Tot wie bidt u?

Publicatie: april 2022

Introductie

Tot wie bidt en aanbid u, en wie dankt u? Yahusha? Yahuah? Beiden?


Is het Schriftuurlijk om tot Yahusha te bidden en Hem te aanbidden, zoals zoveel christenen routinematig bij hun Messias doen? In dit artikel wil ik een nogal onschuldige maar veelal misbruikte passage uit de Romeinenbrief bespreken: Romeinen 1:8.


Dit artikel heeft als titel: “Tot wie bidt u?”

En de Schriftuurlijke basis voor dit artikel is Romeinen 1:8, waar staat geschreven: “Allereerst nu dank ik mijn Elohim door Yahusha Hamashiach voor u allen, omdat uw geloof in de hele wereld wordt verkondigd.”


Het gedeelte van dit vers waar ik ons op wil concentreren, is de allereerste helft van het vers: “Allereerst nu dank ik mijn Elohim door Yahusha Hamashiach”


Het is gemakkelijk deze sleutelpassage te overzien

De gemiddelde lezer zou dit vers overslaan en niet nadenken over wat Paulus hier schrijft in deze nogal korte verklaring. Maar de waarheid is dat de apostel, vanuit een universele leerstellig veel zegt. Niet alleen tegen zijn Romeinse lezers, maar doordat wij deze brief vandaag de dag kunnen bestuderen ook tegen ons.


Om de schrijfstijl van Paulus zijn brief te begrijpen en te begrijpen hoe de apostel de Persoon en het ambt van Yahusha Hamashiach zag, moet dit achtste vers worden doorgrond. We zullen daarom de volledige betekenis van deze passage ontsluiten

En tegen het einde van dit artikel, zou u volledig begrip en kennis moeten hebben over tot wie we moeten bidden. Ik wil ik dit artikel niet verzanden in een discussie aangaande de drie-eenheid, of een debat over de goddelijkheid van de Messias, daar heb ik op deze website meer dan voldoende artikelen aan gewijd. Niettemin ligt de focus van dit artikel op de manier waarop we bidden. Ik wil specifiek de vraag beantwoorden: tot wie moeten we onze aanbidding en smeekbeden richten?


En wat we zullen gaan zien, is dat Paulus een absoluut en helder format voor de juiste aanbidding, gebed en dankzegging aan de Romeinen bevestigde.. Want ik geloof dat het principe dat Paulus hier naar voren brengt een "normatieve" is; dat wil zeggen, hoewel Paulus dit principe specifiek tot de Romeinen richt, is dit principe ook altijd blijvend en toepasbaar op alle gelovigen waar de apostel toezicht op hield, evenals op alle volgelingen van de Messias vandaag.


Romeinen 1:8 is een standaard brief opening in het oude Midden-Oosten

Geloof het of niet, maar wat we hier zien in vers acht van de brief aan de Romeinen, is de standaard opening van Paulus (en van andere oude schrijvers). In deze vormen van schrijven plaatst de afzender een gebed namens degene aan wie de brief is gestuurd: “Ik dank mijn Elohim door Yahusha hamashiach voor jullie allemaal.”


Dus we zien hier dat de apostel zijn diepe blijvende liefde en genegenheid voor de Romeinse gelovigen bevestigt. En dit wordt verder weerspiegeld in Paulus zijn oprechte bewering dat hij de gemeenschap in Rome ondersteunt in onophoudelijke gebeden.

Onder onze huidige geestelijke bedeling is een van de manieren waarop we onze liefde voor individuele broeders tot uitdrukking brengen, te bidden zonder op te houden namens hen. Dus hoe verouderd dit principe vandaag de dag ook lijkt, het principe in de Schriftuurlijke realiteit is iets dat wij als apart staande gelovigen in de Messias elke dag zouden moeten toepassen, zo zal de Geest ons ook zeker leiden.


Het is duidelijk dat Paulus een opmerkelijke waardering voor de Romeinen heeft. Zozeer zelfs dat de apostel zijn brief met die erkenning begint.


Paulus zijn liefde voor de gelovige gemeenschappen herhaald hij in meerdere brieven. Paulus sprak een soortgelijke bewondering uit voor de gemeenschap te Thessaloniki:


1 Thessalonicenzen 1:8 “Want van u uit heeft het Woord van Yahuah luid geklonken; niet alleen in Macedonië en Achaje, maar ook in alle plaatsen heeft uw geloof in Elohim zich verspreid, zodat het niet nodig is dat wij iets daarvan zeggen.”


