De Tabernakel - Deel 4 - het Koperen Altaar, de Voorhof, de Poort, de Pilaren, de Voetstukken, het Reukoffer Altaar en het Wasvat

Het Koperen Altaar

Exodus 27:1-8 “Gij zult het altaar van acaciahout maken, vijf el lang en vijf el breed, zodat het altaar vierkant is, en drie el hoog. Gij zult hoornen aan de vier hoeken maken; de hoornen zullen daarmee één geheel vormen, en gij zult het overtrekken met koper. Ook zult gij er potten voor maken, om het van as te reinigen, en scheppen, sprengbekkens, vorken en vuurpannen; al zijn gerei zult gij van koper maken. Gij zult een traliewerk ervoor maken, een koperen netwerk, en op het net vier koperen ringen maken aan de vier einden. Gij zult het onder de rand van het altaar van onderen bevestigen, zodat het netwerk halverwege het altaar reikt. Gij zult draagstokken voor het altaar maken, draagstokken van acaciahout en die met koper overtrekken. Zijn draagstokken moeten in de ringen gestoken worden en de draagstokken zullen zich aan de beide zijden van het altaar bevinden, wanneer men het draagt. Hol, van planken, zult gij het maken; zoals Hij u op de berg getoond heeft, zó zal men het maken.”

Yahuah heeft ons nu rechtstreeks gebracht naar de opdracht voor de bouw van het koperen altaar, dat in de voorhof staat, welke het allereerste is wat je zou zien bij het betreden van het tabernakel gebied. Een groot deel van de beschrijving van dit altaar is eerder beschreven in eerdere beschrijvingen van de voorwerpen in het Heilige der Heiligen en het Heilige, dat wil zeggen het hout en koper. Koper, zoals we eerder hebben vastgesteld, is een beeld van oordeel, en dit altaar wordt de ultieme plek van het oordeel. Dit altaar wordt het brandofferaltaar genoemd. (Exodus 30:28, Leviticus) 4:7). Dit altaar dient te worden onderscheiden van het reukofferaltaar, welke Yahuah gekozen heeft te benoemen na de opdracht tot de bouw van dit altaar. Hier is een goede en geldige reden voor, die we later zullen bespreken.

Laten we beginnen bij het begin van dit altaar. Yahuah instrueert Mozes eerst om een altaar te maken. Het woord voor altaar is mizebecha (מזבח). Het woord heeft als bron het werkwoord zavach. Zavach is het Hebreeuwse woord voor offerande brengen of offeren. Dus, het altaar is het zelfstandig naamwoord en het offeren is het werkwoord, of de actie. De letterlijke betekenis van zavach, of offeren, is om iets voor te bereiden voor een hoger doel. Het is direct verbonden met de voorbereiding van een maaltijd om een gast te voorzien. Bijvoorbeeld, een eerdere gebeurtenis in Genesis laat dit beeld zien.

Genesis 31:54 “En Jakob bracht een slachtoffer op die berg en nodigde zijn verwanten tot een maaltijd. En zij hielden de maaltijd en overnachtten op de berg.”

Hier hebben we het offer dat rechtstreeks verbonden is met het eten van een maaltijd. Wanneer er een os, een schaap of een geit wordt geofferd op dit altaar, is Yahuah tevreden. Wij zien de eerste van zo’n gelegenheid van een brandoffer in Genesis 8:20, wanneer Noach uit de ark komt en een altaar bouwt. In Genesis 22:8,13, hebben we een prachtig, bewegend beeld van wat Yahusha zelf zal doen op het tegenbeeld van het koperen altaar, een boom (ed: NBG paal), - een boom waarop Hij vastgenageld werd. In Genesis 22:8 lezen we dat Yahuah zelf in het offer zal voorzien in plaats van Isaak. De meeste christelijke commentatoren zien dit als een verklaring van profetie, dat Yahuah Zelf het lam zal worden in de vorm van Yahusha. Het Hebreeuws zegt daar: ‘elohiym yir'eh-lo hashsheh. Dit is letterlijk vertaald als ’Elohiym zal Zelf voor het Lam zorg dragen. Met andere woorden, ’Elohiym zal Zelf in het lam voorzien. Dit in en uit zichzelf suggereert niet dat Hij Zelf het offer zou zijn. Met dit soort verkeerde vertalingen is de leugen van incarnatie (vleeswording van Yahuah) in de wereld geholpen. Het is de vervanger voor Isaak, geloof ik, die meer licht werpt op vers acht. In vers dertien staat:

Genesis 22:13 “Toen sloeg Abraham zijn ogen op en daar zag hij een ram achter zich, met zijn horens verward in het struikgewas. En Abraham ging en nam de ram en offerde hem ten brandoffer in plaats van zijn zoon.”


Dit is een geweldig statement. Allereerst hebben we alle elementen van het koperen altaar. Het hout, de ram, de horens, en een plek genaamd YAHUAH YIREH (יהוה יראה), of Yahuah zal voorzien. Nu, is het toeval dat van alle reine dieren die mogen worden geofferd, Yahuah voor de ram kiest? Het woord voor ram is ’ayil (איל). Dit woord is de werkwoordelijke bron voor het woord ’Elohiym (אלהים). Het woord struikgewas is het Hebreeuwse woord savak (סבך). Het Griekse equivalent is perikukloo(περικυκλοω), wat omsingeld zijn betekent, met name door vijanden (Lucas 19:43). Ik vind dat de omstandigheden van Yahusha’s rechtszaak, omsingeld door zijn vijanden en de daaropvolgende kruisiging meer dan alleen maar een gelijkenis is met wat er hier heeft plaats gevonden. Het is ook interessant voor mij, dat hier de zinsnede, tachat b'no (תחת בנו) wordt gebruikt. Dit is vertaald als "in de plaats van zijn zoon." Deze uitdrukking betekent dat de ram werd geofferd in plaats van zijn zoon. Yahuah Zijn plan vanaf het begin was, dat Hij zou voorzien in een plaatsvervangend Lam om te sterven "in plaats van" de mens. Yahusha is niet Yahuah, Yahusha is het plaatsvervangende (Pesach)Lam dat inplaats van ons sterft, zodat wij door dit Lam de 2e dood niet sterven en eeuwig leven ontvangen.

Het hele idee van het brandoffer is om aan het zonde probleem te voldoen, alvorens ergens anders het huis van Yahuah ofwel tabernakel binnen te gaan. Dit is de weg van Yahuah. De Vader woont tussen de cherubs boven het verzoendeksel, de wacht houdende over de ark van het getuigenis. Er was maar één manier waarop de priesters het wasbekken konden naderen, het Heilige binnengaan, het levensbehoudende brood eten, voor het licht van de menorah staan, en wierook op het gouden altaar branden. Zij moeten hun hele wezen geven door de offerande van een brandoffer bij de ingang van het voorhof. Dit is één reden waarom Yahusha zei dat Hij de weg, de waarheid en het leven was, en dat men alleen door Hem tot de Vader kon komen. Het koperen altaar was de enige manier. Yahuah zou altijd weten of dit altaar omzeild werd. De wolk van het wierook van het gouden altaar, dat de verzoendeksel bedekte, moest gemengd worden met de brandende kolen die genomen waren uit het koperen altaar (Leviticus 16:11-13). Yahuah zou weten aan de geur van de wierook dat aan het koperen altaar voorbij gegaan was. Het woord "brandoffer" is eigenlijk afkomstig van één Hebreeuws woord. Dit woord is ‘alah (אלה). Het betekent om op te staan, of om omhoog te gaan. Dit woord wordt vaak gebruikt om de handeling van het terug gaan naar Israël te beschrijven. Om naar Jeruzalem te gaan is om omhoog te gaan, om aliya te maken. Om weg te gaan uit Jeruzalem, en om ergens anders heen te gaan, is naar beneden te gaan. Hoe dan ook, de rook van de offers rezen op naar Yahuah om een zoete geur te zijn in Zijn neusgaten. Niet omdat Yahuah geniet van het slachtoffer, maar omdat dit betekent dat iemand zich geheel gegeven heeft aan Hem en er een kind verlost is.

Met dit mooie beeld zijn we echter nog niet klaar met het bestuderen van het koperen altaar. laten we kijken naar Nadab en Abihu, en de gevaarlijke toestand van het hedendaagse moderne christendom. Ik denk dat de "christelijke kerk" tegenwoordig gevuld is met Nadab’s en Abihu’s. Er is een vreemd vuur aan het branden in ons land. Een vreemde rook stijgt op naar Yahuah Zijn neusgaten. Het is een stank. Het is een handvol wierook zonder as van het koperen altaar. Het is het huidige concept van onze religieuze cultuur. Het begon een lange tijd geleden.

