Deel 1 - Het boek van de Wachters – 1 Henoch 1-11

Inleiding in het boek van de Wachters

Sinds de ontdekking van de Dode Zeerollen is er een toenemende belangstelling van geleerden voor 1 Henoch 1–36, het boek van de Wachters. Dit is voornamelijk te wijten aan de publicatie van in de Qumran-grot 4 gevonden 4QEn-fragmenten door J.T. Milik in 1976. Deze belangstelling is niet geheel onterecht daar Henoch in dit boek veel aandacht besteed aan de val van de Wachters en welke gevolgen dit heeft gehad voor de wereld. Genesis 6 geeft slechts een zeer beknopte weergave van dezelfde gebeurtenis en door het boek van Henoch te bestuderen krijgen we een veel gedetailleerder en uitgebreid beeld van deze gebeurtenis. Het boek van de Wachters is een van de vijf delen van 1 Henoch, hoewel het laatste deel (hoofdstukken 91-108) kan worden onderverdeeld in vier kleinere delen.

  • Hoofdstukken 1–36 – Boek van de Wachters

  • Hoofdstukken 37-71 Boek van de gelijkenissen

  • Hoofdstukken 72-82 Astronomisch boek (Boek van de Hemellichten)

  • Hoofdstukken 83-90 Dierenapocalyps (Boek van Dromen)

  • Hoofdstukken 91-108 – Brief van Henoch

Na de publicatie van de fragmenten uit de Qumran-grot 4 wordt nu aangenomen dat 1 Henoch in het Aramees is geschreven en vervolgens in het Grieks en later in het Ethiopisch is vertaald. de Ethiopische Kerk bewaarde het als een gezaghebbend geschrift. Hoe dan ook is het het 'boek van de Wachters' het boek wat het eerste deel van het Boek van Henoch of 1 Henoch is. Het Boek van de Wachters is waarschijnlijk het meest bekende deel van 1 Henoch in de hedendaagse wereld, althans in de grote lijnen van zijn inhoud. Het centrale deel van de tekst gaat over de rebellie van de Wachters. Deze Wachters hadden geslachtsgemeenschap met aardse vrouwen met de geboorte van giganten tot gevolg, de Nephilim. Minder bekend zijn de details en de rest van de tekst die betrekking hebben op de 'dag van het oordeel' en Henochs reis door de 'kosmische geografie'.

De Wachters (Aramees, עִירִין iyrin) is een term die ook wordt gevonden in het boek Daniël en latere bronnen, waarin het woord verband houdt met engelen. Wachter komt zowel in het meervoud als in het enkelvoud voor in het boek Daniël, waar wordt verwezen naar heilig zijn. In het boek van Henoch verwijst het naar zowel goede als slechte Wachters, met een primaire focus op de opstandige Wachters. In Daniël 4:13, 17, 23 worden drie verwijzingen gemaakt naar de klasse van "Wachter, Heilige" (Wachter, Aramees `iyr, heilige Aramese qaddiysh). De term is geïntroduceerd door Nebukadnezar, die beschrijft hoe hij "een wachter, een heilige, uit de hemel zag neerdalen". Het enkelvoudige werkwoord geeft aan dat "een wachter, een heilige" twee titels zijn voor hetzelfde wezen of dezelfde klasse van wezens. Nebukadnezar beschrijft dan hoe de wachter in zijn droom zegt dat Nebukadnezar gras zal eten en gek zal zijn. Deze straf is "door het bevel van de Wachters en de eis door het woord van de heiligen" (Daniel 4:17) opdat "de levenden erkennen dat de Allerhoogste Heerser is over het koningschap van mensen" (v.17) Na het horen van de droom van de koning denkt Daniël een uur na en antwoordt dan:

Daniël 4:23 "Dat nu de koning een wachter, namelijk een heilige, heeft zien neerdalen uit de hemel, die zei: Houw deze boom om, vernietig hem, maar laat de stam met zijn wortels in de aarde, en wel in een ijzeren en bronzen band, in het jonge gras van het veld; laat hem bevochtigd worden door de dauw van de hemel en laat zijn deel met de dieren van het veld zijn, totdat er zeven tijden over hem voorbij zijn gegaan.."

