persoon. Hier is het de houding t.o.v. Yahuah. Kortom de houding van het schepsel tot zijn Schepper. En die houding is bepalend voor alle levenszaken zaken, die hieruit voortkomen.

In Job 28:1-11 geeft Job een aantal voorbeelden van hoe de mens zich uitslooft en inspant om o.a. waardevolle metalen en edelstenen tevoorschijn te halen uit de aarde. De mens is druk doende om allerlei dingen op aarde te realiseren. Maar dan komt er een cruciale vraag van Job met een gedeeltelijk antwoord.

Job 28:12-13: “Maar de wijsheid - waar wordt zij gevonden, en waar is de verblijfplaats van het inzicht? De sterveling kent haar waarde niet, en zij wordt niet gevonden in het land der levenden.”

Dit zou al een aanwijzing moeten zijn voor ons. De waarden van wijsheid en inzicht zijn niet bekend bij de mens op aarde. Daar hoef je dus eigenlijk ook niet te zoeken, want daar wordt wijsheid en inzicht niet gevonden. Je kunt dus als mens wel veel inspanningen leveren, maar kun je niet veel beter eerst zoeken naar wijsheid en inzicht?

Vervolgens worden er nog een aantal plaatsen genoemd waar de wijsheid niet is. En zelfs de edelste mineralen en kostbaarheden kunnen niet tippen aan de waarde van de wijsheid. En dan komt opnieuw dezelfde cruciale vraag.

Job 28:20 “Deze wijsheid dan - vanwaar komt zij, en waar toch is de verblijfplaats van het inzicht?”

Eigenlijk een herhaling van de eerder gestelde vraag. Dit zou ons steeds alert moeten maken op het zoeken naar het antwoord op deze vraag.

Job 28:21 geeft een eerste antwoord: “Zij (de wijsheid) is onttrokken aan het oog van al wat leeft, zelfs voor het gevogelte des hemels is zij verborgen.”

Met andere woorden, hoe je ook kijkt, de wijsheid is niet fisiek (door ogen) zichtbaar in deze wereld. Dat betekent dat die wijsheid ergens anders gevonden moet worden.

Job 28:22: “Het verderf en de dood zeggen: Met onze oren hebben wij haar gerucht vernomen.”

De dood en het verderf schijnen er wel iets vanaf te weten! Vervolgens gaat Job aangeven waar het antwoord op die cruciale vragen wel te vinden is.

Job 28:23 “Elohim kent de weg tot haar, Hij weet haar verblijfplaats.”

Dat wordt bevestigd door een aantal zaken die Yahuah wel kan overzien en bewerkstelligen. Zaken waar wij totaal geen weet van hebben, vers 24-26. Toen Yahuah dat alles bepaalde en schiep en op zijn plaats bracht, toen gebeurde er nog iets belangrijks.

Job 28:27 “Toen zag Hij haar (de wijsheid) en verkondigde haar (de wijsheid), Hij bereidde haar voor, (stelde haar op haar plaats) en doorgrondde haar.”

Yahuah heeft de wijsheid dus aan alle kanten bekeken en onderzocht, om er zeker van te zijn dat de mens de juiste wijsheid zou vinden, Zijn wijsheid.

Job 28:28: “maar tot de mens zei Hij: Zie, de vreze voor Yahuah, dat is wijsheid, en van het kwade te wijken is inzicht.”

Als je deze verzen leest, moet je tot de conclusie komen dat wijsheid te maken heeft met onze houding t.o.v. Yahuah. Want Yahuah kent de weg tot wijsheid. Om die wijsheid te vinden moet je de juiste vreze, de juiste houding t.o.v. Yahuah hebben. Want die wijsheid van Yahuah zorgt er tevens voor dat je van het kwade wijkt. Dat dit een heel belangrijk gegeven is, blijkt uit het aantal keren dat ditzelfde principe herhaald wordt in de Schrift. Laten wij op zoek gaan.

Psalm 111:10: “De vreze voor Yahuah is het beginsel der wijsheid, een goed inzicht hebben allen die haar beoefenen. Zijn roem duurt voor altijd.”

