Raadgevingen om in het Koninkrijk van Yahuah binnen te gaan

Publicatie: juni 2020

Raadgevingen om in het Koninkrijk van Yahuah binnen te gaan

In dit artikel kijken naar een aantal raadgevingen om in het Koninkrijk van Yahuahh binnen te gaan. Denk bij deze raadgevingen niet dat we hierbij een lijstje gaan behandelen waarop we kunnen afvinken of we wel of niet voldoen aan al de voorwaarden. Het gaat om aanwijzingen en aanbevelingen van Yahuah, die ons helpen om te groeien en steeds meer vertrouwd te raken met een levenswijze zoals Yahuah voor ons bedoeld heeft. Beschouw het als Vaderlijke raadgevingen die ons helpen Yahuah steeds beter te leren kennen.

Als we zoveel mogelijk de prediking van Yahusha aanhouden, zien we dat er heel wat gezegd wordt over het binnengaan in het Koninkrijk van Yahuah. De vraag is hoe wij dat lezen of gelezen hebben en hoe wij dat vervolgens interpreteren en hoe we daar uiteindelijk mee omgaan?

In het begin van zijn bediening op aarde spreekt Yahusha de bekende Bergrede uit tegen zijn discipelen, dat lezen we in Mattheüs 5:1-2. Natuurlijk is heel die Bergrede belangrijk voor ons, maar in dit artikel behandelen we de verzen die deel uitmaken van die Bergrede en die te maken hebben met het binnengaan in Koninkrijk van Yahuah.

Mattheüs 5:10-12 in relatie met onze bijbelstudie over de verdrukking!

Mattheüs 5:10-12 "Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen. Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij. Verblijd en verheug u, want uw loon is groot in de hemelen, want zo hebben ze de profeten vervolgd die er vóór u geweest zijn."

Om de context goed te begrijpen lezen we ook Mattheüs 5:13-16.

Mattheüs 5:13-14 "U bent het zout van de aarde; maar als het zout zijn smaak verloren heeft, waarmee zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden. U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. En ook steekt men geen lamp aan en zet die onder de korenmaat, maar op de standaard, en hij schijnt voor allen die in het huis zijn. Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken."

Laten we nu aar de volgende versen gaan die raadgeven zijn in relatie met het Koninkrijk van Yahuah.

Mattheüs 5:17-19 "Denk niet, dat Ik gekomen ben om de Thora of de profeten te ontbinden (te niet doen, afschaffen), maar om te vervullen. Want voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch een titel (kleinste deel) van de Tora voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied. Wie dan één van de kleinste van deze geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein zijn genoemd worden in het Koninktijk der hemelen, doch wie ze leert en doet, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen."

Deze verzen zijn eigenlijk heel duidelijk, maar worden door de geestelijke leiders uitgelegd op hun geheel eigen wijze. Daarom is het vers dat er op volgt nog duidelijker en niet voor meerdere uitleg vatbaar.

Mattheüs 5:20 "Want Ik (Yahusha) zeg u: Indien uw gerechtigheid niet overvloedig is, meer dan die der schriftgeleerden en Farizeeën, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker NIET BINNENGAAN."

Dat is een behoorlijk heftige uitspraak. Kennelijk komen die twee groepen mensen, de schriftgeleerden en de Farizeeën, niet in aanmerking om binnen te gaan, vanwege hun gebrek aan gerechtigheid. Dit vers kun je niet loskoppelen van de verzen 17 tot en met 19. Kennelijk hebben die twee groepen zitten sleutelen aan Yahuah Zijn geboden. Wat is gerechtigheid?

Gerechtigheid betekent: de toestand van een persoon zoals hij/zij hoort te zijn. De leer betreffende de wijze waarop iemand een toestand kan bereiken die door YHWH goedgekeurd wordt. Deugd, reinheid van leven, juistheid van denken gevoelen en doen.

Dat is gerechtigheid. Dat is dus leven overeenkomstig de wil, de onderwijzing, de Thora, van Yahuah.