Duidelijk is dat Paulus een bemoediger was van de gelovigen. Bij Paulus ging het erom de harten en zielen van zijn volgelingen aan te moedigen en te verheffen naar een plek waar ze het potentieel zouden hebben om hun tekortkomingen te overwinnen en zelfs hun positieve kanten uit te breiden. En ik denk dat dit misschien was wat de apostel hier in vers 8 probeerde te doen - de harten en zielen van de Romeinen verheffen en hen bewust maken van het feit dat de ogen van de wereld (dwz zowel de gelovige als de ongelovige wereld) op hen gericht zijn.


Aan wie richten we onze gebeden en dankzegging?

Hier krijgen we ook een waardevol inzicht in het mechanisme van gebed. We richten onze gebeden tot Yahuah, door Yahusha Hamashiach. Dit is een bevestiging dat Yahusha en Yahuah NIET één en dezelfde Persoon zijn. Ik ben persoonlijk in mijn leven een groot aantal individuen in verschillende christelijke denominaties tegengekomen die hun gebeden tot ‘Jezus Christus’ richten, wat Schriftuurlijk het intermediaire ambt van de Messias ondermijnt.


Efeze 3:14 “Om deze reden buig ik mijn knieën voor de Vader van onze Heere Yahusha Hamashiach”


1 Thessalonicenzen 1:2 “Wij danken Yahuah altijd voor u allen, wanneer wij aan u denken in onze gebeden”


Filemon 1:4 “Ik dank mijn Elohim, terwijl ik steeds in mijn gebeden aan u denk.”


Laten we daarom het Schriftuurlijke concept van bemiddeling verder bestuderen. Dit gebeds formaat staat niet los van het mechanisme van "bemiddeling". In wezen bepaalt bemiddeling bij onze aanbidding, lofprijzing en smeekbeden de middelen waarmee de Vader (d.w.z. Yahuah) op de juiste manier kan worden benaderd. Het is dus Yahusha Hamashiach, handelend als onze “cohen hagadol” (d.w.z. onze hogepriester), die ons de middelen verschaft waarmee we de Schepper van het Universum kunnen benaderen met onze lofprijzing, dankzegging en smeekbeden. Waar het op neer komt: heiliging, het is door Yahusha dat we de aanwezigheid van de Almachtige mogen binnengaan.


Hebreeën 8:1 “De hoofdzaak nu van de dingen waarover wij spreken, is dit: Zo'n Hogepriester hebben wij, Eén Die Zich heeft gezet aan de rechterhand van de troon van de Majesteit in de hemelen.”


Hebreeën 9:24 “Want Hamashiach is niet binnengegaan in het heiligdom dat met handen gemaakt is en dat een tegenbeeld is van het ware, maar in de hemel zelf, om nu voor het aangezicht van Yahuah te verschijnen voor ons”


Er bestaat echt geen ander middel om Yahuah te naderen. Yahuah heeft afgezien van onze Cohen HaGadol, geen andere methode gegeven om Hem en Zijn "genadetroon" te naderen. (vgl. Het model van de Levitische Hogepriesterlijke rol en ambt.)


Het is het resultaat van Yahusha Zijn werk dat wij, Yahuah Zijn uitverkorenen, vol vertrouwen voor Yahuah Zijn troon van genade mogen komen met onze dank en onze smeekbeden. Yahusha is het medium door wie Yahuah alle aanbidding, dankzegging zal ontvangen en door wie redding tot de Romeinen kwam.


Alles komt door het bemiddelingswerk van Yahusha onze Messias. Alles met betrekking tot onze geloofswandel komt door de intermediaire bescherming, toezicht en leiding van Yahusha. En dit was precies wat Yahuah in Zijn plan om de mensheid te verlossen vanaf het allereerste begin had voorzien, om zo vele zonen en dochters in Zijn heilige, koninklijke familie te brengen.


1 Timotheüs 2:5 ”Want er is één Elohim (Shema, Hoor Israël, Yahuah is onze Elohim, Yahuah is de enige; Deuteronominum 6:4). Er is ook één Middelaar (tussenpersoon) tussen Yahuah en mensen (anthropos), de mens de Messias Yahusha.”


Mesites – Mediation of Intermediair / tussenpersoon?

Traditioneel wordt het woord μεσίτης, mesites in de meeste moderne Nederlandse vertalingen weergegeven als "middelaar". In werkelijkheid was Yahusha geen bemiddelaar, althans niet op de manier waarop wij westerlingen het proces van bemiddeling en de rol van een bemiddelaar begrijpen.