Het woord beginsel betekent: eerste, beste, voornaamste. En het woord wijsheid betekent: verstandigheid, ervaring, voorzichtigheid. M.a.w. ontzag voor Yahuah is het eerste en het beste en het belangrijkste, om een goed inzicht te krijgen in de zaken die van Yahuah komen en met Hem verbonden zijn. Bij onze houding t.o.v. Yahuah hoort het te beginnen. Als je daar begint, dat toepast in je leven, dan krijg je het juiste inzicht. Dit vers wordt meerder keren in de Schrift vermeld. In deze korte Psalm staan meer van zulke aanbevelingen. Wijsheid toepassen betekent inzicht.

Psalm 111:2: “Groot zijn de werken van Yahuah, na te speuren door allen die er behagen in hebben.”

Het woord “speuren” betekent: met zorg zoeken, navraag doen, zijn toevlucht zoeken bij. Dat is een actief gebeuren, dat vergt inspanning en energie. En het woord “behagen” betekent: welgevallen, verlangen, wens. Dat geeft aan dat het mensen zijn die er hun zinnen op gezet hebben om de werken van Yahuah te onderzoeken. Want dan ga je de grootsheid zien van wat Yahuah allemaal gedaan heeft. Eigenlijk staat hier dat er heel veel te weten is over Yahuah Zijn plan, maar dan moet je daar wel diep onderzoek naar doen en er je zinnen op zetten. En dat is m.i. juist de ontbrekende schakel in het christendom. Wie is de Schepper, wat is God, wat is het plan van Yahuah?

Psalm 111:5: “Hij gaf spijs aan wie Hem vrezen, en gedenkt voor eeuwig zijn verbond.”

Mag je zeggen: als je zoekt krijg je spijs, voedsel, die jouw zoektocht gaat bevredigen? Denk hierbij aan wat Yahusha zegt over “spijs” in Johannes 6:27: “Werk niet om de spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen u geven zal; want op Hem heeft Yahuah, de Vader, zijn zegel gedrukt.”

Johannes 6:55: “Want mijn vlees is ware spijs en mijn bloed is ware drank.”

Zijn dit in Psalm 111 reeds verborgen aanwijzingen, die spreken over Yahusha?

Als het over vreze voor Yahuah en wijsheid gaat, kunnen wij niet om Salomo heen. Hij bad voor wijsheid, om Yahuah Zijn volk op de juiste manier te richten tussen goed en kwaad, 1 Koningen 3:9. In het boek Spreuken lezen wij daar meer over. Het is goed om Spreuken 1:1-6 samen te lezen.

Spreuken 1:7 “De vreze voor Yahuah is het beginsel der wetenschap; de dwazen verachten wijsheid en tucht.”

Het zijn telkens dezelfde verzen, die ons alert maken op Yahuah Zijn raad en advies. De vraag is wat wij ermee doen. Woorden van Salomo, de man die een wijs en verstandig hart kreeg van Yahuah. Niemand voor hem of na hem zou met Salomo’s wijsheid vergeleken kunnen worden. Uit alle volken kwamen er mensen om de wijsheid van Salomo te horen. Maar het gaat telkens om onze houding t.o.v. Yahuah, de vreze voor Yahuah. Je kunt je bijna niet voorstellen, hoe het met Salomo zo mis kon gaan aan het eind.

Salomo spreekt in het boek Spreuken 15 keer over “mijn zoon”!

Spreuken 2:1 “Mijn zoon,(geldt ook voor de dochters!) indien gij mijn woorden aanneemt en mijn geboden bij u bewaart …”

Weet u wie ook de woorden bereidwillig aannamen? Juist, de Bereeërs, maar zij onderzochten dagelijks de Schriften of de dingen zo waren, als aan hun verteld werden.