Is onze gerechtigheid groter dan die van de schriftgeleerden en Farizeeën? Want dat is kennelijk een voorwaarde om het Koninkrijk van Yahuah binnen te gaan. Maar waarom worden die schriftgeleerden en Farizeeën ter sprake gebracht? Wat wil Yahuah ons hiermee duidelijk maken? Alles is ons ten voorbeeld geschreven als een waarschuwing, opdat wij niet steeds dezelfde fouten zouden maken. Kennelijk is er iets met deze mensen dat niet in overeenstemming is met de wil van Yahuah.

De schriftgeleerden en Farizeeën zijn juist de onderwijzers van het volk. Is dit voorbeeld een verwijzing naar de onderwijzers van de zonen van Yahuah welke het voorbeeld van Yahusha op aarde volgen?

Wat is de reden dat Yahusha dit verwijt maakt aan deze leraren? Dat wordt onder andere heel duidelijk omschreven in het evangelie van Markus. Maar wanneer je alle conversatie gaat bestuderen tussen Yahusha en deze leraren blijkt dat Yahusha hen constant verwijten maakt over dezelfde feiten. Laten we gaan lezen.

Markus 7:5 "toen vroegen de Farizeeën en de schriftgeleerden aan Yahusha: Waarom wandelen uw discipelen niet naar de OVERLEVERINGEN der ouden, maar eten zij met onreine handen hun brood."

Yahusha is heel direkt en heel duidelijk in zijn antwoord.

Mark 7:6 "Terecht (!) heeft Jesaja van u, huichelaars(!), geprofeteerd (Jesaja 29:13), zoals er geschreven staat: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij.

Markus 7:7 "TEVERGEEFS (doelloos, zonder enig succes) eren (aanbidden, ontzag hebben) zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden VAN MENSEN zijn. Dat wordt hen dus kennelijk heel kwalijk genomen."

Markus 7:8 "Gij VERWAARLOOST (nalaten, loslaten, veronachtzamen) het gebod van YAHUAH en HOUDT U AAN DE OVERLEVERINGEN DER MENSEN, zoals het wassen van kannen en drinkbekers en andere dergelijke dingen doet gij vele."

Dus tradities en overleveringen van mensen blijken een sta in de weg.

Markus 7:9 "En Hij zei tot hen: Het gebod Gods stelt gij wel fraai buiten werking (afschaffen, veronachtzamen, ter zijde stellen, negeren, verwerpen) om uw overleveringen IN STAND TE HOUDEN. De geboden van mensen werden belangrijker gevonden dan de geboden van Yahuah."

Markus 7:13 : En zo maakt gij het woord van Yahuah KRACHTELOOS (ongeldig verklaren) door uw overlevering, die gij overgeleverd hebt. En DERGELIJKE DINGEN doet gij vele.

Deze schriftgeleerden en Farizeeën hadden zelf allerlei geboden en regels erbij gemaakt, die zij belangrijker vonden en waar het volk zich aan diende te houden. Zij hadden afgenomen van en toegevoegd aan Yahuah zijn Thora. Daarom noemt Yahusha deze Farizeeën en Schriftgeleerden in vers 6 huichelaars. Yahusha is dus heel duidelijk tegen die leraren!

Huichelaar betekent: toneelspeler, iemand die een rol speelt, veinzen.

Die eigengemaakte regels worden met een Hebreeuws woord "takanot" genoemd.

Deuteronomium 4:2 "U mag aan het woord dat ik u gebied, niets toevoegen en er ook niets van afdoen, opdat u de geboden van Yahuah, uw God, die ik u gebied, in acht neemt."

Deuteronomium 12:32 "Dit alles wat ik u gebied, moet u nauwlettend in acht nemen. U mag er niets aan toevoegen en er ook niets van afdoen."

Denk ook aan Openbaring 22.

Openbaring 22:18-19 "Want ik getuig aan ieder die de woorden van de profetie van dit boek hoort: Als iemand iets aan deze dingen toevoegt, zal Yahuah hem de plagen toevoegen die in dit boek geschreven zijn. En als iemand afdoet van de woorden van het boek van deze profetie, zal Yahuah zijn deel afdoen van het boek des levens, en van de heilige stad, van de dingen die in dit boek geschreven zijn."

