Psalm 127Rusten in Yahuah Zijn zegen

Publicatie: februari 2022

Introductie


Psalm 127:2 “Het is tevergeefs dat u vroeg opstaat, laat opblijft, brood eet waarvoor u moet zwoegen: Yahuah geeft het Zijn beminde in de slaap.”


Met Psalm 127 vervolgen we onze weg door de ‘Psalmen van de beklimming’. We hebben gezien hoe deze vijftien psalmen kunnen worden opgedeeld in vijf groepen van drie, waarbij elke groep van drie een soortgelijk patroon volgt: een psalm van moeilijkheden, gevolgd door een psalm van vertrouwen, gevolgd door een psalm van triomf. De psalm van vandaag is een middelste psalm in de groep van drie, wat het een psalm van vertrouwen maakt. Maar het is niet alleen de middelste psalm in zijn groep van drie. Het staat ook in de derde of middelste groep van vijf, waardoor het de middelste psalm is in de hele reeks van pelgrimspsalmen.


Het is ook de enige psalm in de ‘Psalmen van de beklimming’ die aan koning Salomo wordt toegeschreven. U kunt zelfs zijn naam verborgen in de psalm vinden. Weet u hoe kunstenaars soms hun naam in hun schilderijen verbergen? Salomo heeft hetzelfde gedaan in deze psalm. Het woord dat in vers twee is vertaald met "Zijn beminde", is het Hebreeuwse woord "yāḏîḏ" (H3039), wat "geliefde" betekent. Dit was de speciale naam die Yahuah aan Salomo gaf in 2 Samuël 12:25.


Normaal gesproken denken we aan Salomo als een schrijver van Spreuken in plaats van psalmen, maar de Schrift vertelt ons dat hij meer dan duizend liederen heeft geschreven (1 Koningen 4:32). Misschien waren zijn Spreuken beter dan zijn liederen, er zijn er in elk geval meer bewaard gebleven. Maar met deze bewaarde Psalm zult u merken dat het in sommige opzichten zelfs op het boek Spreuken lijkt. Net als Spreuken staat het vol met korte zinnen en levendige beelden. Het is gecategoriseerd als een gedicht van wijsheid. Toch is het meer met elkaar verbonden dan Spreuken. Alle zinnen werken samen als een eenheid, en daarom is het meer geschikt als een lied. In tegenstelling tot Spreuken had Psalm 127 een melodie en zou als een lied gezongen zijn. Tegenwoordig reciteren Joden deze psalm als onderdeel van een dankdienst na de geboorte van een kind.


De hoofdgedachte van deze psalm is dat het leven zonder Yahuah niet de moeite waard is, maar als u Yahuah de rechtmatige plaats in uw leven geeft, kun u rusten in Zijn zegen. (Lees Psalm 127:1-5 en bid.)


Psalm 127:


1. Als Yahuah het huis niet bouwt,

tevergeefs zwoegen zijn bouwers eraan;

als Yahuah de stad niet bewaart,

tevergeefs waakt de wachter.


2. Het is tevergeefs dat u vroeg opstaat,

laat opblijft,

brood eet waarvoor u moet zwoegen:

Yahuah geeft het Zijn beminde in de slaap.


3. Zie, kinderen zijn het eigendom van Yahuah,

de vrucht van de schoot is Zijn beloning.

4. Zoals pijlen in de hand van een held,

zo zijn de zonen, ontvangen in de jeugd.


5. Welzalig de man die zijn pijlkoker

daarmee gevuld heeft;

zij worden niet beschaamd,

als zij met de vijanden spreken in de poort.


Zonder Yahuah is leven echt niets waard. Als u Yahuah uit uw leven laat, is alles wat u doet tevergeefs. Het woord 'tevergeefs' komt drie keer voor in deze psalm. Het betekent iets dat geen waarde of prijs heeft. Het is een lege prestatie.


Salomo introduceert dit idee door middel van twee parallelle beelden: het bouwen van een huis en het bewaken van een stad. Hij richt zich dan tot degenen die hard werken en zwoegen zonder op Yahuah te vertrouwen. En ten slotte sluit hij af door te spreken over Yahuah Zijn voorziening voor onze behoeften, waarbij hij kinderen als voorbeeld gebruikt.