Een betere Nederlandse weergave van "mesites" is "tussenpersoon", wat nauwkeurig rekening houdt met de betekenis van de term en het begrip dat Yahusha de enige is die tussen de mens en de Almachtige - de Schepper van het Universum - kan staan om vrede te stichten of herstellen tussen Yahuah en de mens; en om de mensheid het enige middel te verschaffen waarmee hij/zij een echte en substantiële relatie met Yahuah kan hebben.


Twee dingen moeten ons opvallen bij het lezen van 1 Timoteüs 2:5:


1. Paulus maakt onderscheid tussen Yahuah (d.w.z. dat er Eén Elohim is – luisterend naar Deuteronomium 6:4-5 het Shema) en Yahusha de Messias (d.w.z. de absolute tussenpersoon tussen Yahuah en de mens);


2. Het feit dat Paulus de menselijkheid van de tussenpersoon, Yahusha Hamashiach, benadrukt. (We zullen hier niet ingaan op het menselijkheid aspect van dit vers om de focus van de discussie niet te verwarren en omwille van de leesbaarheid van dit artikel).


Hebreeën 8:6 “Nu heeft Hij echter een zoveel voortreffelijker bediening ontvangen, zoals Hij ook van een beter verbond Middelaar is: een verbond dat in betere beloften is vastgelegd.”


Hebreeën 9:15 “En daarom is Hij de Middelaar van het nieuwe testament, opdat, nu de dood heeft plaatsgevonden tot verzoening van de overtredingen die er onder het eerste verbond waren, de geroepenen de belofte van de eeuwige erfenis ontvangen.”


Hebreeën 12:24 “en tot de Middelaar van het nieuwe verbond, Yahusha, en tot het bloed van de besprenkeling, dat van betere dingen spreekt dan dat van Abel.”


Laat mij nu controverse en uitdaging van Filippenzen 2:11 bespreken. Velen verwijzen naar Filippenzen 2:10-11 als Bijbels bewijs dat Yahusha en Yahuah één en dezelfde Persoon zijn:


Filippenzen 2:10-11 “opdat in de Naam van Yahusha zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, en elke tong zou belijden dat Yahusha Hamashiach de Heere is, tot heerlijkheid van Yahuah de Vader.”


Maar een betere vertaling zou volgens mij zijn, vanaf vers 4:


“Laat een ieder van u niet alleen voor uw eigen belangen zorgen, maar ook voor de belangen van anderen. Laat deze geest in u zijn, die ook in Yahusha Hamashiach was, Die, in de vorm van Yahuah, niet dacht dat het iets was om aan te grijpen om gelijk te zijn aan Yahuah; Maar vernederde Zichzelf, nam de vorm aan van een dienstknecht, gemaakt als mensen die werden geboren. En in gedaante als een mens bevonden; uiterlijk en gedrag, als een man, vernederde Hij Zich en werd gehoorzaam tot de dood: de dood van het offer aan de paal. Daarom heeft Yahuah Hem ook hoog verheven en Hem een Naam gegeven die boven elke Naam is; Dat in de Naam van Yahusha, elke knie in de lucht, op aarde en onder de aarde, moet buigen, en elke tong moet belijden dat Yahusha Messias Koning is, tot eer van Yahuah de Vader.”


Helaas herkennen mensen het onderscheid tussen de Schepper van het Universum en de Middelaar / Tussenpersoon Yahusha Hamashiach niet. Deze brengen de onjuiste doctrine naar voren dat Yahusha en Yahuah (de Schepper van het Universum) één en dezelfde Persoon zijn. Zo bewijzen passages die verwant zijn aan Filippenzen 2:11 dat de twee eigenlijk dezelfde Persoon zijn. Dus als zij bidden, bidden we tot de Messias, niet noodzakelijk tot Yahuah.


Neem Dr. Stephen Pidgeon, de grote man bij Cepher Publishing Group; de LLC die de Cepher-bijbel publiceert. Hij nam extreme vrijheden met Filippenzen 2:11 en herformuleerde het om te lezen: “En dat elke tong zou belijden dat Yahuah Yahusha HaMashiach is, tot eer van Yah de Vader.”


et is duidelijk dat de opzettelijke herformulering van deze sleuteltekst door Dr. Pidgeon het oorspronkelijke begrip en de interpretatie van deze passage van Paulus volledig heeft veranderd. Toen hem in het verleden werd gevraagd waarom hij zulke vrijheden nam met Filippenzen 2:11, wees Dr. Pidgeon op Jesaja 45:22-25 als bewijs dat de Messias Yahuah Zelf moet zijn. De verkorte passage luidt: “Kijk naar Mij en word gered, alle einden der aarde: want Ik ben Elohim, en er is geen ander. Ik heb bij mezelf gezworen... dat elke knie voor mij zal buigen, elke tong zal zweren.”