Heeft in de christelijke wereld niet precies hetzelfde plaats gevonden? Daar is door Rome, de geestelijke leiders van de christenheid, een hoeveelheid geboden en regels bedacht die nog steeds onderhouden worden, terwijl die geen bijbelse grond hebben. Het zijn geen regels door Yahuah geboden. Mag je dit voorbeeld doortrekken naar onze tijd?

Wat zou Yahusha nu zeggen tegen een deel van de huidige leraren en onderwijzers die vasthouden aan de overleringen en geboden van mensen? Laten we wat meer gegevens raadplegen.

Verderop in Matteüs wordt dat nogmaals uiteen gezet.

Mattheüs 23:13 "Maar wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij sluit het Koninkrijk der hemelen toe voor de mensen. Immers, gij gaat er niet binnen en die trachten binnen te gaan, laat gij niet toe daar te komen."

Als je goed en kritisch leest staat hier: dat, door wat de schriftgeleerden en Farizeeën onderwijzen, het voor de toehoorders niet mogelijk is om het Koninkrijk der hemelen binnen te gaan. Want door de overleveringen van deze onderwijzers te volgen wordt de weg naar dat Koninkrijk eigenlijk afgesloten. De toehoorders willen wel de weg naar dat Koninkrijk bewandelen, maar door het onderwijs van de schriftgeleerden en de Farizeeën worden ze belemmerd om die weg te bewandelen. Het gaat wel over de weg naar het Koninkrijk van Yahuah!

In Mattheüs 23 worden deze mensen 7 keer huichelaars genoemd. 2 Keer blinde wegwijzers. 1 Keer blinden. 1 Keer dwazen en blinden. 1 Keer slangen en adderengebroed. Hoe ernstig is dit, dat Yahusha zo te keer gaat?

Waarom zou dit zo uitvoerig beschreven zijn? Wat kunnen wij daar uit leren? Veel mensen willen het Koninkrijk graag binnengaan, maar worden belemmerd door allerlei wind van leer.

Mogen wij de vergelijking met onze tijd maken, of durven we dat niet? Wat is het verschil met onze tijd? Hoe lezen jullie deze verzen?

Gerechtigheid krijg je door de juiste levenswijze, overeenkomstig Yahuah Zijn geboden te doen.

Mattheüs 16:6,11-12 "Yahusha zei tegen hen: Kijk uit, en wees op uw hoede voor het zuurdeeg van de Farizeeën en de Sadduceeën. ..... Waarom ziet u dan niet in dat Ik tot u niet over brood gesproken heb, toen Ik zei dat u op uw hoede moest zijn voor het zuurdeeg van de Farizeeën en de Sadduceeën? Toen begrepen zij dat Hij niet gezegd had dat zij op hun hoede moesten zijn voor het zuurdeeg van het brood, maar voor het onderricht van de Farizeeën en de Sadduceeën."

Een volgende voorwaarde en onderbouwing ligt in het verlengde van wat zo juist is besproken en staat ook opgetekend in de Bergrede.

Mattheüs 7:21 "NIET een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar WIE DOET de WIL mijns Vader (Yahuah) die in de hemelen is."

Dit laat aan duidelijkheid niets te wensen over. We moeten ons dus de vraag stellen: “wat is de wil van de Vader”? Want de wil van de Vader DOEN, is een VOORWAARDE om het Koninkrijk binnen te gaan.

Kennelijk zijn er toch veel gelovigen die de wil van de Vader NIET doen? Ze DENKEN de wil van de Vader te doen, want dat blijkt uit het vervolg van de tekst.

Mattheüs 7:22 "VELEN zullen TE DIEN DAGE zeggen; Here, Here, hebben wij niet IN UW NAAM geprofeteerd en IN UW NAAM boze geesten uitgedreven en IN UW NAAM vele krachten gedaan.