Bij de ingang van de mishkan is de plaats van de brandoffers. Dit altaar moet zorgvuldig onderscheiden worden van het reukofferaltaar. Je moet de context van elke vermelding van deze altaren lezen en vergelijken, zodat je de verschillen kan onderscheiden. Eén van de verschillen tussen het koperen altaar en het reukofferaltaar zit verborgen in de aard van het offer. Het koperen altaar is de plaats van een "geheel" offer. In Exodus 29:18, Leviticus 4:12, 8:21 en Deuteronomium 33:10, lezen we over dit altaar en de offers. De betekenis achter dit offer vormt het toneel voor het "vreemde vuur" van de zonen van Aäron, Nadab en Abihu. Ik geloof dat er een duidelijke reden is waarom Yahuah eerst naar dit altaar overgesprongen is in Zijn opdracht aan Mozes, in plaats van de natuurlijke weg te gaan naar het reukofferaltaar. Als je Yahuah Zijn patroon van het ontwerp van binnen naar buiten zou volgen, zou het reukofferaltaar het volgende zijn. Echter, er is een subtiele, maar belangrijke stap die Yahuah eerst aan zijn volk wil onthullen, dit is het altaar van het gehele brandoffer. Een stap, die ik denk, Nadab en Abihu opzettelijk verwierpen.

In Johannes 14 zei Yahusha:

Johannes 14:6 “Ik ben de weg, de waarheid en het leven, niemand komt tot de Vader dan door Mij.”

Waar woont de Vader? Tussen de cherubs, boven het getuigenis en de verzoendeksel in het Heilige der Heiligen! Wanneer je de tabernakel binnenkomt, liep je recht op het koperen altaar af. Deze plaats van offeren, geheel offeren, stond tussen jou en de verblijfplaats van Yahuah. Dit is de plaats van het gehele brandoffer. Waarom een geheel offer? Nou, de betekenis van het woord geheel zal ons enig inzicht geven. Het woord geheel komt van het Hebreeuwse woord kaliyl (כליל). De bron van dit woord is kalal (כלל) wat betekent; geperfectioneerd moeten worden, afgewerkt of compleet gemaakt worden. Eén van de hieraan verwante woorden is kallah (כללה), dat het woord is voor bruid. Het idee achter Yahuah Zijn keuze voor dit woord is dat dit offer de compleetheid, of het eindproduct van een handeling vertegenwoordigt. Alle andere offers en "rituelen" moeten worden nageleefd na dit offer. Het dier dat op dit altaar werd geofferd gaf zich volledig. Het hele idee, bedoeld als woordspeling, van dit altaar als afbeelding, is dat de zondaar, gerepresenteerd door de priesters, hem of haarzelf volledig gaf voordat ze het waagden om het Heilige of het Heilige der Heiligen te benaderen. Dit moest ook worden verricht alvorens men kon naderen tot het wasvat. Diegene die geïdentificeerd wordt met dit offer, moet heel goed begrijpen hetgeen hier gedaan wordt. Wanneer wij onze levens aan Yahusha geven door ons te identificeren met Zijn offer, moeten we begrijpen dat we al onze zonden tot as laten reduceren. Wij overhandigen ons hele leven aan Hem, zodat Hij door ons heen kan leven. We geven geest, ziel en lichaam. Dit is de waarom Paulus ons in 1 Tessalonicenzen 5 zegt:

1 Tessalonicenzen 5:23 “En moge de Yahuah van de vrede Zelf u geheel en al heiligen, en mogen uw geheel oprechte geest, de ziel en het lichaam onberispelijk bewaard worden bij de komst van onze Heere Yahusha Hamashiach”

Romeinen 12:1-2 verwijst naar hetzelfde ding. Modern christelijk onderwijs heeft typisch zo geleerd dat we onze geest onderdompelen in Zijn geest, en dat alleen onze geesten één moeten worden met de Ruach haQodesh. Het koperen altaar echter, schildert een heel ander beeld, één van volledige identificatie met het dier, dat zijn leven gegeven heeft. Zo is het ook met het (Pesach)offer van de Messias. Dit woord kalal verschijnt voor het eerst in Genesis 2:1, toen Yahuah ons vertelde dat de hemelen en de aarde vayekullu (ויכלּוּ) werden, dat wil zeggen, afgemaakt of voltooid. Het verwante woord, kallah, gebruikt voor bruid leert ons ook deze identificatie van volledigheid. Nu waarom zou de bron van bruid betekenen "compleet zijn"? Omdat de man niet compleet is zonder de vrouw. Het letterlijke uit de zijkant van de mens nemen om een vrouw te maken en de daaropvolgende hereniging door middel van het bijbelse huwelijk, is een beeld van de eenheid die Yahuah geschapen heeft naar Zijn beeld, genaamd "mens". Zo is het in de Schrift ook met de leer over de bruid van de Heer. Onze Messias wacht geduldig op Zijn bruid aan de rechterhand van Yahuah, zodat ook Hij compleet mag zijn. Deze bruid groeit, door de liefde van haar bruidegom, tot een "perfect mens" volgens Efeziërs 4.

Efeziërs 4:13 “totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van de Messias.”

Op een dag al heel snel, zal de vereniging volledig of geheel zijn. In de tussentijd typeert het aardse ontwerp van een man en vrouw onze relatie met onze bruidegom. Deze relatie wordt opnieuw afgebeeld in Efeziërs hoofdstuk vijf. De man moet zichzelf opgeven voor zijn vrouw. Hij zet zijn eigen verlangens en eigen wil opzij voor de hare. Hij is ontworpen om zijn vrouw te geven wat ze nodig heeft. Zij, op haar beurt stelt zich onderdanig aan haar man. Hij gaf zichzelf in z’n geheel aan haar, zodat zij op haar beurt zich volledig geeft aan hem. We houden van Hem, zegt Johannes, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Dit is een deel van de betekenis achter het ons volledig identificeren met het volgen van de Messias in zijn dood (Kolossenzen 2:9-13, Romeinen 6:3-10).

Het is mijn waarneming dat de moderne Christelijke theologie dit niet leert. De geest lijkt, volgens de meeste moderne theologie, de enige zorg te zijn voor Yahuah. Ik geloof dat het beeld van de koperen altaar en Yahusha’s vervulling ervan, ons het hele offer toont van geest, ziel en lichaam. Ik geloof dat alleen diegenen die zichzelf in z’n geheel op dat altaar hebben gegeven "de bruid" zijn. Ik geloof dat Nadab en Abihu niet verlangden om zichzelf volledig te geven, want om jezelf volledig te geven betekent om je geheel aan Yahuah te geven. Ik geloof dat als gevolg van hun verheven priesterlijke functies, ze zich overgaven aan alle ceremonie, liturgie, praal, gemeenschap en bekendheid, maar niet aan de dag tot dag gehoorzaamheid van de weg van Yah. Thora, ofwel Yahuah Zijn instructies, zijn voor de gehele mens. Dit komt omdat de gehele persoon is ontworpen om over te worden gegeven aan Yahuah. Om simpelweg je "religieuze" waarden aan Hem te geven is niet volledig. Om hem je "zondag" ochtenden of zelfs je woensdagavonden te geven is niet volledig. Om jezelf Intellectueel te geven en te zeggen dat Hij “Heer” is, is niet volledig. Om te begrijpen waar het koperen altaar voor bedoeld is, maar om te verwaarlozen, dat je je gehele wezen op het altaar legt, is niet volledig. Volgens Leviticus 16:11-13, werd de wierook van het reukofferaltaar gemengd met een vat vol vurige kolen, van het brandofferaltaar. Als de kolen van het as van het gehele offer niet samen werden aangeboden met de zoete wierook, dan wordt er een "vreemd vuur" aangeboden aan Yahuah. Als iemand zich reeds in z’n geheel heeft gegeven aan Yahuah, dan komt het vuur van Hem naar beneden en verteert het offer, dat wil zeggen het dieroffer in de Tenach en ons eeuwige offer, Yahusha in het Nieuwe Testament. Waarom is dat zo? Omdat er niets meer van je over is om te consumeren! Je bent reeds met de Messias begraven. Je bent al volledig aangeboden. Maar als je slechts een deel van jezelf gegeven hebt, of als je jezelf nog nooit echt volledig gegeven hebt, dan komt het vuur naar beneden en zal je verteren. Als je vóór Yahuah staat bij het reukofferaltaar en wierook omhoog laat gaan zonder dat er gloeiende kolen van de gehele brandoffer bijzitten, dan offer je een vreemd vuur aan Yahuah.

