Zonde, overtreding van YHWH Zijn wil

Publicatie: april 2019

Zonde, overtreding van YHWH Zijn wil

Omdat YHWH de mens maakte met een vrije wil, en daarmee vrijheid om te kiezen, kunnen wij zowel doen wat Hem behaagt als mishaagt. Dit laatste noemt YHWH zonde. Maar wat is zonde precies en hoe komt deze tot stand? De Schrift leert dat wie weet wat YHWH vraagt maar het niet doet, zondigt tegenover Hem. Deze overtreedt YHWN Zijn wil. Zoals er in de wereld, bij overtreding van de wet, een onderzoek volgt, waarop een straf wordt bepaald, moet er ook in dit geval een toets zijn waarop YHWH Zijn oordeel baseert. De toets is de Thora, die iedere gelovige geacht word te kennen:

Romeinen 5:13 “Want totdat de wet er kwam, was er wel zonde in de wereld. Zonde wordt echter niet toegerekend als er geen wet is.” (vergelijk Rom. 3:20)

Jakobus 2:9 “Maar als u met aanzien des persoons handelt, begaat u een zonde en wordt u door de wet ontmaskerd als overtreders.

Romeinen 7:7 “Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen, tenzij door de wet; immers ook van de begeerlijkheid zou ik niet geweten hebben, indien de wet niet zei: u zult niet begeren.”

Geboden en verboden prikkelen ons, onverschillig voor de gevolgen, de wetgever uit te dagen door, in het toegeven aan onze begeerten en hartstochten, de ons gestelde grenzen te overschrijden:

Romeinen 7:8 “Maar uitgaande van het gebod, wekte de zonde in mij allerlei begeerlijkheid op; want zonder de wet is de zonde dood.”

Romeinen 7:5 Want toen wij in het vlees waren, werkten de zondige hartstochten, die door de wet geprikkeld worden, in onze leden.”

De eerste mens overtrad ook een gebod. YHWH had gezegd dat hij van alle bomen mocht eten, maar van één boom af moest blijven. Dit was de toets van zijn gehoorzaamheid. Dit gebod prikkelde de mens echter, en in plaats van zijn begeerte te overwinnen gaf hij er aan toe:

Genesis 3:6 “En de vrouw zag dat de boom goed was om van te eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, dat de boom begeerlijk was om daardoor verstandig te worden, en zij nam van zijn vrucht en at, en zij gaf ook aan haar man, die bij haar was, en hij at.”

Hier wordt het proces voorgesteld dat plaats vindt in de menselijke gedachten, waardoor wij proberen onze zonden als niet erg voor te stellen:

Jeremia 4:14 “Hoelang zullen in uw binnenste uw zondige overleggingen verwijlen?”

Jeremia 17:9 “Arglistig is het hart boven alles, ja verderfelijk is het; wie kan het kennen?”

Matteüs 15:19 " Want uit het hart komen voort kwaadaardige overwegingen, alle moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen, lasteringen.”

Jakobus 1:14 “Maar zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking van zijn eigen begeerte. Daarna, als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde …”

De mens is in principe vrij, maar wij zijn van nature zo gericht op het bevredigen van onze begeerten, dat wij daarvan, zonder het in te zien, slaven zijn; gevangen in de strik van onze zelfzuchtigheid. YHWH wil ons tegen onszelf beschermen en vraagt ons dat wij ons beheersen om echt vrij te zijn:

Genesis 4:7 “Doch indien u niet goed handelt, ligt de zonde als een belager aan de deur, wiens begeerte naar u uitgaat, doch over wie u moet heersen.”

Romeinen 6:12-14 “Laat de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat u aan zijn begeerten zou gehoorzamen … Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren …”

Romeinen 6: 16 “Weet u niet, dat u hem, in wiens dienst u zich stelt als slaven ter gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als slaven, hetzij dan van de zonde tot de dood, hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid?” ( vergelijk Johannes 8:34)

Galaten 5:13 “Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde.

YHWH laat ons zien dat er een weg is die naar vrijheid leidt: de weg die zijn Zoon Yahusha de Messias ging. Zijn voorbeeld is daarom de toets voor ons leven. Hij deed alleen het goede en zondigde niet tegen YHWH. En YHWH vraagt ons Yahusha daarin te volgen. Door zijn dood toonde Hij hoe radicaal Hij met de zonde wilde afrekenen, zodat deze geen kans zou krijgen Hem in bezit te nemen en te beheersen:

1 Petrus 2:21-22 “Want hiertoe bent u geroepen, omdat ook Yahusha voor ons geleden heeft; Hij laat ons zo een voorbeeld na, opdat u Zijn voetsporen zou navolgen; Hij, Die geen zonde gedaan heeft en in Wiens mond geen bedrog gevonden is;” (vergelijk Hebreeën 4:15).

2 Korintiërs 5:20-21 “… laat u met YHWH verzoenen. Hem (Yahusha), die geen zonde gekend heeft, heeft Hij (YHWH) voor ons tot zonde gemaakt …”

Romeinen 6:10 “Want wat zijn dood betreft, is Hij voor de zonde eens voor altijd gestorven.”

Geen mens kan zeggen dat hij niet op enig moment gezondigd heeft, want allen zijn Adam gevolgd:

Romeinen 5:12; 3:23 "Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en door de zonde de dood, en zo de dood over alle mensen is gekomen, in wie allen gezondigd hebben."

Romeinen 3:23 "Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van YHHW"

1 Johannes 1:8-10 "Als wij zeggen dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en is de waarheid niet in ons. Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. Als wij zeggen dat wij niet gezondigd hebben, maken wij Hem tot leugenaar en is Zijn woord niet in ons." (vergelijk Johannes 8:7).