In de Aramese fragmenten, gevonden tussen de Dode zeerollen, van het boek van Henoch zijn de Wachters (Aramees. עִירִין, iyrin) engelen die naar de aarde zijn gestuurd om over de mensen te waken. Ze beginnen al snel te verlangen naar menselijke vrouwen, en op aansporing van hun leider Shemihazah lopen ze massaal over om onwettig te onderwijzen en zich voort te planten onder de mensheid. De nakomelingen zijn zoals we inmiddels weteen de Nephilim, woeste reuzen die de aarde plunderen en de mensheid in gevaar brengen. Shemihazah en zijn volgelingen leerden de mensheid technologieën zoals wapens, cosmetica, spiegels en tovenarij. Uiteindelijk laat Yahuah een grote vloed toe om de aarde van de Nephilim te verlossen, maar stuurt eerst Uriël om Noach te waarschuwen om er via Noach en zijn gezin voor te zorgen dat de mensheid niet wordt uitgeroeid.

Het verhaal van de Wachters in Henoch is afgeleid van het zesde hoofdstuk Genesis, waar de "Oorsprong van de Nephilim" wordt beschreven en de "zonen van Elohim" die hen verwekken worden genoemd:

Genesis 6:1-4 "En het gebeurde, toen de mensen zich op de aardbodem begonnen te vermenigvuldigen en er dochters bij hen geboren werden, dat Elohim's zonen de dochters van de mensen zagen dat zij mooi waren, en zij namen zich vrouwen uit allen die zij uitgekozen hadden. Toen zei Yahuah: Mijn Geest zal niet voor eeuwig met de mens twisten, omdat ook hij vlees is, maar zijn dagen zullen honderdtwintig jaar zijn. In die dagen, en ook daarna, waren er reuzen op de aarde, toen Elohim's zonen bij de dochters van de mensen waren gekomen en die kinderen voor hen baarden; dit zijn de geweldenaars van oude tijden af, mannen van naam."

Hier krijgen de "zonen van Elohim" geen specifieke naam; ze zouden gevallen engelen kunnen voorstellen, hemelse wezens die paren met menselijke vrouwen. Het Boek van Henoch beschouwt deze als dezelfde engelen die in het boek Genesis de 'Benei Ha-Elohim' (zonen van God) worden genoemd. Vervolgen vulden hun zonden de aarde met geweld en werd de wereld vernietigd als gevolg van hun tussenkomst.

De introductie van het boek 1 Henoch, 1 Henoch 1-5

1 Henoch 1-5 is een inleiding tot het boek van de Wachters (1 Henoch 6-36). Hoofdstuk 1 begin met het introduceren van Henoch als de spreker van "de zegende woorden" in dit boek.

Henoch 1:1-2 "Dit zijn de zegenende woorden van Henoch, waarmee hij de uitgekozenen en rechtvaardigen zegent. Degenen die in de dagen van verdrukking zullen leven, die de slechten en boosdoeners zullen afwijzen. 2. De gelijkenis begint zo: ‘Henoch, een rechtvaardig man die met God leefde, sprak met en antwoordde (God), terwijl zijn ogen werden geopend waardoor hij een heilig visioen in de hemel zag. De engelen hebben mij dit getoond en van hen heb ik alles gehoord. Ik begreep wat ik zag, maar niet voor deze generatie, het is voor een (generatie) die over lange tijd zal bestaan."

Hij schrijft deze 'woorden' niet voor "deze generatie", maar voor een generatie die over lange tijd zal bestaan (Henoch 1:2). Dit staat in contrast met de visioenen uit de Openbaring van Johannes, die dingen zijn "die spoedig moeten geschieden"(Openbaring 1:1). Hieruit moet echter niet worden aangenomen dat dit betekent dat dit een eschatologisch werk is vanuit ons perspectief, aangezien de oorspronkelijke lezers van de geschreven tekst van Henoch millennia leefden nadat Henoch zelf deze visioenen heeft gehad. Kortweg is het niet geschreven voor degenen die die gebeurtenissen rondom de Wachters hebben meegemaakt, maar voor de generatie die de tekst van Henoch ontvingen.