Psalmen 51:17-19 “De offeranden Gods zijn een verbroken geest; een verbroken en verbrijzeld hart veracht Gij niet, o God. Doe wèl aan Sion naar uw welbehagen, bouw de muren van Jeruzalem. Dan zult Gij behagen hebben in offers naar de eis, brandoffers in hun geheel gebracht; dan zal men stieren op uw altaar offeren.”

Hier ligt de logische vraag. Hoe geeft men zichzelf volledig op dit altaar? Nou, de details zijn op z’n best vermoeiend, maar op de formule hiervoor, zoals je wil, was door Yahuah reeds vanaf het begin geanticipeerd. Onze Schepper wist van tevoren dat de mens drie-enig in natuur zou zijn, dat hij zou bestaan uit geest, ziel en lichaam. Hij wist dat alleen als deze drie in eenheid en harmonie zijn, de mens een compleet persoon kon zijn. Onze Schepper gaf instructies voor de gehele persoon. Hij wist van tevoren, dat de mens verlost zou moeten worden van de zichzelf toegebrachte conditie, dus voorzag Hij Zelf in het offer. Hij wist dat de mens zou verlangen naar liefde en een seksuele relatie, dus plaatste Hij de vervulling van deze behoeften in de huwelijksrelatie. Hij wist dat de mens zou willen dansen, zingen en feest vieren, dus gaf Hij de mens Zijn feesten en scheidde hen van de heidense vieringen. Hij wist ruim van tevoren, dat de mens zou moeten eten, dus gaf Hij de mens duidelijke instructies over wat hij zou moeten consumeren als brandstof en wat niet ontworpen was als voedsel voor de mens. Hij wist van tevoren dat de mens de bodem zou moeten bewerken en rusten, dus gaf Hij de mens Zijn patroon van creëren en rusten; zes dagen werken, één dag rust. Hij wist dat de mens verdriet en emotionele momenten zou ervaren, dus gaf Hij de mens Psalmen en Spreuken om hem te troosten in moeilijke tijden. Vanaf het begin heeft Yahuah in de behoeften van de mens voorzien: in geest, ziel en lichaam. Hij wist van te voren dat vanwege de gevallen natuur van de mens, de mens al zijn behoeften zelf zou wensen in te vullen, zonder tussenkomst van zijn Schepper. Yahuah wist dat indien alleen gelaten, deze "Adam-se" verlangens op z’n best zijn relatie zou verbreken en in het slechtste geval hem zou vernietigen. Dus begon Yahuah zijn herstel van de mens met het offer, een plek waar de mens een tweede kans zou hebben, een plek waar de mens zijn hele leven kon neerleggen zonder vernietigd te worden, een plek waar iemand anders de prijs kon betalen

Markus 12:30 “.., en gij zult Yahuah, uw Elohim, liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uw ziel en uit geheel uw verstand en uit geheel uw kracht”

De Voorhof

Exodus 27:1-8 “Gij zult de voorhof van de tabernakel maken; aan de zuidzijde gordijnen voor de voorhof van getweernd fijn linnen, honderd el lengte aan de ene zijde; en daarvoor twintig pilaren, en twintig voetstukken van koper, voor de pilaren haken en dwarsstangen van zilver. Zo ook aan de noordzijde in de lengte gordijnen van honderd el lengte en daarvoor twintig pilaren, en twintig voetstukken van koper, voor de pilaren haken en dwarsstangen van zilver. In de breedte nu van de voorhof aan de westzijde gordijnen van vijftig el, met hun tien pilaren en de tien voetstukken daarvan. De breedte nu van de voorhof aan de oostzijde: vijftig el. En vijftien el gordijnen voor het ene zijstuk, met hun drie pilaren en de drie voetstukken daarvan. Ook voor het andere zijstuk vijftien el gordijnen, met hun drie pilaren en de drie voetstukken daarvan.”


We hebben nu het gebied van de tabernakel bereikt, dat het meest zichtbaar is. Het voorhof beeldt het lichaam van de Messias uit, het gedeelte dat gezien en gehoord kan worden. Dit kan worden gezien in het woord chatzer, welke het woord is dat vertaald is als voorhof (plein). Dit woord komt van het bronwoord, chatzar (חצר), wat ‘een geluid maken’ betekent. Het woord voor de zilveren trompetten is chatzozerah. Deze trompetten werden gebruikt om een signaal voor een aanval aan te geven, en soms om een signaal te zijn voor een feest. Deze twee woorden zijn direct verwant omdat ze beide een demonstratieve activiteit aangeven, die kan worden gezien of gehoord. Als er, in een bepaalde volgorde, tonen op de zilveren trompetten klonken, meldde het aan Yahuah Zijn volk de soort van vergadering (mikra - ekklesia - gemeente) waartoe werd opgeroepen. Het geluid van de trompet was synoniem aan de aard van de samenkomst. Hetzelfde gold voor het ontwerp van het voorhof van de tabernakel, in het achterhoofd houdende dat er drie delen zijn in de mishkan, maar altijd aangeduid als één tabernakel. Het was belangrijk dat het voorhof de heiligheid van de Heilige plaatsen weerspiegelde. Dit is de reden waarom vroegere steden werden vernoemd naar mensen, want de reputatie van een stad was slechts zo nobel als de naam van de persoon die ze reflecteerden. Het is geen toeval dat het woord voor stad chatzar is (Genesis 25:16). Yahuah ontwierp Zijn woonplaats om zichtbaar expressie te geven aan Zijn gerechtigheid voor de wereld. Hij omringde het voorhof met fijn geweven linnen om deze gerechtigheid uit te drukken, als om te zeggen, dat dezelfde gerechtigheid die IN de tabernakel is, dat wil zeggen de gordijnen van het binnenste voorhangsel, dezelfde gerechtigheid is, die de wereld ziet. Als het geloof komt door het horen en het horen door het woord, dan moet het woord worden rond trompettert met een eigen geluid aan een ieder die wil luisteren.


Het belangrijkste gebied om schoon te houden is het voorhof. Yahuah, onze Vader, moet genaderd worden, te beginnen bij het voorhof. Yahusha zei dat Hij de weg, de waarheid en het leven was, en dat geen mens tot de Vader kan komen dan door Hem. Yahusha is de openbaar gemaakte uitdrukking van het woord van Yahuah. Hij is degene die gezien, gehoord en aangeraakt kan worden, kortom Hij leert ons de weg. Hij is ons voorbeeld, naar zijn voorbeeld moeten we wandelen. Hij is de volmaakte tabernakel. Er is een orde in het benaderen van Yahuah. Je begint bij de poort met dankzegging, gaat vervolgens Zijn voorhof op met lofprijs (Psalmen 100:4). Je stopt vervolgens bij het wasvat om te wassen (1 Johannes 1:9, Efeziërs 5:26), gevolgd door de ingang naar het Heilige voor de bediening. Vlak voor het binnengaan in Zijn aanwezigheid staat het Gouden reukofferaltaar (gebed), waar u dan vrijmoedig kunt toetreden tot het Heilige der Heiligen. Als Yahuah u benadert, begint Hij bij de ark van het getuigenis in het Heilige der Heiligen (het hart of de geest). Hij begeeft zich dan naar het Heilige of het gebied van de gedachten, en pas daarna zal Hij het lichaam bewegen of rechtstreeks het gedrag van Zijn volk aansturen. Ons denken moet veranderd worden door de Geest van Yahuah voordat Zijn gerechtigheid uitgedrukt kan worden. Dit is waarom Hij Mozes vertelt te beginnen met de Ark van het Getuigenis, die Zijn geboden bevat. Het voorhof (lichaam) is de uitdrukking van Yah’s wil. Als het voorhof blijft zondigen, om zo maar te zeggen, ziet de wereld op z’n best hypocrisie en in het slechtste geval een pervers gezicht van het Heilige der Heiligen. Dit is de reden waarom beide Testamenten zijn gevuld met geboden voor de schapen om heilig te zijn, want Hij is heilig. Dit is de reden waarom het opnieuw weer geen toeval is, dat het Griekse woord voor voorhof aule is. Aule wordt een paar keer in het Nieuwe Testament gebruikt als het woord voor paleis of schaapskooi. Het woord waar we het meest geïnteresseerd in zouden moeten zijn is schaapskooi.