Als je doet wat vers 1 zegt, mijn woorden aannemen en mijn geboden bewaren, dan gebeurt er wat er in vers 2 staat: “…zodat uw oor de wijsheid opmerkt en gij uw hart neigt tot verstandigheid,” Doordat je gaat zoeken naar Yahuah Zijn woorden, ga je Zijn wijsheid begrijpen en wil je steeds meer weten, je honger naar de Thora wordt steeds groter. Neigen betekent: je wenden tot en standhouden. Je gaat steeds meer verstandige beslissingen nemen.

Spreuken 2:3 “ja, indien gij tot het inzicht roept en tot de verstandigheid uw stem verheft;”

Dat is je richten tot Yahuah, bijv. door bidden om de Geest van wijsheid en openbaring om Hem recht te kennen, Efeze 1:17. Maar ook Yahuah Zijn Thora tot je nemen en toepassen. En wat moet je nog meer doen?

Spreuken 2:4: “indien gij haar ZOEKT als zilver en naar haar SPEURT als naar verborgen schatten.”

Wat houdt dat in? Zoeken naar wijsheid is iets als zoeken naar een kostbare stof zoals zilver. Dat is dus je best doen om iets te vinden, dat vraagt inspanning, gedrevenheid, enthousiasme. En speuren naar iets, als naar verborgen schatten, zegt het vers. Heeft u al eens een film gezien over goudzoekers, hoe ver die gaan in hun drang en hoop om goud te vinden, welke opofferingen zij moeten doen om hun doel te bereiken? Wel, wat wij zoeken gaat dit alles ver te boven. Dus wij zouden zeker doorzettingsvermogen en vastberadenheid moeten tonen in onze speurtocht naar de goddelijke kennis die ons met Yahuah verbindt. Indien, Als, Wanneer … wij aan deze voorwaarden die hier genoemd worden voldoen, wat gebeurt er dan met ons? Dat lezen wij nu.

Spreuken 2:5: “DAN zult gij de vreze voor Yahuah verstaan en! de kennis Gods vinden.”

Wat hier staat is nogal wat! Als wij overgaan te doen wat vers 1-4 beschrijven, dan gaan wij begrijpen wat het zeggen wil, Yahuah te vrezen. Yahuah van Zijn kant zal dan Zijn beloftes houden en wij zullen zo de kennis van Yahauh vinden.

Het één is het logische gevolg van het ander, want zo is Yahuah. “Want Yahuah geeft wijsheid, uit zijn mond komen kennis en verstandigheid”, vers 6. Een bevestiging van de verzen hier voor. Denk aan Deuteronomium 18:15, 18.

Wij moeten er dus wel iets voor doen. Wij moeten de Schrift openen en Yahuah Zijn wil (Thora) aannemen en uitvoeren. Op die manier worden wij vervuld met Zijn Geest, en zullen wij groeien in geloof. Wij komen dan steeds meer onder de indruk van de grootsheid, de macht en de kracht en de liefde van Yahuah als Vader en als Schepper. Wij krijgen meer zicht op Zijn plan van herstel voor de mens, onder andere uitgedrukt in Zijn feesten. Wij gaan inzien en begrijpen wat die “vreze” voor Yahuah in ons uitwerkt. En daar mogen wij naar uitkijken. Denk ook aan Hebreeën 11:6b “Yahuah is een beloner voor wie Hem ernstig zoeken.”

Hoe belangrijk vinden wij nu deze raadgevingen en hoe serieus nemen wij Yahuah Zijn beloftes? Er staat in deze verzen nergens dat het alleen de taak voor de oudsten of herders of de leraars is om zo intensief met Yahuah Zijn Thora bezig te zijn.

Spreuken 2 is gericht aan “mijn zoon”. Waar de Schrift spreekt over zoon of broeders, geldt dit uiteraard ook voor de dochters en zusters! Het geldt dus voor ieder van ons, het is onze eigen verantwoordelijkheid hoe wij er mee omgaan. In al de verzen die wij gelezen hebben in Spreuken, wordt gesproken over “gij”. “Gij” moet er naar speuren en zoeken en “gij” moet Zijn woorden aannemen. Dat is niet gericht aan iemand anders, maar aan ieder die het leest.