De inhoud van de eerste vijf hoofdstukken vormt een midrasj-commentaar op Deuteronomium 33 dat de Dag des Heren beschrijft, de Dag des Oordeels. De inleiding van het boek een toespeling is op Deuteronomium 33:1

Deuteronomium 33:1 "Dit nu is de zegen waarmee Mozes, de man Gods, de Israëlieten gezegend heeft, vóór zijn dood."

Henoch 1:1 "Dit zijn de zegenende woorden van Henoch, waarmee hij de uitgekozenen en rechtvaardigen zegent."

Yahuah verschijnt met zijn engelenleger om het oordeel uit te voeren en alle dingen recht te zetten (vgl. Matt 25:31-32). "Hoge bergen zullen beven en de hoge heuvels met de grond gelijk gemaakt worden, zij zullen smelten als was in het vuur." (Henoch 1:6). De goddelozen worden vernietigd en de rechtvaardigen zal hij genadig zijn (vers 8-9). Deze komst van Yahuah is voor oordeel, zoals 1:9 zegt: „Zie! Hij komt met tienduizenden heiligen, om het oordeel over hen te vellen, de boosdoeners te vernietigen en al het vleselijke te veroordelen. Alle goddeloze werken die zij goddeloos bedreven hebben en voor alle harde woorden die zij tegen Hem in hun goddeloosheid uitgesproken hebben." Henoch 1:9 wordt door Judas aangehaald in zijn eigen beschrijving van het komende oordeel (Judas 1:14-15), maar hier in 1 Henoch is het het thema voor het hele het boek van de Wachters. Kijkend naar het verband van het het boek van de Wachters, spreekt het hier over komend oordeel, de komende vloed. Maar het is duidelijk dat de schrijver van 1 Henoch verder kijkt dan de vloed, Hij ziet het toekomstig finale oordeel van Yahuah over de goddelozen. Net als Noach en zijn gezin zullen de uitverkorenen van die tijd worden behoed voor dit komende oordeel: "aan de rechtvaardigen zal hij vrede schenken." De uitdrukking "de uitverkorenen" zal door het hele het boek van de Wachters worden herhaald.

Hoofdstukken 2-5 zijn speculatieve wijsheden die lijken op Job 38-41. De schrijver nodigt zijn lezers uit om de ordelijkheid van de schepping te onderzoeken en op te merken dat Yahuah niet verandert. De hoofdstukken pleiten voor de rechtvaardige veroordeling van de goddelozen van de hele aarde, gebaseerd op het getuigenis van elk aspect van de natuur. Dit omvat de sterren en de seizoenen. Hier ligt een direct verband met de Thora. Vaak wordt deze tekst foutief geïnterpreteerd, alsof de Thora niet zo gelden bij dit oordeel. Maar is het niet zo dat de Hemelse boekrol (de sterren) het fundament is voor onze aardse boekrol (de Thora)? Later zal blijken dat Henoch degene is die werd “meegenomen naar de hemel” of liever gezegd de betekenis van de Hemelse Boekrol is hem getoond, en Henoch maakte die bekend dit uit zoals we die vandaag de dag kennen als de Henoch Zodiac. Het werd Henoch geopenbaard dat de gevallen Wachters de Hemelse Boekrol hebben verdraaid tot waarzeggerij, tovenarij en horoscopen. Henoch tekende de Hemelse Boekrol uit zodat deze niet verloren zou gaan voor toekomstige generaties (Zie Henoch 9:6-7 en 35:3). Maar ook de seizoenen liggen in lijn met de Thora, hieraan zijn de feesten uit Leviticus 23 opgehangen. Kortweg wij de Thora begrijpen door naar de natuur te kijken. Henoch hoofdstuk 5 heeft niks te maken met het niet legitiem zijn van de Thora tijdens het oordeel, het bevestigd juist de Thora. Yahuah Zijn hele schepping hangt samen met de Thora. De natuurlijke volgorde is een opeenvolging van seizoenen die zeer precieze patronen en wetten volgen. We zouden kunnen zeggen dat de natuur Yahuah zijn eisen opvolgt en daarmee komt het tot zijn ware bedoeling. Het begrip van de openbaring van Yahuah (zijn identiteit, zijn wil en toorn) in de schepping wordt op verschillende tekst plaatsen verder uitgewerkt, mogelijk met name door Paulus in Romeinen 1 en 10:14-18. De veroordeling eindigt, na het vertellen van de geschapen orde, met de verklaring dat de mensheid Yahuah Zijn geboden niet heeft gehouden.