Johannes 10:1 “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie niet door de deur de schaapskooi binnenkomt, maar op een andere plaats inklimt, die is een dief en een rover. “


Johannes 10:16 “Nog andere schapen heb Ik, die niet van deze stal zijn; ook die moet Ik leiden en zij zullen naar mijn stem horen en het zal worden één kudde, één herder.”


Er is werkelijk slechts één kudde en één herder. Eenheid in het lichaam van de Messias is gebaseerd op gehoorzaamheid aan Zijn woord. Alleen dan kan de wereld zien dat er slechts één Elohim (Yahuah) is. Gehoorzaamheid wordt bereikt in gedrag en het tonen ervan, die een uiterlijke expressie is van datgene wat er aan de binnenkant gebeurt. Het voorhof, of lichaam van de Messias, is evenzeer de tabernakel als de Heilige plaatsen dat zijn, want het is het getuigenis dat Yahuah één is (en niet een drie-eenheid).


1 Koningen 8:58-60Yahuah, onze Ekohim, zij met ons, zoals Hij met onze vaderen geweest is; Hij verlate en verwerpe ons niet, maar neige ons hart tot Zich, om al zijn wegen te bewandelen, en de geboden, inzettingen en verordeningen in acht te nemen, die Hij aan onze vaderen geboden heeft. Mogen deze mijn woorden, die ik voor het aangezicht van Yahuah gesmeekt heb, des daags en des nachts nabij Yahuah, onze Elohim, zijn, opdat Hij zijn knecht en zijn volk Israël recht verschaffe dag aan dag, opdat alle volken der aarde mogen weten, dat Yahuah Elohim is en niemand meer.”


Het voorhof is niet alleen de plaats van lofprijs, maar ook van profetie.


Jeremia 19:14 “Toen Jeremia van Tofet kwam, waarheen hem Yahuah had gezonden om te profeteren, ging hij staan in de voorhof van het huis van Yahuah en zeide tot het gehele volk…”


Jeremia 26:2 “Zo zegt Yahuah: Ga in de voorhof van het huis van Yahuah staan en spreek tegen alle steden van Juda, die komen om zich in het huis van Yahuahneder te buigen, al de woorden die Ik u gebied tot hen te spreken; doe er geen woord af…”


Gewoon door het doen van een vluchtige lezing door de profeten in de Schrift, kan men zien dat ze Yahuah Zijn volk voortdurend waarschuwde tegen hun goddeloosheid en slechte manieren. Hoeveel te meer zou dat voor ons moeten zijn? Jeremia smeekte bij de mensen, wetende dat als ze Yahuah gehoorzaamden, het fysiek en geestelijk wel met ze zou gaan. Luister naar de woorden van de Psalmen die specifiek op Shabbat werden gezongen.


Psalmen 92:14 “Wie in het huis van Yahuah geplant zijn, die mogen groeien in de voorhoven van onze God (’Elohiym).”


De Poort, Pilaren en de Voetstukken

Exodus 27:16 “En voor de poort van de voorhof een gordijn van twintig el van blauwpurper, roodpurper, scharlaken en van getweernd fijn linnen – veelkleurig weefwerk – met de vier pilaren en de vier voetstukken daarvan.”


De Poort

Geplaatst aan de oostzijde van de voorhof is de poort en de ingang naar de tabernakel. Deze is, tussen haakjes, de enige toegang tot de tabernakel. De poort aan de oostkant volgt op de instructies voor de gordijnen aan de oostzijde (vs.13-14). De keuze van de oostkant als ingang is geen toeval. De etymologie van het woord oost biedt één van de beste inzichten. Het woord in het Hebreeuws is qedem (קדם). Dit woord wordt vertaald als het oosten, oud en historisch. Men kan er een goede zaak van maken om aan te tonen dat de wegen, wetten en gewoontes van Yahuah uit het oosten komen. De tuin van Yahuah (Elohiym) die de boom des levens bevatte werd, in Eden, in oostelijke richting geplaatst (Genesis 2:8). De komst van de Messias zal vanuit het oosten plaatsvinden (Matteüs 24:27). De Messias zou uit de stam van Juda komen welke het leidinggevende kamp was aan de oostzijde van de tabernakel (Numeri 2:3). In Micha lezen we de plaats waar de Messias vandaan zou komen.


Micha 5:1 “En gij, Betlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds (qedem), van de dagen der eeuwigheid.”


De woorden historisch, oud, en ten oosten spreken allen over de bron van waaruit alle dingen komen. Dit is waarom Yahuah de Éne vanouds (ed: KJV engels zegt van eeuwigheid) of vanuit het oosten (Habakuk 1:12) wordt genoemd. Het woord west of yam (ים) spreekt over de richting van de natiën en is ook vertaald als de zeeën, of de bron van de massa van de mensheid. Dit is waar we de term “een zee van mensen” vandaan krijgen. De wegen van de mensheid komen uit het westen en Yahuah Zijn wegen komen uit het oosten. Het is geen toeval dat de enige toegang tot de tabernakel aan de oostzijde is.


Er is een poort geplaatst aan de oostkant, die onmiddellijk leidt naar het koperen altaar. Het woord poort is ook erg interessant. Het woord poort is een vertaling van het Hebreeuwse woord, sha‘ar (שער). Dit woord wordt in principe uitgesproken als shaw-ghar. Het woord betekent letterlijk een zakelijke transactie voltooien. Op dat moment waren er muren rond de meeste grote steden. De meeste ommuurde steden hadden twee poorten waardoor men de stad kon binnengaan. Er was een algemene, grotere poort en dan was er een veel kleinere poort genaamd de poort van de oudsten. Het is bij deze kleinere poort waar een aantal dingen gebeurden. Als je bij het betreden van de stad door de kleine poort ging, ontmoette je de oudsten van de stad die geschillen en schulden regelden. Als je een schuldenaar was van iemand, kon je de schuld regelen bij de smalle poort en dan overal in de stad vrij rondlopen. Je mocht dan niet worden lastig gevallen of veroordeeld door je schuldeisers. Ook alles waarover je iets met iemand had werd door de stadsoudsten geregeld. Echter, als je geen zorgen had om schulden, of geschillen te hoeven beslechten, dan kon je vrij ingaan door de brede poort, maar op eigen verantwoording. Dus, met andere woorden, je kunt nu je schulden regelen en vrij zijn, of je zou het risico kunnen nemen om het later te regelen. Deze twee poorten, als het al niet duidelijk is, zijn de poorten waarnaar gerefereerd wordt in Matteüs:


Matteüs 7:13-14 “Gaat in door de enge poort, want wijd is [de poort] en breed de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan; want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden.”


Hier zijn een aantal bronnen voor de achtergrond van de poort van de oudsten: Jeremia 7:1-7; Deuteronomium 16:18, 21:19, 25:7; Jesaja 20:4; Spreuken 31:23 en Zacharia 8:16. Om voor de hand liggende redenen heette deze poort ook wel de poort van dankzegging.


Psalmen 100:4 “Gaat met een loflied zijn poorten binnen, zijn voorhoven met lofgezang, looft Hem, prijst zijn naam.”


Het is net voorbij deze poort dat we het koperen altaar vinden, het offeraltaar. Dit is waar iedere nadering tot Yahuah moet beginnen. De vurige kolen van dit altaar moet worden genomen met de wierook en worden aangeboden op het gouden altaar. Het waren de kolen uit het vuur van het offeraltaar die werden omzeild door Nadab en Abihu toen het vuur van Yahuah hen verteerde. Zonder deze kolen, zou het offeren een vreemd vuur zijn geweest.


De poort was de weg om de stad binnen te gaan. Op dezelfde manier was er ook maar één manier om de tabernakel binnen te gaan, er was en is maar één manier om het koninkrijk van Yahuah binnen te gaan. Yahusha verklaarde in Johannes 14:6 de enige weg te zijn. Aan het einde van de openbaring van Johannes wordt ons verteld dat er twaalf poorten zijn naar het Nieuwe Jeruzalem. Deze poorten zijn de twaalf stammen van Israël. Het is via één van deze poorten, dat men het Nieuwe Jeruzalem moet binnengaan.