Hier staat voor ons heel veel belangrijke informatie in. Het vers zegt dat het om - VELEN - gaat. De kans dat u en ik daar bij horen is dus groot, want het gaat niet om een enkeling maar om velen. Zoals het vers zegt, hebben deze mensen indrukwekkende zaken verricht. Hebben WIJ niet …

  1. Ze hebben gezaghebbend geprofeteerd.

  2. Ze hebben boze geesten uitgedreven, voorwaar geen kleinigheid.

  3. Daarnaast hebben ze nog VELE krachten gedaan. Dat zijn ook zaken die niet zo maar iedereen kan doen.

  4. En daarbij hebben ze dat ALLES gedaan in de naam van Yahusha!

Wie zijn die “WIJ”, die in uw naam … Het moeten de leiders en de gelovige zijn die denken de Messias de kennen, die “in de naam van Yahusha”, al deze werken verricht hebben. Ogenschijnlijk lijkt er dus met deze mensen helemaal niets mis te zijn. Ze hebben de schijn mee, maar schijn bedriegt, zoals u weet. De Bijbel geeft zelf het antwoord wie deze mensen zijn.

Mattheüs 7:23 "En dan zal Ik (Yahusha) hun (die velen) openelijk zeggen; 1. Ik heb u NOOIT GEKEND 2. GAAT WEG van Mij, 3. gij WERKERS DER WETTELOOSHEID.

Er wordt door Yahushaheel duidelijk en voor iedereen te horen, bekend gemaakt, dat Hij deze “velen” mensen NOOIT gekend heeft. Het moet een enorme verbazing en tevens een diepe ontgoocheling en teleurstelling zijn voor al deze mensen. Zij, die er absoluut van overtuigd waren altijd in de naam van Yahusha gehandeld te hebben, krijgen te horen dat ze helemaal niet gekend zijn door Yahusha. Ze worden zelfs van voor het aangezicht van Yahusha verbannen, weggestuurd, gaat weg van Mij gij…

Ze zullen zich afvragen hoe dat toch mogelijk is? WAAR is het dan misgegaan? WAT is er misgegaan? WAAR zijn ze tekortgeschoten? WAT hebben ze nagelaten te doen? Het antwoord staat in de tekst!!!!

Ze worden niet gekend en weggestuurd omdat hun werk bestond uit wetteloosheid. Wetteloosheid betekent: dat ze minachting voor de leefregels van YHWH gehad hebben, dat ze deze leefregels geschonden hebben. Als de Bijbel spreekt over wetteloosheid, gaat het om de Thora, de wet, de onderwijzing, de wil van Yahuah.

De mens der wetteloosheid is de mens die in opstand komt tegen Yauah Zijn wetten en verordeningen.

Er wordt nu duidelijk in de tekst aangegeven wat er niet goed gegaan is bij deze mensen. Deze mensen zijn of niet goed opgeleid of onderwezen in de wil (de Thora) van Yahuah, of ze hebben zelf geen actie ondernomen om zich te verdiepen in de wil van Yahuah. Deze mensen gaan kennelijk veel te makkelijk aan een belangrijk deel van de Thora van Yahuah (wet en onderwijzing) voorbij, anders zouden ze niet als wettelozen worden neergezet. Mattheüs 7 is het einde van de Bergrede. Vergeet niet dat Yahusha deze rede begon met Mattheüs 5:17-19!! Verzen die we reeds behandeld hebben.

Het vers hier waar alles om draait, is reeds aangehaald, maar laten we het nogmaals lezen: ” wie DOET de WIL mijns Vaders, die in de hemelen is.”

Dat moet ook ons motto zijn. Wij moeten willen weten en willen onderzoeken en vooral willen doen, wat Yahuah Zijn wil is.

Mattheüs 6:10 "Uw Koninkrijk kome. UW WIL geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde." ..... bidden we toch! Maar als we dat bidden, moeten we het ook doen. Want dat geeft ons toegang tot het Koninkrijk der hemelen zegt het vers. Wij dienen er voor te zorgen dat wij niet als werkers der wetteloosheid weggestuurd worden.