Henoch 5:4 "Maar u, u bent niet standvastig gebleken en hebt de geboden van de Heer niet uitgevoerd. U hebt zich ervan afgekeerd en met uw vuile taal hoogmoedig kwaad gesproken over Zijn majesteit."

De gevallen Wachters– 1 Henoch 6-8

Na deze inleiding begint de eigenlijke inhoudelijke tekst van het het boek van de Wachters in hoofdstuk 6. Op dit punt wordt Henoch nog steeds niet geïntroduceerd als de hoofdpersoon van het verhaal. De volgende zes hoofdstukken vertegenwoordigen een uitwerking van Genesis 6:1-4. In het bijbelse verhaal van de Nephilim zagen "Gods zonen de dochters van de mensen" (v.2), en deze Nephilim "zagen dat zij mooi waren" (v.2), vervolgens hadden zij geslachtsgemeenschap met de vrouwen en kregen kinderen. Genesis laat in het verhaal duidelijk zien hoe ver de Nephilim in in zonden gingen: "zij (de Nephilim) namen zich (mensen) vrouwen uit allen die zij uitgekozen hadden."(v.2) Er worden verder geen details gegeven over hoe dit mogelijk zou kunnen zijn, maar vers 5 in Genesis 6 zegt: "En Yahuah zag dat de slechtheid van de mens op de aarde groot was, en dat al de gedachtespinsels van zijn hart elke dag alleen maar slecht waren.." Dit korte verhaal is prikkelend: wie zijn deze "zonen van God" en wat waren de Nephilim? 1 Henoch biedt een uitbreiding van dit bijbelse verhaal in de hoofdstukken 6-11. Een groep van 200 Wachters wordt bijeengeroepen op de berg Hermon om samen een plan uit te werken. Deze groep is verdeeld in regimenten van 10, elk met een leider. De leider van alle 200 wordt in het Aramees 'Shemihazah' genoemd .

Henoch 6:1-3"In de dagen dat de mensen zich vermenigvuldigden, waren de dochters die uit hen geboren werden mooi en elegant. De engelen (Wachters , de Aramese tekst luidt hier "Wachters" (J.T. Milik, Aramaic Fragments of Qumran Cave 4 [Oxford: Clarendon Press, 1976], p. 167). , de hemelse zonen, zagen hen en begeerden hen. Zij zeiden tegen elkaar: ‘Kom laten wij vrouwen kiezen uit de mensenkinderen en daarbij kinderen verwekken.’ Semjaza nu, hun leider, zei tegen hen: ‘Ik ben bang dat u met deze daad niet zult instemmen, dan zal ik alleen de straf moeten dragen van een grove zonde.’

In 1 Henoch zijn de zonen van God de 'hemelse zonen', Wachters, die worden geleid door Shemihazah. De naam Shemihazah (שׁמיחזה, šemîḥăzāh) betekent "Mijn naam heeft gezien" en wordt soms gevocaliseerd als Semyaz van Semyaza (Nickelsburg, 179). "Naam" verwijst naar Elohim, dus de naam verwijst naar het constant kijken naar Yahuah. Dit is ironisch omdat Yahuah deze rebellie zal zien en daarnaast een oordeel zal vellen over Shemihazah. Sommige lezers van 1 Henoch willen een verwijzing vinden naar Satan als de leider van gevallen engelen. Naarmate het verhaal vordert, komt Azazel echter naar voren als de leider en zal Henoch bemiddelen namens Azazel. Dit is een voorbeeld van hoe dwaas (en onmogelijk) het is om moderne christelijke engelenleer op 1 Henoch te projecteren. Azazel is helemaal niet de moderne versie van Satan!