Openbaring 22:14 “Zalig zij, die hun gewaden wassen, opdat zij recht mogen hebben op het geboomte des levens en door de poorten ingaan in de stad.”


De poort was de enige manier om de voorhof van de tabernakel binnen te komen, het was de enige deuropening. Als men probeerde op een andere manier binnen te komen, werd hij beschouwd als een dief. Yahusha is de enige deur naar de schaapskooi, iedereen die op een andere manier binnen komt is een dief (Johannes 10:1-8).


Pilaren en de Voetstukken

De voorhof was omgeven door pilaren die in voetstukken werden gezet. We hebben zilver en koper al uitvoerig behandeld, maar het is interessant om de betekenis van de pilaren en de voetstukken te ontdekken. Het woord pilaren dat hier gebruikt wordt is het Hebreeuwse woord ‘ammud (עמוד). Dit woord komt van het werkwoordelijke bronwoord ‘amad, wat staan betekent. De voorhof, zoals we eerder hebben besproken is het beeld van het fysieke lichaam en ons individuele besluit. De pilaren vertegenwoordigen onze roeping om standvastig zonder aarzeling te blijven staan. Drie voorbeelden komen in mijn gedachte.


Jeremia 6:16 “Zo zegt Yahuah: Gaat staan aan de wegen, en ziet en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, opdat gij die gaat en rust vindt voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij willen die niet gaan.”


Romeinen 5:1-2 “Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij Yahuah door onze Heere Yahusha Hamashiach. Door Hem hebben wij ook de toegang verkregen door het geloof tot deze genade waarin wij staan, en wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van Yahuah.”

Efeziërs 6:13-14 “Neemt daarom de wapenrusting van Yahuah, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden. Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid, bekleed met het pantser der gerechtigheid…”

Het is duidelijk uit deze verzen dat men niet alleen kan staan, en dat het de waarheid, hoop, en Yahuah Zelf is, waarin je stevig kan staan. Het is, wederom, geen toeval dat deze pilaren in voetstukken moeten worden gezet. Het Hebreeuwse woord dat hier door Yahuah gekozen is voor voetstukken is ’eden (אדן). De bron van dit woord is adon of meester. De meeste verschijningen van dit woord zijn verwijzingen naar aardse heren of meesters. Het is de bron van het woord adonai. Vandaag de dag gebruikt de Joodse religie, in het algemeen, de woorden HaShem en Adonai als ze naar Yahuah verwijzen. Er zijn een handvol geschriften waarin dit woord verwijst naar de Here Here, o.a. Exodus 23:17, 34:23; Deuteronomium 10:17; Nehemia 10:29; Maleachi 3:1. Onze pilaren moeten stevig geplant worden in onze hemelse Vader, en de wegen waarin we moeten staan zijn de oude wegen en op de oude paden. Wij moeten ook samen staan in de overleveringen van Yahuah, en niet de overleveringen van de mensen of religie van mensen.

2 Tessalonicenzen 2:15 “Zo dan, broeders, staat vast en houdt u aan de overleveringen, die u door ons, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, geleerd zijn.”

We zijn opgedragen om niet te wandelen in de raad der goddelozen, noch te staan op de weg der zondaars, of te zitten in de kring der spotters (Psalmen 1:1). Dus, ga in via de smalle poort.

Het Reukoffer Altaar

Exodus 30:1, 6-8 “Gij zult een altaar, een offerplaats voor reukwerk, maken; van acaciahout zult gij het maken;….. Gij zult het zetten vóór het voorhangsel, dat vóór de ark der getuigenis is, vóór het verzoendeksel, dat boven de getuigenis is, waar Ik met u zal samenkomen. Aharon nu zal daarop welriekend reukwerk in rook doen opgaan; elke morgen, wanneer hij de lampen in orde maakt, zal hij het in rook doen opgaan. Ook wanneer Aharon de lampen aansteekt in de avondschemering, zal hij het in rook doen opgaan voor het aangezicht van Yahuah als een bestendig reukwerk voor uw geslachten.”


De poort van de voorhof is het laatste wat genoemd wordt toen de opdracht van de bouw werd gegeven. We zien dan een pauze, zoals je wil, om de instructies voor de kleding, de toewijding en het gedrag van de priesters aan te geven. Voordat Yahuah ons instructies geeft voor het reukoffer altaar en het wasvat, geeft Hij ons de voorschriften voor de heiliging van de priesters. Er zijn twee voorwerpen, die elk voor een voorhangsel staan. Voor het voorhangsel van het Heilige staat het wasvat. Voor het tweede voorhangsel van het Heilige der Heiligen staat het gouden reukofferaltaar. Ik denk dat Yahuah Zijn priesters eerst de normen leert, voordat Hij de handwerkers het ontwerp van de plaats van gebed en de plaats van het wassen van het water van het woord instrueert. Dit is waarom ik geloof dat er een drie hoofdstukken pauze bestaat voordat het ontwerp van het altaar en het wasvat wordt gegeven. Het is geen lichte zaak waartoe Yahuah Zijn priesters oproept. Misschien moeten we allemaal onze wandel eens onderzoeken voordat we de verantwoordelijkheid op ons nemen waarvoor we niet voorbereid zouden zijn.


Er zijn vele voorvallen in dit boek van de exodus, en in Leviticus, waar dit altaar verward zou kunnen worden met het koperen altaar net binnen de poort van de voorhof. De tekst moet zorgvuldig gelezen worden om deze twee niet te verwarren, ondanks dat ze nauw met elkaar verbonden zijn. Dit altaar stond blijkbaar nog net binnen het Heilige net voor het binnenste voorhangsel, die vóór de verzoendeksel en de ark van het verbond hing. De taal kan een beetje verwarrend zijn in vers 6, maar er zijn andere geschriften die erop wijzen dat dit altaar niet in het Heilige der Heiligen stond, waar alleen de hogepriester kon ingaan. Het was op dat moment Aaron's verantwoordelijkheid om elke ochtend en avond de Menorah te verzorgen en op dit altaar de wierook te branden. Dit zou later verdeeld worden onder de priesterlijke afdelingen, vooral tijdens het tijdperk van de tempel. De hogepriester lijkt veel van dezelfde priesterlijke functies te hebben gehad als de reguliere priesters, met uitzondering van zijn functies op Yom Kippur. In Lukas 1 lezen we dat Zacharias deze functie uitvoerde.


Lucas 1:8-11 “Terwijl hij het priesterambt bediende voor Yahuah, toen het de beurt van zijn afdeling was, gebeurde het dat hij, volgens de gewoonte van de priesterdienst, door loting werd aangewezen om de tempel van Yahuah binnen te gaan en het reukoffer te brengen. En heel de menigte van het volk was buiten aan het bidden op het uur van het reukoffer. En er verscheen aan hem een engel van Yahuah, die aan de rechterzijde van het reukofferaltaar stond.”


Dit zal één van de verscheidene passages zijn waar we zullen leren over de verbinding van het altaar met het gebed, en het feit dat dit altaar NIET in het Heilige der Heiligen stond. Het is ook in dit gedeelte van de Schrift, dat de Ruach haQodesh relevante informatie onthult over de tijdstip van de Yahushas geboorte.


Laten we terugkeren naar dit altaar. Ten eerste leren we dat het gemaakt is van dezelfde materialen als de ark: goud en acasia hout. We hebben de betekenis hiervan geleerd in de lessen over de ark van het verbond. We zien dat het geplaatst wordt vóór het binnenste voorhangsel. Dit betekent dat als u vanaf de poort tot Yahuah begint te naderen, de laatste plaats waar je zou staan vóór het binnengaan van het Heilige der Heilige, de plek is van het reukofferaltaar of gebed. Dit zou betekenen dat je volledig begrip zou hebben van het offer, voordat je zover komt. Het is mijn mening dat de twee zonen van Aäron dit koperen brandofferaltaar omzeilden en een poging gedaan hebben om hun EIGEN wierook te branden op het gouden altaar.


Leviticus 16:11-13 “Dan zal Aäron de stier van zijn eigen zondoffer brengen en verzoening doen voor zich en zijn huis; hij zal de stier van zijn eigen zondoffer slachten. En hij zal een pan vol gloeiende kolen van het altaar voor het aangezicht van Yahuah nemen en zijn handen vullen met fijngestoten welriekend reukwerk en dat alles brengen binnen het voorhangsel. Dan zal hij het reukwerk op het vuur leggen voor het aangezicht van Yahuah, zodat de wolk van het reukwerk het verzoendeksel dat op de getuigenis ligt, bedekt, opdat hij niet sterve.”