Wetteloosheid is dus alles wat niet in overeenstemming is met de onderwijzin van Yahuah. En de tekst zegt dat er heel wat wetteloosheid is, bij de mensen die “in zijn naam” allerlei zaken doen. In dit plaatje past één wereld religie, namelijk het christendom. Het christedom is DE religie die de Thora van Yahuah minacht. Ze leven niet meer naar Yahuah Zijn wetten (zoals de Shabbat en Pesach) en hebben hun eigen regels gemaakt (Zoals de zondag en pasen). Misschien beseffen veel christenen dit niet. Daarom mogen moeten we hun daar op wijzen. Wetteloosheid is het tegenovergestelde van gerechtigheid.

Er is meer bewijs!

Als je de verzen leest die voorafgaan aan Mattheüs 7:21, namelijk de verzen 13-20, gaat het over een brede weg en een wijde poort, die tot verderf leidt, waar VELEN door binnengaan!

Mattheüs 7:13-20 "Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden. Maar wees op uw hoede voor de valse profeten, die in schapenvacht naar u toe komen maar van binnen roofzuchtige wolven zijn. Aan hun vruchten zult u hen herkennen. Men plukt toch geen druif van doornstruiken of vijgen van distels? Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort en een slechte boom brengt slechte vruchten voort. Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen en een slechte boom kan geen goede vruchten voortbrengen. Iedere boom die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. Zo zult u hen dus aan hun vruchten herkennen."

Het is dus zoeken naar de nauwe poort en smalle weg, die moeten we “vinden” zegt vers 14. Onmiddellijk gevolgd door een waarschuwing in het volgende vers, over VALSE profeten, die in schapevacht tot u komen ...hebben wij niet in uw naam ….

Maar ook de verzen na Mattheüs 7:23, namelijk de verzen 24-27 zeggen nogmaals hoe er gebouwd moet worden.

Mattheüs 7:24-27 "Daarom, ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, die zal Ik vergelijken met een verstandig man, die zijn huis op de rots gebouwd heeft; en de slagregen viel neer en de waterstromen kwamen en de winden waaiden en stortten zich op dat huis, maar het stortte niet in, want het was op de rots gefundeerd. En ieder die deze woorden van Mij hoort en ze niet doet, zal met een dwaze man vergeleken worden, die zijn huis op zand gebouwd heeft; en de slagregen viel neer en de waterstromen kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen dat huis, en het stortte in en zijn val was groot."

Namelijk op de WOORDEN van Yahusha, op de rots. Bouwen wil zeggen dat we na het horen ook gaan “doen”, zie vers 24, want dan handel je “verstandig”. Wanneer je de woorden wel hoort, maar ze niet doet, ben je een dwaas (onzinnig, goddeloos), zie vers 26 en dan zal je “val” groot zijn!

Wat houdt die wil van de Vader doen dan in? Dat is in ieder geval niet de geboden en inzettingen volgen, die mensen zelf gemaakt hebben EN die niet in overeenstemming zijn met de wil en het woord van Yahuah.

Een volgende voorwaarde om het Koninkrijk in te gaan.

Lukas 18:16-17 "Laat de kinderen tot Mij komen en verhindert ze niet; want voor zodanigen is het Koninkrijk van YHWH. VOORWAAR, IK (Yahusha) ZEG U, wie het Koninkrijk van Yahuah niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker NIET BINNENGAAN.

Hoe moeten we dit begrijpen? Wanneer we de vertaling van vers 17 uit Het Boek lezen wordt het ons meteen duidelijk wat Yahusha hier naar voren brengt. Het is zelfs zo dat wie niet het eenvoudige geloof van een kind heeft, niet eens in het Koninkrijk van Yahuah kan komen.

Het Griekse woord "dechomai" Strong 1209 is vertaald met "ontvangen", met de betekenis: ontvangen van wat aangeboden wordt door spreken en onderwijs, gehoor geven aan, accepteren, zich eigen maken, niet verwerpen. Dat zijn duidelijke omschrijvingen!

Wat doet een kind? Een kind hoort de woorden van zijn vader en moeder en de leraar op school, neemt die aan, hij verwerpt die woorden niet en gehoorzaamt. Een kind vertrouwd op wat hij van zijn vader en moeder hoort. En hier wordt de vergelijking gemaakt tussen kinderen en mensen die de prediking over het Koninkrijk horen.