Nu schreef Salomo ook het boek Prediker. In zekere zin is deze psalm de keerzijde van het boek Prediker, dat gaat over de leegte of ijdelheid van het leven zonder Yahuah in het middelpunt. Prediker leert ons dat zonder Yahuah werk, het leven en thuis hun betekenis verliezen. Maar Psalm 127 leert ons dat wij kunnen rusten in Yahuah Zijn zegen omdat alles wat u nodig hebt van Yahuah komt. Het eerste deel van de psalm gaat over Yahuah Zijn zegen en voorziening in uw werk, en het tweede deel gaat over Yahuah Zijn zegen en voorziening in uw gezin.


In context met Psalm 126 zien we dat na de lange ballingschap in Babylon nu de tempel, de stad Jeruzalem en nieuwe gezinnen worden gebouwd. Daarbij roepen zij uit hoe afhankelijk de gelovigen zijn van Yahuah. De afhankelijkheid van Yahuah wordt onderstreept door het besef dat niet alle gevaren geweken zijn (vers 1). Net als Zerubbabel, Ezra en Nehemia worden hun bouwactiviteiten uitgevoerd terwijl er gevaar is vanuit de omgeving. In hun vertrouwen op Yahuah, kan van hen gezegd worden dat zij allen ‘in gerustheid wonen’ (Ezra 38:8). Het overblijfsel van het volk van Israël wordt gevormd door mensen ”die rustig en onbezorgd wonen, die allen zonder muur en grendel wonen en geen poorten hebben” (Ezra 38:11), in het vertrouwen dat Yahuah de Bewaarder van Israël is.


1. Yahuah Zijn zegen en voorziening in uw werk (Psalm 127:1-2)


Laten we dus eens kijken naar het eerste deel over Yahuah Zijn bescherming, zegen en voorziening in uw werk. Salomo gebruikt drie voorbeelden uit het dagelijkse leven om dat te illustreren. Eén het bouwen van een huis, twee het bewaken van een stad en drie het verrichten van ons dagelijks werk in verbinding met het vormen van het gezin. En deze sectie leert ons in het bijzonder twee belangrijke dingen.


A. Zonder Yahuah is uw werk tevergeefs - Psalm 90:17; Spreuken 16:3; Johannes 15:5; Hebreeën 3:4; Jakobus 4:13-17


De pelgrims zijn aangekomen en denken na over wat hen te wachten staat aan huizen bouwen, de stad bewaken, hard werken en kinderen krijgen. In dit lied spreekt Salomo daarover. Het zijn de dingen van het dagelijkse leven, waarover wij ook nadenken. Wat Salomo ervan zegt, komt erop neer dat alles wat daarin gebeurt van Yahuah Zijn zegen afhangt om in de plannen te slagen. Het gaat om het besef dat alles wat de rechtvaardige doet, volkomen afhankelijk is van Yahuah, alles moet van Hem komen (vgl. Jakobus 1:17).


Allereerst is uw werk zonder Yahuah tevergeefs. Kijk naar vers 1: “Als Yahuah het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen zijn bouwers eraan; als Yahuah de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter." (Psalm 127:1). De psalmist waarschuwt in deze verzen voor een zelfgenoegzaamheid. Yahuah wil dat u zegen en vervulling in uw werk vindt, maar het zal niet zonder Hem gebeuren. Zonder Yahuah zal uw werk leeg, frustrerend, nutteloos en tevergeefs zijn.


Dit vers spreekt over twee soorten werk: bouwen en dan bewaken of onderhouden. Laten we het eerst hebben over bouwen. "Als Yahuah het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen zijn bouwers eraan" Dit vers spreekt specifiek over het bouwen van een huis, maar het is echt van toepassing op alles wat we in ons leven bouwen, of u nu een huis, een bedrijf of een huis bouwt. Hebreeën 3:4 leert: ”Immers, elk huis wordt door iemand gebouwd, maar Hij Die dit alles gebouwd heeft, is Yahuah” (Hebreeën 3:4).


Kortom, Salomo leert dat u niets moet beginnen zonder Yahuah. Of u nu naar school gaat, of een nieuw project start, of u aan een nieuwe baan begint, of een relatie start, doe het niet zonder Yahuah. Spreuken 16:3 leert: "Wentel uw werken op Yahuah, en uw plannen zullen bevestigd worden." (Spreuken 16:3). Wat u ook probeert in het leven, vertrouw het vanaf het begin aan Yahuah toe, want als Yahuah er niet in is, zal Yahuah Zijn zegen er niet op rusten. Yahuah kan ervoor kiezen om uw plannen te frustreren, of Hij kan er gewoon voor kiezen om u te frustreren. Maar hoe dan ook, tenzij Yahuah het huis bouwt, zwoegen de bouwers ervan tevergeefs.