Ik denk dat vurige kolen genomen moeten worden van het zondoffer en dat het vat gezamenlijk met de zoete wierook, geplaatst moet worden op het reukofferaltaar om een zoete geur voor Yahuah te zijn. Het vat van kolen zou de erkenning van het offer moeten zijn en dit de voorwaarde is voor de aanvaarding van gebed tot Yahuah. Een zoete geur is iets dat moet worden geroken. In het Hebreeuws, is het woord ’aph (אף) het woord voor neus en het woord voor woede en toorn. In Leviticus 9:22-10:5 lezen we dat als het offer wordt aangeboden en het vuur van het offer volgens de instructies van Yahuah is, het vuur van Yahuah vervolgens naar beneden komt en het offer verteert. Echter, als de mens verkiest om zich met Yahuah te verzoenen, maar dit op zijn eigen manier wil doen, dan zal het vuur van de toorn van Yahuah naar beneden komt en die mens verteert in plaats van het offer. Als de kolen van het offer en de zoete wierook van het altaar oprijzen tot Yahuah, dan zegent Hij de mensen. Echter, als Yahuah een vreemd vuur ruikt, is Zijn toorn tegen de mensen ontstoken. Ik denk dat als onze gebeden worden aangeboden, in overeenstemming met Zijn woord (met hart en woord bekeerd en in de Messias), Zijn toorn, die we verdienen, afgewend wordt. Er is altijd een directe relatie tussen gezegend worden en gehoorzaam zijn aan Yahuah. Dit omvat ook verhoring van ons gebed.


Spreuken 28:9 “Wie zijn oor afwendt van het horen der wet, diens gebed zelfs is een gruwel.”


Psalmen 66:18 “Had ik onrecht beoogd in mijn hart, dan zou Yahuah niet hebben gehoord.”


Spreuken 15:29 “Ver is Yahuah van de goddelozen, maar het gebed der rechtvaardigen hoort Hij.”


Dus, hoe verbinden we dit altaar met gebed?


Psalmen 141:1-2 “O HEERE, ik roep U aan, haast U tot mij; neem mijn stem ter ore, als ik tot U roep. Laat mijn gebed als reukoffer voor uw aangezicht staan, het opheffen van mijn handen als avondoffer.”


Openbaring 5:8 “En toen het de boekrol nam, wierpen de vier dieren en de vierentwintig oudsten zich voor het Lam neder, hebbende elk een citer en gouden schalen, vol reukwerk; dit zijn de gebeden der heiligen.”


Openbaringen 8:3-4 “En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan, en hem werd veel reukwerk geschonken om het te geven, met de gebeden van alle heiligen, op het gouden altaar voor de troon. En de rook van het reukwerk, mèt de gebeden der heiligen, steeg uit de hand van de engel voor Yahuah Zijn aangezicht op.”


Gebed, in het patroon van het gouden altaar wordt ook verbonden met de avond en morgen.


Psalmen 5:2-4 Yahuah, neem mijn woorden ter ore, let op mijn zuchten. Sla acht op mijn stem als ik roep, mijn Koning en mijn Elohim, want tot U bid ik. 's Morgens hoort U mijn stem, Yahuah; 's morgens leg ik mijn gebed voor U neer en zie ik naar U uit.”


Psalmen 55:18 “Des avonds, des morgens en des middags klaag en kreun ik; Hij hoort mijn stem.”


Matteüs 5:2-4 “En toen Hij de scharen weggezonden had, ging Hij de berg op om in de eenzaamheid te bidden. Bij het vallen van de avond was Hij daar alleen.”


Het beeld van het reukofferaltaar spreekt ook dat deze wierook voortdurend opstijgt. In het Hebreeuws denken, om dingen tamiyd (תמיד) te doen, of voortdurend was voor hen om dit volgens de instructies en de wil van Yahuah te doen. Echter, spontaan gebed was ook essentieel. Het probleem ontstaat als er enkel op basis van spontaniteit of alleen op routine wordt vertrouwd. Yahuah kent de mens die Hij gemaakt heeft. Spontaniteit is van essentieel belang, maar dat is ook routine en consistentie, beiden zijn van belang. Dit reukofferaltaar is de laatste halte vóór het binnengaan van de aanwezigheid van Yahuah. Als de gebeden van dit altaar worden gemengd met een berouwvol hart, dat al naar het brandofferaltaar is geweest, dan zullen ze een liefelijke reuk tot Yahuah zijn. Gebed vermengd met het kostbare bloed van de Messias is van belang!

Het Wasvat

Exodus 30:17-20 “Yahuah sprak tot Mozes: Gij nu zult een vat van koper maken met een voetstuk van koper, voor de afwassingen, het plaatsen tussen de tent der samenkomst en het altaar, en daar water in doen. En Aäron en zijn zonen zullen daarin hun handen en voeten wassen. Wanneer zij naar de tent der samenkomst komen, zullen zij zich met water wassen, opdat zij niet sterven; of wanneer zij naderen tot het altaar, om dienst te doen en een vuuroffer in rook te doen opgaan voor Yahuah Zij zullen dan hun handen en voeten wassen, opdat zij niet sterven; het zal voor hen een altoosdurende inzetting zijn, voor hem en voor zijn nakomelingen naar hun geslachte.”


Het wasvat is het laatste onderdeel van de tabernakel welke wij zullen behandelen. Persoonlijk ben ik blij dat dit het laatste stuk is van de genoemde meubelstukken en het net als bij het reukofferaltaar gescheiden is door een stukje leer over de heiligheid van diegenen die priesters zijn tot Yahuah. Het wasvat is gemaakt van koper, of in sommige versies van messing. Ik heb eerder gesproken over de betekenis van koper. Het spreekt van oordeel. Dit zal toepasselijk zijn voor de aard van het wasvat. Het moet opgesteld worden tussen de tabernakel der samenkomst en het altaar. Het afgedekte Heilige en Heilige der Heiligen staat bekend als de tabernakel der samenkomst. Het altaar refereert naar het koperen brandofferaltaar. Na het binnenkomen door de enige poort aan de oostzijde van de hof, en na het offeren op het koperen altaar, begeeft de priester zich vervolgens naar het Heilige. Echter, nadat het offer is gedaan, maar voordat hij de bediening kan doen of tot Yahuah kan naderen, moet hij zijn handen wassen in het wasvat, opdat hij niet zou sterven. Wat in de wereld is Yahuah ons hier aan het leren?


Laten we beginnen met het definiëren van het woord wasvat. In het Hebreeuws, is dit woord kiyowr (כיור). Dit woord betekent zuiveren. Het is ook het woord voor oven. In Spreuken 17 lezen we:


Spreuken 17:3 “De smeltkroes is voor het zilver en de oven voor het goud, maar de toetser der harten is Yahuah.”


Hoe test of reinigt Yahuah onze harten ?


Efeziërs 5:25-26 “Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals de Messias zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord.”


Eén van de meest fundamentele principes van de Schrift, is dat je de Woorden van Yahuah niet kan scheiden van Zijn Elohim Zijn. Om de woorden van Yahuah af te wijzen is gelijk aan Hem verwerpen. De Elohim van Israël kan alleen benaderd worden door diegenen die rein zijn (1 Johannes 1:9). Wat rein en onrein is, wordt alleen in Zijn woord geopenbaard en onderwezen. Het wasvat is een beeld van het gereinigd zijn door het woord. Zijn geschenk van redding, of verlossing, is te vinden bij het koperen altaar. We zouden ons nu afvragen of dit wasvat een beeld is van de doop. Het antwoord hierop is te vinden in de invoeging van de inwijding van de priesters, geplaatst tussen hoofdstuk 27 en 30


Exodus 29:4-7 “Ook zult gij Aäron en zijn zonen doen naderen tot de ingang van de tent der samenkomst en gij zult hen met water wassen. Dan zult gij de klederen nemen en Aäron bekleden met het onderkleed, het opperkleed van de efod, de efod en het borstschild; gij zult hem de gordel van de efod ombinden, gij zult de tulband op zijn hoofd zetten en de heilige diadeem aan de tulband vastmaken. Dan zult gij de zalfolie nemen en over zijn hoofd uitgieten, en hem zalven.”