De tweehonderd Wachters leggen een eed af om af te dalen naar de berg Hermon. Om vrouwen te vinden om geslachtsgemeenschap mee te hebben en zo kinderen met hen te krijgen.

Henoch 6:4-6 "Maar zij antwoordden hem en zeiden: ‘Laten wij een eed afleggen en zweren en ons binden aan een gemeenschappelijke vervloeking, om dit plan niet te laten varen maar uit te voeren.’ Zo spraken zij samen de vloek uit waaraan zij zich bonden door het gezamenlijk uitspreken van vervloekingen. Het betrof tweehonderd (Wachters). Zij daalden af naar de berg Hermon in de dagen van Jared. Zij gaven het de naam Hermon omdat zij daar gezworen hadden en zich gebonden hadden aan meerdere gezamenlijke vervloekingen."

1 Henoch 6:7-8 vermeldt de namen van de leiders van deze Wachters. De meeste hebben namen met een verwijzing naar El (God): Remashel, "avond van God" of Kokabel, "ster van God". Onder deze 20 leiders is ook de bekende Asael/Azazel. Azazel brengt hen samen en zet zijn plot uiteenzet.

Henoch 6:7-8. "Dit zijn de namen van hun leiders: Semjaza hun leider, Areklba, Rameël, Kokablel, Tamlel, Ramlel, Danel, Ezekweël, Barekwijal, Azazel, Armaros, Baterel, Ananel, Zakwiël, Samzepeël, Saterel, Turel, Jomjael, Sariël. Dit zijn de leiders van de tweehonderd Wachters en de rest sloot zich bij hen aan."

In hoofdstuk 7 en 8 maken de gevallen Wachters hun eed waar en nemen de mensen vouwen en hebben gemeenschap met hen. In plaats van de mensheid te beschermen en te helpen bij het vinden van berouw en een terugkeer naar Yahuah, zullen zij proberen de mensheid te verderven. Deze corruptie begint met seksuele immoraliteit in een rituele context, het drinken van bloed, het offeren van dieren aan demonische wezens en uiteindelijk mensenoffers en het daarmee gepaard gaande kannibalisme. De kinderen van de gevallen Wachters zijn reuzen van wel 150 meter lang! Deze reuzen eten zoveel voedsel dat mensen ze niet meer kunnen voeden. De reuzen gaan door met het eten van mensen en alle andere soorten dieren.

Henoch 7:1-6 "Ieder koos voor zichzelf een vrouw uit die zij benaderen en met wie zij gemeenschap hadden. Zo verontreinigden zij zichzelf. Zij leerden hen tovenarij, bezweringen en het onderscheiden van wortels en planten. Zij werden zwanger en baarden grote reuzen van wel 150 meter lang. Zij vraten alles op wat het werk van de mensen opgeleverd had, totdat het onmogelijk werd om hen nog meer voedsel te geven. Hierop keerden de reuzen zich tegen de mensen en vraten hen op. Ook begonnen zij vogels, beesten, reptielen en vissen met huid en haar te verslinden en hun bloed te drinken. Daarom wees de aarde de wettelozen terecht."

De tekst merkt duidelijk op dat ze het bloed van dieren dronken. Het genesis verhaal van de zondvloed wordt een gebod over het consumeren van bloed benadrukt. 1 Henoch 7-8 is een reflectie op dit bevel, dat waarschijnlijk wordt benadrukt omdat er in de antediluviaanse wereld inderdaad bloed consumeerde werd.

De nakomelingen van deze corruptie waren de reuzen, de Nephilim. Deze Nephilim begon direct de mensheid te domineren en tot slaaf te maken en hen te dwingen hen te dienen. In parallel met de genealogie van Kaïn in Genesis 4:17-24, onderwijzen de gevallen Wachters de mensheid geheime kennis waardoor goddeloosheid toenam, met inbegrip van oorlogswapens, middelen voor verleiding en immoraliteit, tovenarij en waarzeggerij.