Als onze activiteiten niet worden bepaald en geleid door Yahuah, is alles wat we doen verspilling van tijd en energie. Van elk resultaat in een bepaald werk zullen we moeten zeggen dat het alleen door Yahuah Zijn hulp tot stand is gekomen (1 Samuel 14:45b). Als een project slaagt, is dat omdat Hij het met Zijn zegen zegent, zonder dat Hij enige prestatie, enig “zwoegen”, van onze kant vraagt. Alleen Zijn zegen maakt rijk (Spreuken 10:22). Dit is niet in tegenspraak met de spreuk dat de hand van de vlijtigen rijk maakt (Spreuken 10:4). Zowel het een als het ander is waar. We moeten werken, maar ook beseffen dat Yahuah ons de kracht ervoor moet geven en tevens de zegen erop. Dan beseffen we dat alles van Hem komt en zullen we Hem daarvoor de eer geven.


Profetisch kunnen hierbij ook denken aan de herbouw van de tempel, het huis van Yahuah. In het vrederijk wordt de bouw van de tempel aan Yahuah Zelf toegeschreven (Zacharia 6:12-13). We kunnen dit verder doortrekken het herstel van het huis van heel Israël, namelijk als het huis van Juda, de twee stammen, en het huis van Israël, de tien stammen, verenigd zijn (Jeremia 3:18). Salomo heeft de tempel afgebouwd, niet David. Hij wist dat het huis alleen maar gebouwd kon worden als Yahuah het huis zou bouwen. Yahuah was de architect, Salomo was slechts de uitvoerder.


Er is dus tevergeefs bouwen, maar dan is er ook tevergeefs bewaken. "als Yahuah de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter." Dit heeft te maken met het bewaken of onderhouden van wat u al hebt opgebouwd. Als u Yahuah Zijn zegen en voorziening in uw werk wilt, moet u niet alleen bij Yahuah beginnen, maar ook bij Yahuah doorgaan.


Mensen kunnen goed kijken en goed luisteren, maar meer ook niet. Ze kunnen waakzaam zijn, maar de uiteindelijke bescherming van de stad ligt in de hand van Yahuah. Hij is de Bewaarder Die niet sluimert of slaapt (Psalm 121:3-4). Alle menselijke inspanning om de stad af te schermen voor het binnendringen van kwaad baat niets als Yahuah Zelf de stad niet bewaakt.


Dit geldt overigens in het bijzonder voor Jeruzalem (Jeremia 31:38-40). De stad is in haar geschiedenis vele malen veroverd en verwoest. Als Yahuah straks in het vrederijk de bewaking op Zich neemt, zal de stad volkomen veilig zijn (Zacharia 2:5). Dan pas kan het volk zingen: “Wij hebben een sterke stad, [Yahuah] stelt heil [tot] muren en vestingwallen” (Jesaja 26:1). Als we dit op onszelf toepassen, kunnen we zeggen dat het onze verantwoordelijkheid is om voor veiligheid te zorgen. De vraag waar het om gaat, is waarop we ons vertrouwen stellen. Vertrouwen we op onze technische kennis en vernuftige alarmsystemen of op Yahuah, dat onze werken alleen dan zullen slagen als Hij ze zegent.


Ziet u, tenzij Yahuah over de stad waakt, houden de wachters tevergeefs de wacht. U zou kunnen denken dat u financieel onafhankelijk bent, dat u door verzekeringen alles heeft gedekt. Daarbij is goed om voorzorgsmaatregelen te nemen. Het is verstandig om vooruit te plannen. Maar het maakt niet uit hoeveel wachters u hebt. Het maakt niet uit hoeveel aandelen en obligaties u heeft. Als u Yahuah erbuiten laat, is het allemaal tevergeefs. U moet Yahuah vooropstellen in alles wat je doet. Daarom instrueert het boek Jakobus ons om te zeggen: "Als Yahuah wil en wij leven, dan zullen wij dit of dat doen." (Jakobus 4:15)


In principe komt het hierop neer. Verwacht u dat uw werk zal slagen vanwege u of vanwege Yahuah? Verwacht niet dat uw werk zal slagen zonder Yahuah. Nodig Yahuah uit in uw werk en vraag er zijn zegen over. We moeten leren bidden zoals Mozes deed in Psalm 90: “De lieflijkheid van Yahuah, onze Elohim, zij over ons; bevestig het werk van onze handen over ons, ja, het werk van onze handen, bevestig dat." (Psalm 90:17).