Paulus besteedt kostbaar perkament en inkt voorafgaand aan vers 10 en 11 en vertelt de Filippenzen dat Yahusha Zichzelf vernederde voor de dienst van Zijn Vader, en er helemaal niet naar streefde om op gelijke voet te staan met Zijn Vader. Hij nam het uiterlijk en gedrag aan van een man op nederige wijze die gehoorzaam was tot Zijn dood aan de Wil van de Almachtige. En omdat Hij gehoorzaam bleef tot de dood, verhoogde Vader Hem in hoge mate en gaf Hem een Naam (niet zozeer de identiteit waarmee we verbaal en auditief onze tussenpersoon kennen; maar Naam vanuit het perspectief van Zijn aanwezigheid; Zijn Persoon; Zijn ambt; en de meeste belangrijk, Zijn gezag) dat boven alle namen staat.


Maar laten mij een nauwkeurigere benadering van Filippenzen 2 voorstellen. De liberale interpretatie van Dr. Pidgeon en de bijbehorende herformulering van Filippenzen 2:11 wordt op geen enkele manier ondersteund door Jesaja 45:22-25. Het simpele feit is dat Jesaja rapporteerde dat Yahuah het enige Wezen is Wie we moeten aanbidden, prijzen en aan Wie wij onze smeekbeden moeten aanbieden. Paulus neemt dan de passage van Jesaja zo'n 700 jaar later en voegt Yahusha als tussenpersoon toe en werkt eraan om de Filippenzen een volledig begrip te geven van hoe het verheerlijken van de Almachtige er uiteindelijk uit zal zien. Want volgens Paulus komt er een tijd dat elke knie zal buigen en elke tong zal belijden dat Yahusha Koning/Meester/Messias is. Door dit te doen, brengt hij de grootste glorie en eer aan de almachtigste mens die ooit gekend is. HalleluYah.


Andere twistpunten bij Yahusha als bemiddelaar

Veel voorstanders van de leer dat de Messias en Yahuah één en dezelfde zijn, wijzen ook op (1) het Shema, (2) Yahusha zijn verklaring van eenheid met Zijn Vader; en (3) Johannes zijn proza die suggereren dat dit waar is.


Wat betreft de verklaring van onze Messias over eenheid met Zijn Vader in Johannes 10:30 en 17:22:


Johannes 10:30 “Ik en de Vader zijn Één.”


Johannes 17:22 “En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, zoals Wij Eén zijn”


Ondanks dat de meeste Griekse lexicons trinitarisch zijn wat betreft hun inhoud, nemen de meeste vreemd genoeg het standpunt in dat Yahusha Zijn verklaring van eenheid met Zijn Vader een duidelijke ‘verklaringen van eenheid’ betreft. Met andere woorden, Yahusha verklaarde eenvoudig dat Hij in wil en/of geest nauw met Zijn Vader verenigd is. Hij beweerde op geen enkele manier dat Hij en Zijn Vader één en dezelfde Persoon zijn. Trouwens, als Yahusha in feite Yahuah de Schepper zou zijn tijdens Zijn gebed, tot wie bad Hij dan? Zichzelf? Ik kan u vertellen dat ik nooit een redelijk antwoord op die vraag heb gekregen.



Yahusha heeft nooit beweerd Yahuah te zijn! En het andere dat ik aan dit moeras van leugens zou willen toevoegen is eenvoudig dit: gedurende de korte tijd dat Yahusha hier op aarde diende, en stel dat Hij de vleesgeworden Elohim zou zijn geweest, de Schepper van het Universum, waarom heeft Hij dat dan niet over Zichzelf aan Zijn toehoorders geopenbaard? De waarheid is dat Hij nooit iets over een dergelijk begrip heeft gezegd. In feite bevestigde Hij eenvoudig de toejuiching van Petrus dat Hij de Messias was, de Zoon VAN DE LEVENDE ELOHIM (Mattheüs 16:16). Niet Yahuah. Maar Mensenzoon van de levende Elohim.


Laten we daarom nog een inhoudelijk kijken naar het Schriftuurlijke concepten van één. Het Griekse concept van “Eén” (d.w.z. ‘eis) duidt eenheid en/of samenhorigheid aan, wat consistent is met de verklaring van onze Messias over Hem en Zijn Vader. Paulus past ditzelfde concept toe op het Lichaam van de Messias:


Romeinen 12:4-5 “Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben en de leden niet alle dezelfde functie hebben, zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Hamashiach, maar ieder afzonderlijk leden van elkaar.”