Specifiek leert de engel Azazel mensen metaalbewerking, inclusief het maken van versieringen en het maken van wapens. Azazel leert hen ook oogschaduw en andere fysieke versieringen te maken. Dit kan een polemiek zijn tegen de heidense praktijk van het gebruik van make-up in hun religieuze ceremonies. Het kan ook in verband gebracht worden met verleiding of het verlagen de schoonheid van Yahuah zijn schepping. Genesis 1 leer duidelijk over de 6 scheppingsdag, "Elohim schiep eerst de mens (als hem) en in tweede instantie als man en vrouw (hen). Hij zegende ze met de woorden, "Wees vruchtbaar en word talrijk" en heers over de vissen, vogels en alle dieren die op aarde rondkruipen. Aan het eind van deze dag, na de schepping van de mens, staat er "Elohim keek naar alles wat Hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was."" Alles wat de gevallen Wachters wilden bereiken is Yahuah zijn schepping corrumperen. Van het vruchtbaar raken tussen mensen mannen en vrouwen tot de schoonheid van de mens die naar Yahuah Zijn evenbeeld is geschapen. Andere Wachters misleiden de mensen aangaande de sterren (Hemelse Boekrol) en sterrenbeelden (de Zodiak / Mazzaroth). Deze Wachters zijn verantwoordelijk voor het onderwijzen van allerlei zondige praktijken, zoals goddeloze astrologie en waarzeggerij. Hiermee raakte de ware Hemelse Boekrol corrupt en kent de mensheid niet langer het ware verhaal van de Hemelse Boekrol.

Henoch 8:1-3 "Azazel leerde de mensen ook om zwaarden te maken, messen en schilden, borstpantsers en hij onderwees hen hoe het metaal van de aarde bewerkt kon worden. Ook leerde hij over spiegels, armbanden en kettingen, antimoon om de wimpers zwart mee te maken, het gebruik van kostbare edelstenen en allerlei verschillende verfsoorten. Zo nam de goddeloosheid toe en ook het overspel breidde zich uit. Op al hun wegen dwaalden zij af en werden zij verleid. Semjaza leerde betoveringen en het ‘lezen’ van wortels. Armaros het oplossen van tovenarij, Barekwijal de loop van de sterren, Rameël de sterrenbeelden, Ezekweël de gang der wolken, Arekiba de tekens op aarde, Samzepeël de tekenen van de zon en Sariël de loop van de maan. Toen de mensheid zo vernietigd werd, riepen zij het uit en hun roep steeg op tot in de hemel."

Deze gedetailleerde uitbreiding van de bijbelse verhalen geeft goddeloze Wachters de schuld voor het onthullen van mysteries aan mensen die tot zonde zullen leiden. Het zijn goddeloze Wachters die niet op hun toegewezen plaats blijven die voor het verdere verderf van de aarde verantwoordelijk zijn. De grote zondvloed is daarmee niet alleen het resultaat van menselijke zonde, maar de rebellie van deze gevallen Wachters. Dit is een belangrijke aanvulling op het wereldbeeld van Genesis 6.

De aartsengelen geven gerechtigheid -1 Henoch 9-11

Als reactie op deze verschrikkingen en demonische onderdrukking schreeuwen de mensen van de aarde "naar de hemel". Hun kreten worden ontvangen door vijf van de zeven aartsengelen die voor de troon van Yahuah staan (Henoch hoofdstukken 9-11). Er wordt gezegd dat deze kreten worden gericht tot de heiligen, tot de poorten van de hemel en tot Yahuah zelf.

Henoch 9:1-3 "In die tijd keken Michaël, Gabriël, Rafaël, Suriël en Uriël vanuit de hemel naar beneden en zagen dat er veel bloed op aarde vergoten werd en alle wetteloosheid die op haar bedreven werd. 2. Zij zeiden tegen elkaar: ‘De aarde die haar bewoners verliest roept het uit tot aan de hemelpoorten.’ 3. En tegen u, heiligen in de hemel, zeg ik: ‘De mensenzielen klagen en zeggen: ‘Breng onze zaak voor bij de Allerhoogste.’’