Ook wij, als volwassen gelovigen, horen de woorden over het Koninkrijk en dienen te geloven wat onze hemelse Vader in zijn woord zegt over het ingaan in zijn Koninkrijk. Wij dienen volledig op Vader te vertrouwen met betrekking tot alle woorden die ons informeren over dat Koninkrijk. Een kind is nog heel erg onderwijsbaar. Is dat bij ons, volwassen gelovigen ook nog zo? Of hebben wij een mening die vaststaat en niet voor verder onderwijs vatbaar is? Als je er kennis bij krijgt, dan ga je groeien. Alles wat groeit verandert!

Denk aan 2 Timotheüs 3:16 "Elk van Yahuah ingegeven schriftwoord is 1. nuttig om te onderrichten, 2. nuttig om te weerleggen, 3. nuttig om te verbeteren en 4. nuttig om op te voeden in gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed WERK volkomen toegerust."

Overigens is het goed om op te merken dat het schirftwoord hier in Timotheüs gaat over de Thora en de profeten, de briefen van evangelieen en andere nieuwtestamentische boeken waren Paulus niet bekend. Verderop in Mattheüs is Yahusha in gesprek met zijn discipelen en wordt hier nogmaals naar verwezen.

Mattheüs18:3 "Ik (Yahusha) zeg u, wanneer gij u niet bekeert en wordt als de kinderen, zult gij het Koninkrijk voorzeker NIET BINNENGAAN."

Hier lezen we dat de discipelen kennelijk ook nog niet helemaal gereageerd hebben zoals kinderen doen. Want ze moeten zich bekeren, zegt Yahusha tegen hen. Ze zijn kennelijk niet zo makkelijk van hun verkeerde gewoontes af te brengen. Hun verkeerde gewoonte ging over hoogmoed. Wie is de grootste in het Koninkrijk der hemelen ...vroegen ze aan Yahusha?

Hun wordt aangeraden om te gaan reageren zoals een kind zou doen. Een kind is van nature nederig en bescheiden en stelt zich als zodanig op. Niet vooraanstaan en hoog van de toren blazen en eigenwijs zijn, maar luisteren naar Vader. En zo zouden de discipelen ook moeten reageren.

Wanneer je nu de resterende verzen 4-7 leest staat hier eigenlijk hetzelfde als wat tegen de schriftgeleerden en Farizeeën gezegd wordt.

Mattheüs 18:4-7 "Wie zich dan zal vernederen als dit kind, die is de belangrijkste in het Koninkrijk der hemelen. En wie zo'n kind ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij. Maar wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, doet struikelen, het zou beter voor hem geweest zijn dat een molensteen aan zijn hals gehangen was en hij in de diepte van de zee gezonken was. Wee de wereld vanwege al haar struikelblokken, want het is noodzakelijk dat er struikelblokken komen; maar wee die mens door wie zo'n struikelblok er komt!"

Hoe lezen jullie al deze verzen. Lezen jullie hier iets anders in dan ik? Ook de discipelen hadden moeite om de juiste houding aan te nemen als het over het koninkrijk van Yahuah ging. Hoe zit dat met ons? Hoe ontvangen wij de prediking over het koninkrijk? Moeten wij ons ook nog ergens van bekeren?

We lezen hier weer een voorwaarde om het Koninkrijk binnen te gaan, namelijk geloven als een kind. Maar er is nog een voorbeeld dat ons richting kan geven.

En dat voorbeeld staat in Handelingen 18:24-27. En een zekere Jood, genaamd Apollos, geboortig uit Alexandrië, een geleerd man, DOORKNEED IN DE SCHRIFTEN, kwam te Efeze."

Het gaat over een Jood die vanuit Alexandrië naar Efeze komt. Verder is van hem bekend dat hij een geleerd en welsprekend mens is, volgens de tekst. Daarnaast is hij zeer goed onderlegd en bekwaam in kennis van de Schriften. In die tijd was alleen het oude testament beschikbaar. Het gaat dus niet over zo maar een willekeurig persoon. Het is iemand die kennelijk weet waar hij het over heeft.