Pas als jij Yahuah vanuit de Schrift, door Zijn Geest, zo tot je laat spreken, dan begint Yahuah Zijn wil (Thora) te leven en krijg je niet alleen wijsheid en inzicht, maar ook honger en dorst naar meer. De mens leeft niet van brood alleen, maar van alle woord dat uit Yahuah Zijn mond gaat ! Uit Zijn mond komen kennis en verstandigheid, hebben we net gelezen. Wie wil niet verstandig worden en meer weten over Yahuah Zijn plan van herstel?

Wanneer je hart gericht is op Yahuah, door een houding van eerbied, ontzag, respect en verering, dan heb je steeds minder lust tot het kwaad. Want je weet dat toegeven aan “het kwaad” altijd uitloopt op een contactbreuk met Yahuah en dat is het laatste wat je zou moeten willen.

Spreuken 9:10 “ De vreze voor Yahuah is het beginsel der wijsheid, en wetenschap van de Heilige is verstand.”

Het woord verstand betekent: inzicht, onderscheidingsvermogen. Het laatste deel van dit vers is op verschillende manieren vertaald. Sommige vertalingen hebben: … kennis van de Heilige is inzicht. Maar ook: kennis van het heilige is verstand. Wat wordt dus bedoeld met “heilige”? Is dit enkelvoud of meervoud. Slaat het op één enkele persoon, Yahuah. Of slaat het op de geroepenen?

Spreuken 30:3 zou het antwoord kunnen geven: “Ik heb geen wijsheid geleerd, waardoor ik kennis van de Heilige zou hebben.”

Wat wel duidelijk voor de tweede keer naar voren komt, is dat je houding t.o.v. Yahuah direct invloed heeft op het begrijpen van de Schrift en Yahuah Zijn plan.

Het boek Prediker, ook geschreven door Salomo, besluit met een advies voor alle mensen. Nadat uiteengezet is wat de mens hier op aarde allemaal najaagt en probeert te realiseren, komt de conclusie.

Prediker 12:13 “Het slotwoord van al wat je hebt gehoord is: vrees Elohim en bewaar zijn geboden, want dat geldt voor alle mensen.”

Een duidelijkere raad en opdracht aan de mens is nauwelijks mogelijk. Yahuah is uiteindelijk de Enige waaraan wij verantwoording zullen moeten afleggen. Een ander aanspreekpunt op dit gebied is er niet. De keus is aan ons. Wanneer wij zeggen dat wij wel vrees voor Yahuah hebben, maar wij onderhouden Zijn geboden niet, maar wel de geboden en tradities van mensen, dan houden wij ons zelf voor de gek. Voor wie hebben wij dan eigenlijk meer “vreze”, voor Yahuah of voor mensen en hun geboden en tradities? Die keuze en dat besluit en de consequenties daarvan moet ieder zelf maken en afwegen.

Een laatste aanmoediging in de Tenach (OT) voor ons vinden wij in Maleachi 3.

Maleachi 3:16-18 “Dan spreken zij, die Yahuah vrezen, onder elkaar, ieder tot zijn naaste: Yahuah bemerkte het toch en hoorde het en er werd een gedenkboek voor zijn aangezicht geschreven, ten goede van hen die Yahuah vrezen en zijn naam in ere houden. Zij zullen Mij ten eigendom zijn, zegt Yahuah der heerscharen, op de dag die Ik bereiden zal. En Ik zal hen sparen, zoals iemand zijn zoon spaart, die hem dient!”

Het gaat hier over mensen die zien dat de goddelozen ook voorspoed hebben, zij die Yahuah niet dienen en zelfs Yahuah verzoeken en ontkomen. Maar wanneer je voldoende kennis van Yahuah hebt, begrijp je dat de goddelozen uiteindelijk niet vrijuit gaan.

De vreze des Heren bij Yahusha.

Wat wordt er vermeld over het Hoofd van onze gemeente, Yahusha, met betrekking tot de vreze des Heren? Wat zegt het profetische woord?