Yahuah wil dat u zegen en vervulling in uw werk vindt. Maar het zal alleen gebeuren als u Hem in het midden plaatst. Wat uw taak ook is, wat u ook doet, of u nu een huis bouwt, of een gezin sticht, of een stad bewaakt, zet Yahuah centraal en u zult voldoening vinden in wat u doet. Dat is het eerste dat u moeten leren als u Yahuah Zijn voorziening en zegen in uw werk wilt kennen. Zonder Yahuah is uw werk tevergeefs.


B. Yahuah schenkt slaap aan degenen van wie Hij houdt - 2 Samuël 12:25; Psalm 3:5-6, 4:8, 104:19-23; Spreuken 10:22; Markus 4:38


En ten tweede, Yahuah schenkt slaap aan degenen van wie Hij houdt. Kijk naar vers 2: "Het is tevergeefs dat u vroeg opstaat, laat opblijft, brood eet waarvoor u moet zwoegen: Yahuah geeft het Zijn beminde in de slaap." (Psalm 127:2)


Dit is de derde keer dat de zinsnede "tevergeefs" in de psalm voorkomt. En het gaat in het derde voorbeeld over het verrichten van ons dagelijks werk in verbinding met het vormen van het gezin (vers 2). Werken is de activiteit om het gezin te onderhouden. Werk en carrière zijn geen doel. Hard werken is niet verkeerd, maar niet voldoende. Het is nodig om daarin Yahuah te vertrouwen. Het is tevergeefs vroeg op te staan, ​​en laat op te blijven, om zwoegend uw brood te verdienen. Nu is er niets mis met hard werken. Maar er is een goede manier en een verkeerde manier van werken. En de verkeerde manier van werken is als u Yahuah erbuiten laat.


Op Yahuah vertrouwen in ons werk houdt in; Werk als een gelovige, werk als een kind van Yahuah, vertrouw op Yahuah om in uw behoeften te voorzien. Yahuah wil dat u werkt en hard werkt. Maar Hij wil u ook rust geven. Yahuah schenkt slaap aan degenen van wie hij houdt.


Jezelf overwerken of 's avonds laat opblijven heeft geen zin. Yahuah wil dat u rust in Zijn zegen. Psalm 3 leert: Ik lag neer en sliep; ik ontwaakte, want Yahuah ondersteunde mij.” (Psalm 3:6). Psalm 4 leert: "In vrede zal ik gaan liggen en weldra slapen, want U alleen, Yahuah, doet mij veilig wonen." (Psalm 4:9)


De meeste dieren hebben verstand genoeg om te weten wanneer ze moeten werken en wanneer ze moeten rusten en op Yahuah vertrouwen, Psalm 104 leert: “Hij heeft de maan gemaakt voor de vaste tijden, de zon weet wanneer hij ondergaat. U brengt de duisternis teweeg en het wordt nacht; daarin gaan alle dieren in het woud naar buiten. De jonge leeuwen brullen om een prooi en verlangen van El (Elohim) hun voedsel. Wanneer de zon opgaat, trekken ze zich terug en leggen zich neer in hun holen. De mens gaat dan op weg naar zijn werk, naar zijn dienstwerk, tot de avond toe.” (Psalm 104:19-23). Daar kunnen wij mensen nog een hoop van leren. Yahusha sliep in een boot tijdens een storm (Markus 4:38), en u kunt 's nachts slapen in de wetenschap dat Yahuah voor je zal zorgen. Yahuah wil dat u hem vertrouwt in plaats van je zorgen te maken. Onthoud wat we leerden in Psalm 121. Yahuah sluimert of slaapt nooit. Als u slaapt, is Yahuah nog steeds aan het werk. Yahuah blijft wakker, zodat wij dat niet hoeven te doen! Met Yahuah aan de leiding, kunt u rusten.