Handelingen 18:25 "Deze (Apollos) was INGELICHT omtrent de weg des Heren en, vurig van geest, sprak en leerde hij NAUWKERIG hetgeen op Yahusha betrekking had, ofschoon hij ALLEEN wist van de doop van Johannes."

Dat woord “ingelicht” komt van het Griekse woord “katecheo” met de betekenis: bekoren door een weerklinkend geluid, mondeling onderwijzen, mondeling ingelicht zijn. Ons woord catechiseren komt daar vandaan.

Apollos was, naast zijn grote kennis van de Schrift, in bekoring geraakt, door wat hem mondeling verteld was over Yahusha. En dat vertelde hij door, vol enthousiasme en vol vuur en met grote nauwkeurigheid. Maar kennelijk had hij alleen gehoord van de doop van Yahusha door Johannes de Doper en alles wat zich daar bij afspeelde. De duif die neerdaalde en op Yahusha bleef en de stem uit die uit de hemel kwam.

Er ontbrak nog iets aan zijn kennis. Hij was niet compleet ingelicht over Yahusha. Je zou ergens kunnen zeggen: hij had de klok horen luiden maar .....

Handelingen 18:26 "En deze (Apollos) begon vrijmoedig op te treden in de synagoge. En toen Priscilla en Aquila hem hoorden, namen zij hem tot zich en LEGDEN HEM DE WEG VAN YAHUAH NAUWKEURIG UIT."

Apollos sprak vol overtuiging en ongeremd over Yahusha in de synagoge. Er waren daar, in de synagoge, nog twee mensen, Priscilla en Aquila, die hoorden Apollos zijn verhaal doen. En juist deze twee, Priscilla en Aquino, hadden gedurende langere tijd Paulus horen prediken, toen die bij hen verbleef, Handelingen 18:2-4. Priscilla en Aquilla waren dus wel op de hoogte van de juiste prediking van het evangelie.

Daarom namen zij deze Apollos, die geleerde en welsprekende man, die doorkneed was in de schriften, apart. Hij werd door eenvoudige mensen over de weg van Yahuah, nauwgezetter, completer, volmaakter, onderwezen. Apollos was, NET ALS KINDEREN, bereid om te luisteren en aan te nemen wat hem onderwezen werd, ondanks dat hij geleerd en welsprekend was en kennis van de Schriften had.

Handelingen 18:27 "En toen hij (Apollos) naar Achaje wilde oversteken, moedigden de broeders hem daartoe aan en schreven aan de discipelen, dat zij hem vriendelijk moesten ontvangen. Deze (Apollos), daar aangekomen, was door (Yahuah Zijn) genade van veel nut voor hen, die geloofden."

Na nauwgezetter onderwezen te zijn, bleek Apollos van veel nut, vooral voor die mensen die geloofden. Wat een geweldig voorbeeld.

Leef en leer daarom gelovigens volgens de gehele raad van Yahuah!

Handelingen 20:27 "Zij prediken slechts TEN DELE: niet de HELE raad van Yahuah!"

Er wordt nu vaak (zeker in de christelijke wereld) maar een deel of, erger nog, slechts een fractie van de hele raad van Yahuah gepredikt. Sommigen zijn daarin zeer enthousiast maar verwaarlozen de complete leer van Yahuah. Onder de “leer” ressorteren soms heel belangrijke dingen, zoals heiliging door de Thora, geestelijke groei, een een schriftuurlijke uitleg van de profetieën (1 Thessalonicenzen 5:20!)

Zouden vele huidige geestelijke leiders de weg van Yahuah ook niet eens nauwkeuriger dienen te onderzoeken of zich daar voor open moeten stellen? Als ze dan nauwgezetter en completer en volmaakter onderwezen worden, zullen ze ongetwijfeld, door Yahuah Zijn genade, op de plaatsen waar ze vurig van geest spreken, ook voor hen die geloven tot veel nut kunnen zijn.

Denk daarbij ook nog aan het voorbeeld van de Farizeeën en de schriftgeleerden, die door hun onderwijs de mensen belemmeren om in te gaan in het Koninkrijk van Yahuah.