Uiteindelijk zijn deze smeekbeden natuurlijk gericht tot Yahuah, de Elohim van Israël. Maar hun roep tot de hemel, tot de troon, en tot de heiligen van Yahuah Zijn goddelijke raad lijkt niet in strijd met dit begrip. Hier wordt duidelijk weergegeven dat de gebeden en smeekbeden gericht aan Yahuah zelf, via hemelse tussenpersonen kunnen gaan. Naar deze praktijk wordt ook verwezen in Job wanneer hem wordt gevraagd tot welke van de heiligen hij zijn smeekbede tot Yahuah, de Elohim van Israël, zal richten (Job 5:1). De Openbaring van Johannes stelt eveneens engelen voor die de gebeden van de heiligen voor de troon van Yahuah brengen (Openbaring 5:8; 8:4).

Dit is precies wat de aartsengelen dan doen, ze brengen deze smeekbeden tot de God der goden, de Heer der heren, de Koning der koningen en de God der eeuwen.

Henoch 9:4. "Toen gingen zij naar hun Heer en Koning en zeiden: ‘Heer der heren, God der goden, Koning der koningen en God van alle tijden, Uw troon staat vast over de generaties van alle tijden, Uw Naam is heilig en roemrijk tot in alle eeuwigheid".

Als antwoord geeft de Allerhoogste opdrachten aan elk van de vier aartsengelen, waaruit blijkt dat de bemiddeling beide kanten op gaat, door te reageren op gebeden door dezelfde hemelse wezens waarmee Yahuah de schepping regeert. Sariel wordt naar Noach gestuurd om hem instructies te geven over de komst van de zondvloed.

Henoch 10:1-3 "Daarop sprak de Allerhoogste, de Heilige en Ene Grote sprak en stuurde Uriël naar de zoon van Lamech, deze zei tegen hem: ‘Ga naar Noach en zeg hem namens mij: ‘Verberg jezelf!’ Leg hem uit dat het einde nadert, want heel de aarde zal vergaan, het water van een vloed zal heel de aarde overstromen en alles wat zich op haar bevindt zal worden vernietigd. Leer hem hoe hij kan ontsnappen, zodat zijn nageslacht op aarde bewaard zal worden voor de generaties die nog in de wereld zullen komen.’ "

Raphael krijgt de opdracht om met Azazel af te rekenen, hem aan handen en voeten te binden en hem in een ravijn te begraven om in duisternis te verblijven, totdat het oordeel komt en hij in het vuur zal worden geworpen. Opnieuw wordt een soortgelijk thema gevonden in Judas 6 en Openbaring 20:10-15.

Henoch 10:4-6 "Hierna zei de Heer tegen Rafaël: ‘Bind Azazel aan handen en voeten en werp hem in de duisternis. Maak daarvoor een opening in de woestijn ter plaatse van Dudael en gooi hem daarin. Bedek hem met ruwe scherpe stenen totdat hij geheel in het duister gehuld is. Laat hem daar eeuwig verblijven en bedek zijn gezicht zodat hij geen licht meer kan zien. Op de dag van het grote oordeel zal hij in het vuur geworpen worden."

Raphael krijgt ook de opdracht om de wereld te genezen en te zuiveren van het verderf dat Azazel heeft veroorzaakt (vers 7). Maar eerst leert Henoch 10:8 luidt: “De hele wereld werd verwoest door de werken van de leer van Azazel. Schrijf hem alle zonden toe.” Hij krijgt de opdracht om alle zonden van de wereld aan Azazel toe te schrijven. Bij het beschrijven van de verzoening door Yahusha leent Johannes deze omschrijving van werken (zonde) die de wereld verwoest hebben (vanaf het begin) (1 Johannes 3:8; 5:19).

De aartsengel Gabriël krijgt de opdracht om de Nephilim, de reuzen, te vernietigen. Hij doet dat niet rechtstreeks, maar door ze in oorlogen tegen elkaar op te zetten totdat ze door de zondvloed worden vernietigd.

Henoch 10:10. "Hierna zei de Heer tegen Gabriël: ‘Ga naar de bastaards en verfoeilijken, de kinderen die geboren zijn uit overspel. Vernietig deze uit overspel geboren kinderen, het nageslacht van de Wachters en roei hen uit tussen de mensheid. Zet hen tegen elkaar op zodat zij elkaar op het slagveld doden, want lengte van dagen zullen zij niet kennen. Zij zullen het u wel vragen, maar hun vaders, die hopen op eeuwig leven (voor hun kinderen), krijgen zelfs de vijfhonderd jaar niet die zij verlangen.’"