Spreuken 10:22 leert: "De zegen van Yahuah die maakt rijk, Hij voegt er geen zwoegen aan toe." (Spreuken 10:22). Werk wordt zwoegen als u Yahuah Zijn zegen wegneemt. Als u op Yahuah Zijn voorzienigheid en zorg vertrouwt, kun u rusten in Zijn zegen. U kunt rusten in Zijn zegen terwijl u werkt. En u kunt rusten in Zijn zegen terwijl u slaapt. Er zijn twee uitersten die we hier moeten vermijden. Probeer niet alles zelf te doen. En verwacht niet dat Yahuah het allemaal voor u doet. Wees geen work-a-holic en wees geen luie werker. Er is niets mis met bouwen, onderhouden of hard werken. Deze dingen verliezen alleen hun waarde of betekenis wanneer we ze uit het vertrouwen op Yahuah verwijderen. Psalm 127 maakt het heel eenvoudig. “Werk hard, maak je dag af, vertrouw op Yahuah en ga slapen.”


We mogen hierin niet het Schriftuurlijke doel van een gezin uit het oog verliezen. Het gaat in dit derde voorbeeld immers over het verrichten van ons dagelijks werk in verbinding met het vormen van het gezin, waar deze Psalm mee vervolgt in vers 3. Het doel van het gezin is om uit de hand van Yahuah kinderen te krijgen. Het wordt als ouderwets beschouwd, maar dit is de Schriftuurlijke waarheid, ook in de tijd dat de wereld alleen (gezonde) kinderen wil als ze daar zelf beter van wordt of zelfs geen kinderwens heeft. Kinderen zijn het erfdeel van Yahuah. Deze waarheid mogen wij leren in het vervolg van deze Psalm.


2. Yahuah Zijn zegen en voorziening in uw gezin (Psalm 127:3-5)


En het is duidelijk geworden dat we moeten werken voor ons brood. Dat is al zo sinds de schepping. Waar het om gaat, is wat daarbij onze instelling is. Als we er niet aan denken dat we werken omdat Yahuah het wil en dat Hij ons de kracht ervoor geeft, dan kunnen we werken zo hard en zo lang we willen en onszelf afbeulen, maar het levert niet op wat ervan werd verwacht (vgl. Haggaï 1:6). Daarom schreef Paulus: “En al wat u doet, in woord of in werk, [doet] alles in [de] Naam van [de] Heer Yahusha, terwijl u Yahuah [de] Vader door Hem dankt” (Kolossenzen 3:17). Alle ijver van hen die niet met Yahuah leven of met Hem rekenen, brengt niets van blijvende waarde voort. De mensen van de wereld zoeken rust en vrede en veiligheid, maar het is allemaal tevergeefs. Yahuah geeft rust en vrede aan hem die met Hem leeft, zonder dat hij zich daarvoor hoeft in te spannen. Dat doet Hij, terwijl hij die door Hem wordt bemind, slaapt, ofwel op voor hem ongedachte wijze (vgl. Handelingen 12:6-7). Het is dan ook zo te vertalen dat Yahuah Zijn beminde de slaap als zegen geeft.


De pelgrim uit vers 2 is “Zijn beminde”. Het woord ‘beminde’ is de vertaling van het Hebreeuwse woord jedid. Dit woord komt ook voor in de naam die Yahuah aan Salomo heeft gegeven bij diens geboorte “Jedid-jah” – dat betekent de ‘beminde van Yahuah’ –, want Yahuah had hem lief (2 Samuel 12:24-25). Salomo denkt hier aan zichzelf. Het is ook van toepassing op iedere rechtvaardige die met Yahuah leeft. De gezinnen mogen opgroeien in het besef dat elk lid van het gezin een beminde van Yahuah is. Het is belangrijk om onze kinderen onze liefde te laten merken en dat wij ons bewust zijn van het feit dat zij de beminden van Yahuah zijn: “Yahusha echter zei: Laat de kinderen [begaan] en verhindert ze niet bij Mij te komen; want van de zodanigen is het koninkrijk der hemelen” (Mattheüs 19:14; vgl. Mattheüs 18:10).