Door ons te bekeren en ons leven aan de Messias te geven, kiezen wij ervoor voortaan niet Adam na te volgen, maar Yahusha:

Galaten 5:24 “Want wie Yahusha de Messias toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd” (vergelijk Matteüs 5:43-48).

Wie op deze wijze het vlees doodt, is voortaan niet meer bezig met het bevredigen daarvan, maar heeft de gezindheid van Yahusha. Hij is gericht op het blijvende, in plaats van op het tijdelijke:

1 Johannes 3:6 en 9; 5:18 "Een ieder, die in Hem (Yahusha) blijft, zondigt niet; een ieder, die zondigt, heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend … Een ieder, die uit YHWH geboren is, doet geen zonde; want het zaad (van YHWH) blijft in hem en hij kan niet zondigen, want hij is uit YHWH geboren.”

1 Johannes 2:16-17 “Want al wat in de wereld is: de begeerten van het vlees, de begeerte van de ogen en een hovaardig leven, is niet uit de Vader, maar uit de wereld. En de wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie de wil van YHWH doet, blijft tot in eeuwigheid.”

Dit wil niet zeggen dat wij dan niet meer kunnen zondigen, maar dat wij dat niet bewust, opzettelijk meer doen. Wij moeten altijd waakzaam blijven, omdat wij nog in een wereld vol verleidingen leven:

Jakobus 4:17 “Als iemand dan weet goed te doen en het niet doet, is het hem tot zonde.”

Hebreeën 10:26-27 “Want indien wij opzettelijk zondigen, nadat wij tot erkentenis van de waarheid gekomen zijn, blijft er geen offer voor de zonde meer over, maar een vreselijk uitzicht op het oordeel…”

Vergeving van zonde

Omdat YHWH geen behoefte heeft aan de dood van zondaars, maar wil dat zij leven (Ezechiël 18:23), stelt Hij zich voor als vergevend Elohim:

Exodus 34:7 "Die goedertierenheid blijft bewijzen aan duizenden, Die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft, maar Die de schuldige zeker niet voor onschuldig houdt en de ongerechtigheid van de vaders vergeldt aan de kinderen en kleinkinderen, tot in het derde en vierde geslacht."

Die voorbijziet aan de zonden van wie in geloof, berouw en bekering tot Hem gaan:

Lukas 24:47 "En in Zijn Naam moet onder alle volken bekering en vergeving van zonden gepredikt worden, te beginnen bij Jeruzalem."

Handelingen 2:38 "En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Yahusha de Messias, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Ruach HaKodesh (Heilige Geest) ontvangen."

Handelingen 3:19 "Kom dus tot inkeer en bekeer u, opdat uw zonden uitgewist worden en er tijden van verkwikking zullen komen van het aangezicht van YHWH"

Romeinen 4:7 "Welzalig zijn zij van wie de ongerechtigheden vergeven, en van wie de zonden bedekt zijn, welzalig is de man aan wie YHWH de zonde niet toerekent."

Hebreeën 8:12 "Want Ik zal wat hun ongerechtigheden betreft genadig zijn en aan hun zonden en hun wetteloos gedrag beslist niet meer denken."

1 Johannes 1:7,9 "Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Yahusha de Messias, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde...... Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid."

Mattheüs 18:21 "Toen kwam Petrus naar Hem toe en zei: Heere, hoeveel keer zal mijn broeder tegen mij zondigen en ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe? Yahusha zei tegen hem: Ik zeg u: niet tot zevenmaal, maar tot zeventig maal zevenmaal. Daarom kan het Koninkrijk der hemelen vergeleken worden met een zeker koning die afrekening wilde houden met zijn dienaren. Toen hij begon af te rekenen, werd er iemand bij hem gebracht die hem tienduizend talenten schuldig was. En toen hij niet kon betalen, gaf zijn heer opdracht dat men hem zou verkopen, én zijn vrouw en kinderen en alles wat hij had, en dat de schuld betaald moest worden. De dienaar dan knielde voor hem neer en zei: Heer, heb geduld met mij en ik zal u alles betalen. En de heer van deze dienaar was innerlijk met ontferming bewogen, liet hem gaan en schold hem de schuld kwijt. Maar deze dienaar ging naar buiten en trof een van zijn mededienaren aan, die hem honderd penningen schuldig was. Hij pakte hem beet, greep hem bij de keel en zei: Betaal mij wat u schuldig bent. Zijn mededienaar dan liet zich voor hem neervallen en smeekte hem: Heb geduld met mij en ik zal u alles betalen. Hij wilde echter niet, maar ging heen en wierp hem in de gevangenis, totdat hij de schuld betaald zou hebben. Toen zijn mededienaren zagen wat er gebeurd was, werden zij erg bedroefd; zij gingen naar hun heer en vertelden hem alles wat er gebeurd was. Toen riep zijn heer hem bij zich en zei tegen hem: Slechte dienaar, al die schuld heb ik u kwijtgescholden, omdat u mij dat smeekte. Had ook u geen medelijden moeten hebben met uw mededienaar, zoals ik ook medelijden met u had? En zijn heer, boos als hij was, gaf hem aan de pijnigers over, totdat hij alles wat hij hem schuldig was, betaald zou hebben. Zo zal ook Mijn hemelse Vader met u doen, als niet ieder van u van harte de misdaden van zijn broeder vergeeft."

Wat onderneemt u zelf, om de zonde in uw leven geen kans te geven?