Aäron en zijn zonen worden van kop tot teen gewassen (taval) ter voorbereiding van hun bediening. Wanneer dit proces plaatsvond wordt ons niet verteld. Het lijkt erop dat dit een eenmalige gebeurtenis is. Ik zou willen aannemen dat het ergens plaatsvindt na het brandofferaltaar en voordat ze in hun priesterlijk ambt kunnen dienen. Hierop gebaseerd kan je tot je eigen conclusies komen met betrekking tot wanneer, na het offer, onderdompeling (Mikwa, water of anderszins) plaatsvindt. Het wasvat is echter alleen voor het dagelijks wassen van de handen en voeten. Het verschil tussen taval, een volledige onderdompeling, en een rachatz, ofwel dagelijkse wassing, is prachtig afgebeeld in Johannes 13:


Johannes 13:4-10 “en Hij legde zijn klederen af en nam een linnen doek en omgordde Zich daarmede. (d.w.z., Hij deed afstand van elke reputatie en nam de vorm aan van een dienaar). Daarna deed Hij water in het bekken en begon de voeten der discipelen te wassen, en af te drogen met de doek, waarmede Hij omgord was. Hij kwam dan bij Petrus. Deze zeide tot Hem: Here, wilt Gij mij de voeten wassen? Yahusha antwoordde en zeide tot hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het later verstaan. Petrus zeide tot Hem: Gij zult mijn voeten niet wassen in eeuwigheid! Yahusha antwoordde hem: Indien Ik u niet was, hebt gij geen deel aan Mij. Petrus zeide tot Hem: Here, niet alleen mijn voeten, maar ook de handen en het hoofd! Yahusha zeide tot hem: Wie gebaad heeft [taval], behoeft zich [alleen de voeten] te laten wassen [rachatz], want hij is geheel rein; en gijlieden zijt rein, doch niet allen.”


Al Yahusha Zijn discipelen waren dienaars van het koninkrijk, met uitzondering van Judas, die nooit ondergedompeld (taval) was en bekleed met priesterlijke gewaden, om zo maar te zeggen. Maar, Yahusha maakt echter duidelijk dat een leerling geen deel aan Hem heeft indien hij of zij niet bereid is dagelijks te worden gereinigd. Dus hoe wassen we in dit wasvat? Door ons onder te dompelen in Zijn woord, dat wij de werken van de Vader zullen doen! Vergeet niet dat dit wasvat net buiten het Heilige is geplaatst. Voor een volgeling van de Messias om een bediening in deze wereld te hebben, moet hij eerst gereinigd worden door het woord. Met andere woorden: HOE zou ik weten hoe of wat te doen als ik niet eerst geïnstrueerd zou worden door Zijn woord? Als ik probeer te doen wat ik denk dat goed is en vooral mijn eigen werk doe, dan ben ik aan het eten van de boom van kennis van goed en kwaad en voer ik de werken van ongerechtigheid uit. Het uiteindelijke resultaat hiervan is de dood. Een kal v'chomerkan hier worden gebruikt. Hoe zou Yahuah Zijn priesters Zijn belangrijke dingen kunnen toevertrouwen van het Heilige, als ze niet gehoorzamen aan de eenvoudige instructies die gegeven waren voor de voorhof? "Hoe kan ik u vertrouwen in de grotere dingen als u niet de mindere dingen doet?" (kal v'chomer). Dit is waar voor veel van de verordeningen van Yahuah. De wekelijkse Shabbat is een beeld van de eeuwige rust die we hebben met Yahusha. De eeuwige rust is veel belangrijker dan de wekelijkse Shabbat. Maar als we niet gehoorzaam zijn aan de mindere Shabbat, hoe kunnen we dan vertrouwd worden om de grotere Shabbat te begrijpen? Zal Yahuah mij toestaan om van het toonbrood te eten en de lichtjes van de Menorah te verzorgen als ik weiger om eerst mijn handen te wassen?


Het is niet alleen het verlangen om het Heilige binnen te gaan, dat onze motivatie zou moeten zijn voor het reinigen. Het is in feite het proces van het wassen, dat in ons eigen belang is. Als, bijvoorbeeld, Yahuah wilde dat ik hem boven op de top van een berg zou ontmoeten, zou ik makkelijk kunnen betalen voor een korte helikoptervlucht. Maar het is de ervaring van de klim naar de top, waar Yahuah naar op zoek is. In Exodus 38:8 wordt ons verteld dat het wasvat moest worden opgebouwd uit kijkglazen of spiegels. Dus als je je handen en voeten waste in het wasvat kon je twee dingen zien waarvan Yahuah wilde dat je die zag. Spiegels werden in die tijd veel gebruikt en voor dezelfde reden als waar we ze vandaag de dag voor gebruiken. Controleren hoe mooi ik eruit zie, of mijn gebreken proberen op te sporen. Yahuah wil dat we weten wie we zijn, en dat we Zijn kinderen zijn, zittende met Hem in de hemelse gewesten. Er is niets mis mee om de Schriften te onderzoeken om ons eraan te herinneren dat we niet zijn zoals de wereld en dat we Zijn oogappel zijn. Maar we moeten echter ook onze harten doorzoeken om de lelijkheid en de zonde te ontwortelen. Het spiegelende wasvat was bedoeld om beide aspecten te openbaren.


Ik denk dat het de wens van iedereen is, die zichzelf een kind van Yahuah noemt, om Yahusha‘s bruid te zijn. Misschien heb je geleerd dat iedereen die belijdt dat Hij Yahuah is, Zijn bruid zal zijn. Houdt echter wel in het achterhoofd, dat de bruid gesluierd is. De Schriften vertellen ons de kenmerken van de bruid. Zij zal diegene zijn die een reine maagd is (2 Korintiërs 11:2). Ze is gewassen in het water van het woord, zonder vlek of rimpel, heilig onbesmet (Efeziërs 5:26-27). Vrijwel al de profetische uitspraken met betrekking tot de eindtijd, spreken duidelijk over het verschil tussen diegenen die wel en diegenen die niet van Hem zijn. Diegenen die het niet zijn, hebben zichzelf niet gewassen. Ze ontheiligden Zijn Shabbatten en vervuilden Zijn feesten. Zij verachten Zijn inzettingen en verwierpen Zijn instellingen en geboden. Ze aten varkensvlees en adopteerden de manieren van de wereld. Zij zouden gestopt kunnen zijn tussen het koperen altaar en het wasvat of misschien hebben ze het helemaal nooit tot aan het altaar gebracht. Hier ben ik geen rechter over. De kleding der gerechtigheid wordt alleen hen aangedaan die zich hebben gewassen. Op het einde, zullen velen naar het bruiloftsmaal komen zonder bruiloftskleed, en velen zullen hun klederen hebben bevlekt.


Openbaring 3:5-6 “Wie overwint, zal aldus bekleed worden met witte klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor mijn Vader en voor zijn engelen. Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt.”

Conclusie

Ik heb veel tijd besteed aan de tabernakel en de meubelstukken. Ik bid dat ik wat nuttige inzichten heb gegeven aangaande dit bouwwerk. De mishkan in de woestijn is niet een verouderd overblijfsel van het donkere, vage verleden. Dit gebouw, met al zijn onderdelen, wordt in het Nieuwe Testament gebruikt om veel waarheden te beschrijven. Naar de twee tempels, die het patroon van de Tabernakel gevolgd hebben, wordt ook verwezen bij de beschrijving van de Messias en Zijn volgelingen.


1 Korintiërs 3:16-17 “Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten, want de tempel van God is heilig, en deze tempel bent u.”


Dit zijn pittig harde woorden. Denkt u dat onze Vader Zijn kinderen verantwoordelijk zal houden voor het weten van wat hij bedoelt met deze woorden? Is het mogelijk dat Yahuah aanneemt dat er wat voorkennis is van de tempel of tabernakel? Ik denk het wel. In de verzen 18 tot 20 van hetzelfde hoofdstuk hebben we een duidelijke relatie tussen de onwetendheid aangaande de tempel, dwaasheid, en wereldse wijsheid. Paulus vertelt ons in niet mis te verstane woorden, dat ons fysieke gedrag bepaald wordt door ons begrip van de tempel. Hoe kunnen we weten wat het inhoud om onszelf te verontreinigen, als we geen kennis hebben van wat het betekent om de tempel te verontreinigen? Het is het woord van Yahuah dat bepaalt wat vervuiling is, niet onze steeds veranderende religieuze cultuur. Het is niet “de christelijke kerk” en haar jaarlijkse conventies die bepalen wat rein of onrein is, goed of fout, goed of kwaad. Het is niet een “officiële pauselijke verklaring” die de standaard zet voor gerechtigheid. Om deze aardse tabernakel Yahuah te laten verheerlijken, dan moet dit gebeuren volgens Zijn patronen en modellen.