Paulus heeft het hier duidelijk over eenheid in het Lichaam van de Messias. Dat verenigde Lichaam bestaat uit vele leden. Vergelijk 1 Korinthe 10:17; 12:12.


1 Korinthe 3:8 “En hij die plant en hij die begiet, zijn één, maar ieder zal zijn eigen loon ontvangen overeenkomstig zijn eigen inspanning.”


Bij het toespreken van verdeeldheid in de Korinthische gemeenschap, informeert de apostel in deze passage de Korinthiërs dat de evangelisatie-inspanningen van Apollos en hemzelf, hoewel afzonderlijk uitgevoerd, één enkel gezamenlijk doel dienen; om de Korinthiërs tot geloof te brengen.


Nu, wat betreft de Shema en het één zijn van Yahuah. Veel gelovigen binnen en buiten ons geloof, doen er alles aan om naar het Shema te wijzen als bewijs dat Yahuhsa en de Schepper één en dezelfde Persoon zijn:


Deuteronomium 6:4 “Luister, Israël! Yahuah, onze Elohim, de Yahuah is één!”


Deze (ook veelal Messiaanse) Trinitariërs of Binarians beweren dat Yahuah hier in het Shema een enkele Entiteit in 3-Personen is. Of een God die 3-functies (Vader, Zoon en Heilige Geest) uitoefent in het "grote werk van verlossing”.


Het Hebreeuwse concept van Yahuah zoals uitgedrukt in het Shema is eenvoudig. Het betekent dat Yahuah GEEN veelvoud van goden is zoals de heidense goden van de naties in Kanaän. En het betekend dat als Yahuah één is, alleen Zijn wil en Thora er toe doet. Er is maar één, ware en levende Elohim (God) en Zijn Naam is Yahuah. Er is geen andere Almachtige Elohim. Punt uit! Er zijn daarbuiten geschapen wezens die zichzelf noemen of door mensen zijn verheven tot een bepaald niveau van gods-status. Maar dit zijn allemaal geschapen wezens.


En het meest verbijsterende voor mij is dat Messiaanse en Christelijke gelovigen denken dat ze een goed begrip zouden hebben van wie de Messias werkelijk is. Toch schrijven in grote aantallen Messiaanse en Christelijke gelovigen het concept toe dat de Messias en Yahuah één en dezelfde persoon zijn, waarbij ze ten onrechte naar het Shema wijzen als bewijs van deze doctrine. In feite de doctrine van de antichrist / anti-messias, de reden waarom zowel het Messiaanse als het Christelijke geloof voor mij onacceptabel zijn.


Samenvatting en oproep tot actie

Waar het op neerkomt, heiligen: het is aan ieder van ons om de Almachtige te benaderen op de manier die Hij vanaf de grondvesten van de aarde heeft ingesteld. We zagen dit vroeger als een voorbeeld met het Levitische en Tabernakel-systeem. De Vader stelde een harde en snelle methode in waarmee Zijn volk tot Hem zou naderen en in een juiste relatie met Hem zou komen. Er was maar één manier. En die manier werd ons door Yahuah Zijn Thora duidelijk gemaakt.


Vandaag de dag is de manier waarop we in de tegenwoordigheid komen van de Genadetroon van de Almachtige, strikt door de Naam (de autoriteit, Persoon, werk, Pesachlam) van Yahusha. Dus Yahusha is niet de Almachtige. Yahusha is onze tussenpersoon die we in deze rol moeten respecteren en gehoorzamen.


Dus als we Yahuah danken voor wat Hij voor ons heeft gedaan; wanneer we Yahuah smeken om dingen; wanneer we Yahuah aanbidden en prijzen vanuit het diepst van onze ziel, moeten we het doen in de Naam van Yahusha Hamashiach.


Danken, prijzen, aanbidden en smeken van Yahuah in Yahusha Zijn Naam is eenvoudigweg de goddelijke kans hebben om in de aanwezigheid van Yahuah te komen door de autoriteit, aanwezigheid en Persoon van Yahusha: alles wat Yahusha vertegenwoordigt, heeft gedaan en voor ons doet in de hemelse Mishkan vandaag. Als het gaat om onze interacties met Yahuah, onze Elohim, doen we het allemaal door Yahusha en naar Zijn voorbeeld.


Maar Yahusha is niet de Persoon die we loven, danken of aanbidden: het is onze hemelse Vader, YAHUAH, onze Elohim.