Michaël wordt gestuurd om Shemihazah en de andere zondige Wachters gevangen te nemen en te binden. Hij moet hen opsluiten in de afgrond tot de dag van hun oordeel en hun vernietiging. De binding van de opstandige Wachters door Michael en hun gevangenschap wordt verwezen in zowel 2 Petrus 2:4-5 als Judas 6.

Henoch 10:11-13 "Ook aan Michaël gaf de Heer een opdracht: ‘Ga, bind Semjaza en zijn metgezellen die zich verbonden hebben met vrouwen waardoor zij zich met hen verontreinigd hebben en onrein geworden zijn. Als hun zonen elkaar hebben afgeslacht en zij de vernietiging van hun geliefden hebben gadegeslagen, bind hen dan vast in het binnenste van de aarde gedurende zeventig generaties. Dan komt de dag van hun oordeel en hun vernietiging, dan is er het oordeel dat altijd en eeuwig zal verteren. In die dagen zullen zij in de vurige afgrond geworpen worden, in de kwellingen van de gevangenis waar ze voor eeuwig verteerd zullen worden."

Na de tijd van oordeel zal de wereld worden gereinigd.

Henoch 10:13-17 "In die dagen zullen zij in de vurige afgrond geworpen worden, in de kwellingen van de gevangenis waar ze voor eeuwig verteerd zullen worden. Iedereen die veroordeeld en vernietigd zal worden, zal vanaf dat moment samen met hen gebonden zijn tot aan het einde van alle generaties. Vernietig alle zielen die verslaafd zijn aan hun lusten en de kinderen van de Wachters, want zij hebben de mensheid overheerst. Vernietig iedereen die een ander verdrukt op aarde en laat alles wat slecht uitwerkt worden vernietigd. Plant rechtvaardigheid en waarheid, het zal zegen voortbrengen. Dan zullen de rechtvaardige en waarachtige daden voor eeuwig vreugde brengen.Dan zullen alle heiligen dankbaar zijn en leven totdat zij duizenden kinderen krijgen. Al de dagen van hun jeugd tot en met hun ouderdom zullen zij vrede kennen."

Daarna zullen de rechtvaardigen bloeien, de verzen 18-19 vermeldt landbouw zegeningen.

Henoch 10:18-19 "In die dagen zal de aarde rechtvaardig bewerkt worden. Zij zal volledig beplant zijn met bomen en volop zegen geven. Alle bomen die gewild zijn zullen erop geplant worden. Zij zullen wijngaarden planten en de wijnstronk die zij planten zal overvloedig vrucht dragen. Al het zaad dat op haar gezaaid wordt zal duizendvoudig vrucht dragen en elke maat olijven zal een tienvoudige persing voortbrengen."

Henoch 10:21 beschrijft de aarde als gereinigd van alle vervuiling. Yahuah Zijn toespraak eindigt in hoofdstuk 11 met een korte beschrijving van de “opslagplaats van zegen” die zal worden geopend na de tijd van het oordeel, een tijd waarin “vrede en waarheid opnieuw partners zullen worden tijden alle dagen van de wereld en met alle generaties van de aarde."

Henoch 11:1-2 "‘In die dagen zal ik de schatkamers van hemelse zegeningen openen. Hier vanuit zal ik het werk van de mensenkinderen dat zij op aarde uitvoeren zegenen. Vrede en waarheid zullen samen optrekken met de mensenkinderen gedurende alle resterende dagen van de wereld en de generaties die komen.’"

Kijkend naar Genesis, wordt de boze wereld vernietigd door de zondvloed, maar deze vloed vernietigt de zonde niet (Genesis 9:20-29). 1 Henoch beschrijft de wereld nadat de Wachters zijn vernietigd als een tijd van vrede en waarheid "voor alle eeuwigheid". Een soortgelijk apocalyptisch patroon van komend oordeel gevolgd door een tijd van ultieme vrede is te vinden in Openbaring 20-22.


Wordt spoedig vervolgt in deel twee waarin 1 Henoch 12 tot en met 36 zal worden behandeld!