1 Korintiërs 6:19-20 “Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.”


De Messias beweerde in Johannes 2:20 – 21 dat Hij de tempel is, en later zal Zijn echte bruid Hem volgen. Paulus vermaande ons om hem te volgen, zoals hij de Messias volgde in zijn voorbeeld en wandel op aarde (1 Korintiërs 11:1). Paulus vervolgde deze verklaring door lof te geven aan de broeders dat zij gedachtig bleven en vasthielden (om iets te doen namens) aan de overleveringen (massor) zoals hij ze gebracht had. Deze overleveringen werden aan hem gegeven door de Messias, die ze ontvangen had van de Vader. Dit is waar de erfenis helemaal over gaat. Yahuah heeft altijd verwacht dat Zijn volk Zijn wegen door zou geven van de ene generatie naar de volgende. Alle verwijzingen naar verblijven in het boek van Openbaring gebruiken het woord voor tabernakel (mishkan) (Openbaringen 7:15, 12:12, 13:6, 21:3). Dit brengt mij naar een flink aantal verzen in Jesaja.


Jesaja 46:5-10 “Met wie wilt gij Mij vergelijken en gelijkstellen, aan wie Mij gelijk achten, dat wij elkander zouden gelijk zijn? Zij schudden goud uit hun buidel en wegen zilver in een weegschaal; zij huren een goudsmid, opdat hij er een El van make. Zij knielen, ook buigen zij zich neder. Zij heffen hem op de schouder, zij torsen hem en zetten hem neer op zijn plaats; daar staat hij, hij wijkt niet van zijn plaats. Al schreeuwt iemand tot hem, hij antwoordt niet, uit de benauwdheid redt hij hem niet. Denkt hieraan en vermant u; gij overtreders, neemt het ter harte. Denkt aan hetgeen vroeger, vanouds, gebeurde; Ik immers ben God, en er is geen ander, God, en niemand is Mij gelijk; Ik, die van den beginne de afloop verkondig en vanouds wat nog niet geschied is; die zeg: Mijn raadsbesluit zal volbracht worden en Ik zal al mijn welbehagen doen.”


Yahuah spreekt tot het verspreide huis van Israël en vraagt hen over de dingen die ze gedaan hebben om Hem te vertegenwoordigen of Hem af te beelden. De dingen waar ze Hem gelijk aan gesteld hebben zijn uitvindingen van de mens. Yahuah kastijdt ze niet voor het aanbidden van valse goden, maar met name voor het gestalte geven aan objecten die moeten lijken op Yahuah. Hij vervolgt zijn veroordeling van de door mensen gemaakte afbeeldingen met een herinnering aan vroegere dingen, de dingen vanouds, de historische beelden die Yahuah gekozen had. Hij verkondigt de afloop vanaf het begin. In het Hebreeuws staat er: magiyd mere'shiyt 'acheriyt. Het woord magiyd betekent laten zien, verklaren, waarschuwen of naar luisteren. Het zegt letterlijk: "laten zien vanaf het begin, het einde." Yahuah heeft ons vanaf het begin, de historische tijden, de beelden van het einde laten zien. Maar Zijn volk, Zijn ongehoorzame volk, hebben deze eindtijd beelden vervangen door hun eigen beelden, welke niet kunnen redden of bevrijden uit moeilijkheden, noch een gelijkenis kunnen zijn van Yahuah. De ware beelden van de Messias, eindtijd gebeurtenissen, de aard en de naam van Yahuah, het koninkrijk van Yahuah, en tal van andere verwante waarheden, worden gevonden in de tabernakel, de Shabbat, de feesten van Yahuah, Zijn naam, en de schriftuurlijke kalender. Wijzigen van de kalender, de feesten, de tabernakel, Zijn naam, of de Shabbat, is het wijzigen van het wezen van wie wij aanbidden. Dit is de reden waarom de mashiach tachat (de anti-christ) bekend staat voor het veranderen van de tijden en de feesten (Daniël 7:25). HaSatan verandert ons beeld van de Vader door het veranderen van de schaduwen die de Vader uitdrukken.


Yahuah heeft ons de weg tot redding en Zijn volgorde getoond door middel van de tabernakel. De weg van de redding is afgebeeld door de zeven stukken van het meubilair, allemaal geplaatst in de specifieke volgorde zoals men tot de aanwezigheid van Yahuah nadert. Er zijn twee voorwerpen in de voorhof, de schaduw van het fysieke lichaam. Dit zijn het koperen altaar, de plaats van het gehele offer, en het wasvat, het wassen met het water van het woord om uw levenswandel te reinigen. Dan betreden we het Heilige en zien drie onderdelen. Het Heilige is het symbool voor onze geest en bevat aldus twee beelden van de Thora, die onze denken vernieuwd, en de voorloper is van fysieke en gedragsmatige verandering. De menorah: het licht van de wereld, en de tafel van het toonbrood: het leven ondersteunende brood des levens. Het laatste voorwerp, voordat u het Heilige der Heiligen binnen gaat, is het gouden altaar: het beeld van gebed. De eindbestemming bevat de ark van het getuigenis en de verzoendeksel. De ark, waarin het levengevende woord van Yahuah zit, wordt beschermd en bewaakt door zijn eeuwige genade. Is dit niet het proces waar we doorheen gaan om gered te worden van de dood? Het is ons hof, of ons lichaam, dat als eerste de woorden van het leven ontvangt. Het evangelie moet gepredikt worden en we moeten een oor hebben om te horen. Dan neemt onze geest het materiaal op en maken we een besluit om dat wat we gehoord hebben te vertrouwen of te verwerpen. Als onze oren hebben gehoord en onze geest heeft gereageerd, vragen of bidden we en antwoord Yahuah altijd met een volmondig "Ik wil". Yahuah plaatst dan Zijn getuigenis en genade in ons hart, of onze geest, en wordt het vernieuwd en geheiligd. Nu vindt het proces van groei plaats op de manier waarop Yahuah het oorspronkelijk voor de tabernakel had ontworpen, van binnen naar buiten. De weg van de redding is van buiten naar binnen. De weg van groei en volwassenheid is van binnen naar buiten. Als we het getuigenis van Yahuah in ons hebben, dan nemen onze gedachten de instructies aan vanuit het woord van Yahuah en niet uit de wereld of een andere bron. Als we Zijn woord niet in ons hebben, dan moeten onze gedachten hun bron ergens anders vandaan halen. Zodra ons denken vernieuwd en omgevormd is, dan moeten onze lichamen gehoorzamen. Als ik 'een besluit genomen heb' om te gaan zwemmen, kan mijn lichaam er geen ruzie over gaan maken. Als je werkelijk gelooft, dan zul je het echt doen. Als je niet doet, dan ben je niet echt aan het geloven.


Yahusha onze Messias was ons voorbeeld, want Hij leidde de weg van de ark van het getuigenis naar de oostelijke poort. Yahusha was de getrouwe en waarachtige getuige in Openbaringen 3:14. Hij herstelde het ware getuigenis van de ark van het verbond aan Zijn volk. Zijn bloed werd gesmeerd op de horens van het reukofferaltaar, en Zijn as verstrooid op het altaar om voor ons een zoete, aanvaardbare geur tot Yahuah te zijn. (Efeziërs 5:2, 2 Korintiërs 2:15). Hij heeft ons in Matteüs 6:9-13 geleerd hoe te bidden bij het altaar. Hij was en is onze menorah zoals Hij in Johannes 8:12 verklaarde, dat Hij het licht der wereld was. Daarna zei Hij in Matteüs 5:14 tot u en mij, "Gij zijt het licht der wereld". Hij is het woord van Yahuah, de levende Thora en ons voedsel in deze wereld, want Hij is het brood des levens (Johannes 6:32-33). Hij werd het wasvat toen Hij de voeten van de discipelen waste in Johannes 13:1-10 Toen kwam Zijn laatste daad van zijn wandel van de ark naar het altaar. Hij eindigt door Zich volledig aan te bieden op een boom (ed NBG paal) des oordeels.


De tabernakel is een prachtig beeld van de Messias en onszelf. Wanneer we onszelf beginnen te zien dan kunnen we, op onze beurt, de tabernakel beginnen te waarderen. Het is een symbiotische relatie.

Amen en Shalom