Jesaja 11:2-3 “Op Hem (Yahusha) zal rusten de Geest van Yahuah, de Geest van wijsheid en verstand, de Geest van raad en sterkte, de Geest van kennis en vreze des Heren; ja, zijn lust zal zijn in de vreze des Heren.”

Yahusha had de Geest van wijsheid en van kennis en van de vreze des Heren. Die combinatie moet u onthouden: kennis en vreze des Heren, want die combinatie van woorden zijn wij hierboven ook tegengekomen. Die hebben alles met elkaar te maken. De houding van Yahusha tot Zijn Vader en de omgang van Yahusha met Zijn Vader, waren een lust voor hem, daar verheugde Hij zich in. Zijn hart was gericht op Zijn Vader. Zijn geest was daar volledig op afgestemd.

Diezelfde geest van kennis en vreze des Heren zou ook op ons moeten rusten of moeten gaan rusten. Zo’n houding tot Vader Yahuah zou ook onze lust moeten zijn. Het woord dat wij vertaald hebben met lust, betekent: ruiken, opsnuiven, aanvaarden.

De vreze des Heren en de eerste gemeente.

Wat staat er over de eerste gemeenten vermeld? Hoe gingen zij om met de vreze des Heren?

Handelingen 9:31 “De gemeente dan door geheel Judea, Galilea en Samaria had vrede; zij werd opgebouwd en wandelde in de vreze des Heren, en zij nam toe in aantal door de bijstand van de Heilige Geest.”

Hier is sprake van de beginsituatie van de gemeente in Judea, Galilea en Samaria. Je mag zeggen dat er toen nog weinig valse leer in de gemeente gebracht was. De gemeente werd ook opgebouwd, zegt het vers. Dat wil zeggen: er was groei, er was vooruitgang in geloof, wijsheid, genade, liefde, deugd en heiligheid. Men volgde het voorbeeld van Yahusha, zij wandelden in Zijn wegen. Zij hadden onderling vrede, zegt het vers.

Als je wandelt in de vreze des Heren, dan kan de Heilige Geest zijn werk doen. Want door de werking van de Geest groeide zowel de individuele gelovige, als het aantal gelovigen in die eerste gemeenten. De manier waarop elke gelovige omgaat met de vreze des Heren is 1. van invloed op zijn/haar persoonlijk leven, is 2. van invloed op het leven van de gemeente als geheel en kan 3. van invloed zijn op de overige mensen waar hij/zij mee in contact komt. Dat was toen zo en datzelfde geldt ook voor ons.

Want wij maken nu ook deel van uit van de gemeente van Yahuah. Dus dit zou voor ons ook kunnen gelden en van toepassing kunnen zijn! “Hoe gaan wij om met de vreze des Heren in onze dagelijkse wandel?” Want dat is van invloed op onszelf, op de gemeente waar wij deel van uitmaken, en op de mensen waar wij mee in contact komen. De werkelijkheid blijkt vaak weerbarstig. Komt dat, omdat niet de juiste vreze des Heren in de harten van de gelovigen is? Misschien iets om eens over na te denken.

In 2 Korinthe 7:1 zegt Paulus: “Daar wij nu deze beloften bezitten, geliefden, laten wij ons reinigen van alle bezoedelingen van het vlees en van de geest, en zo onze heiligheid volmaken in de vreze voor Yahuah.”

Onze wandel dient te beginnen met de vreze voor Yahuah en te eindigen in de vreze voor Yahuah, waarbij het ons streven is om te groeien naar het beeld van Yahusha. Vanaf het begin tot het eind is er in de Schrift sprake van de vreze voor Yahuah. Laten wij daar notie van nemen en dat in onze houding laten blijken naar Yahuah en de mensen waar wij mee omgaan.

Hebreeën 12:28-29 “Laten wij derhalve, omdat wij een onwankelbaar koninkrijk ontvangen, dankbaar zijn en hierdoor Yahuah vereren op een Hem behaaglijke wijze met eerbied en ontzag, want onze Elohim is een verterend vuur.”

Wij zien de woorden “vereren, eerbied en ontzag” bij elkaar, dat is mede de betekenis van de vreze des Heren, zoals wij gezien hebben.

In al deze verzen worden wij erop gewezen, dat in onze relatie tot Yahuah er een bepaalde mate van vreze, van angst is, die ontzag, respect, eerbied inhoudt. Die “vreze voor Yahuah” groeit naarmate je meer kennis krijgt van alles wat Yahuah in de persoon van Yahusha gedaan heeft voor de mens.

Paulus leert in 2 Korinthe 5:11 “Daar wij dan weten, hoezeer de Here te vrezen is, trachten wij de mensen te overtuigen.”

Ik hoop dat ik u ook heb weten te overtuigen van wat de vreze voor Yahuah inhoudt en het belang ervan?

In het verleden waren er momenten dat bepaalde mensen direct geconfronteerd werden met verschijningen of stemmen uit de onzichtbare werkelijkheid. Denk aan Abraham, Jakob, Mozes, David enz. Dan is het zeer begrijpelijk dat er op zo’n moment sprake was van een daadwerkelijk vrees en angst. En dan lezen wij telkens geruststellende woorden door die verschijningen of stemmen gesproken, om de mens op zijn gemak te stellen. Laten wij er een aantal lezen.

Vreest niet!

Genesis 15:1 “Hierna kwam het woord van Yahuah tot Abram in een gezicht: vrees niet Abram, Ik ben uw schild; …”

Genesis 21:17: “En Elohim hoorde de stem van de jongen, en de Engel van Elohim riep van de hemel tot Hagar en zei tot haar: Wat deert u Hagar? Vrees niet.”

Genesis 26:24: “En Yahuah verscheen aan Jakob in de nacht en zei: Ik ben de Elohim van uw Vader Abraham; vrees niet, want Ik ben met u.”

Daniël 10:12: “En hij zei tot mij: Vrees niet Daniël, want van de eerste dag ….”

Daniël 10:18-19 “Toen raakte hij, die er uitzag als een mens, mij wederom aan en gaf mij kracht en hij zei: Vreest niet, gij zeer beminde man …”

Richteren 6:23 “Doch Yahuah zei tot Hem: Vrede zij u! Vrees niet, gij zult niet …”

Datzelfde zien wij terug in het Nieuwe Testament.

Lukas 1:13: “Maar de engel zei tot hem: Vrees niet Zacharias, want uw gebed is …”

Lukas 1:30: “En de engel zei tot haar: wees niet bevreesd Maria; want gij hebt ….”

Lukas 2:10: “En de engel van Yahuah zei tot de herders: Vreest niet, want …”

Mattheüs 14:27: “Terstond sprak Yahusha hen aan en zei: Houdt moed, Ik ben het, vreest niet.”

Mattheüs 17:7: “En Yahusha, bij hen komende, raakte hen aan, en zei: Staat op en vreest niet.”

Mattheüs 28:10: “Toen zei Yahusha tot haar: Vreest niet, gaat henen ..”

Handelingen 27:23-24: “Want deze nacht heeft een engel van de Elohim, wie ik toebehoor en die ik vereer, bij mij gestaan, en hij heeft gezegd: Wees niet bevreesd Paulus, want gij moet ….”

Openbaring 1:17 “En toen ik Hem zag, viel ik als dood voor zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zei: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste, en …”

In het boek Jesaja richt Yahuah Zich tot het volk Israël en spreekt daarbij veelvuldig de woorden: ‘vrees niet, gij …’ Hetzelfde zien wij ook terug bij Jeremia, maar in iets mindere mate. Het klinkt als: wanneer je de juiste vreze voor Yahuah hebt, dan heb je niets te vrezen van de wereld om je heen.

Wij hebben een aantal verzen doorgenomen over de betekenis van de woorden “de vreze van/voor Yahuah”. De wijsheid voor ons begint met de juiste houding tegenover Yahuah. Als wij ons richten tot onze Elohim en onderzoek doen in de Schrift, vinden wij wijsheid. Maar dan moet die gevonden wijsheid ook worden toegepast in ons leven.

Amen en Shalom!