Nu gaan we van Yahuah Zijn zegen en voorziening in uw werk naar Yahuah Zijn zegen en voorziening in uw gezin. Kijk naar de verzen 3-5: “Zie, kinderen zijn het eigendom van Yahuah, de vrucht van de schoot is Zijn beloning. Zoals pijlen in de hand van een held, zo zijn de zonen, ontvangen in de jeugd. Welzalig de man die zijn pijlkoker daarmee gevuld heeft; zij worden niet beschaamd, als zij met de vijanden spreken in de poort.” (Psalm 127:3-5). Er zijn twee dingen die we in het bijzonder uit deze verzen leren.


A. Kinderen zijn een geschenk van Yahuah - Genesis 33:5; 1 Samuël 1:27; Jakobus 1:17


Het gaat in vers 3 in eerste plaats over de waarde en betekenis van de kinderzegen. Kinderen zijn niet alleen een gave van Yahuah, maar ook “het eigendom van Yahuah”. Het Hebreeuwse woord voor “eigendom” wordt elders vertaald met erfdeel. Het is goed om te bedenken dat het erfdeel van de Israëlieten het eigendom van Yahuah blijft (Leviticus 25:23). Israëlieten zijn pachters ofwel rentmeesters van Yahuah. Zo is het ook met de kinderen die Yahuah ons heeft toevertrouwd. Wij mogen hen ‘tijdelijk beheren’, maar zij blijven het eigendom van Yahuah. Te Zijner tijd zullen we hen moeten loslaten.


Door de kinderen die Yahuah schenkt, zal Hij het vrederijk vestigen (Psalm 110:3). Ze zijn ook als “de vrucht van de schoot … [Zijn] beloning”. Beloning is hier niet verbonden aan een prestatie, maar aan een positie. Het is een beloning uit genade, het is een geschenk, zoals de positie ook een geschenk is. De vrucht van de schoot is door Hem gegeven en blijft van Hem als Zijn eigendom. Door Hem is bij Zijn volk vrucht te vinden die tot Zijn eer is (Hosea 14:9d; vgl. Johannes 15:2-5,16).

Laten we ons ervan bewust zijn dat in het verbond tussen de HEERE en Zijn volk Israël het krijgen van kinderen een van de eerste zegeningen is (Deuteronomium 28:4). Daarom wordt kinderloosheid in de Tenach (het Oude Testament) als een schande ervaren, als een teken dat de zegen van het verbond niet geldt voor de kinderloze vrouw (Genesis 30:1; 1 Samuel 1:1-18; vgl. Lukas 1:24-25).


Vers 3 zegt dus duidelijk dat kinderen een geschenk van Yahuah: "kinderen zijn het eigendom van Yahuah, de vrucht van de schoot is Zijn beloning." (Psalm 127:3). Als u een jonge ouder bent, vraag u zich misschien af: hoe geeft Yahuah zijn geliefden zowel slaap als kinderen? Op de een of andere manier lijken de twee niet samen te gaan! Maar daar gaat het hier niet om. Het punt is dat kinderen een geschenk van Yahuah zijn. Zoals Jakobus leert: "Elke goede gave en elk volmaakt geschenk is van boven en daalt neer van de Vader der lichten, bij Wie er geen verandering is, of schaduw van omkeer.” (Jakobus 1:17).


U bent net zo afhankelijk van Yahuah voor uw kinderen als voor al het andere. Jakob begreep dit. Toen hem werd gevraagd naar zijn kinderen, antwoordde hij: “Dat zijn de kinderen die Elohim uw dienaar in Zijn genade geschonken heeft.” (Genesis 33:5). Hanna begreep dit ook. Ze zei over Samuel: "Ik bad om deze jongen, en Yahuah heeft mij gegeven wat ik van Hem gebeden heb." (1 Samuel 1:27)


Kinderen zijn een geschenk van Yahuah. Ze zijn ook je erfgoed en beloning. Een rijke man zei tegen een arme man die veel kinderen had: "Deze zijn het die rijke mannen arm maken." De arme man antwoordde: “Nee, deze zijn het die een arme man rijk maken; want er is er niet één van wie we afstand willen doen voor al uw rijkdom.” Tegenwoordig worden kinderen te vaak als een last in plaats van als een zegen beschouwd. We moeten vertrouwen op Yahuah en we moeten rusten in Yahuah zegen en voorziening voor onze gezinnen. Kinderen zijn een geschenk van Yahuah. Hij zal ons voorzien in alles wat we nodig hebben om onze kinderen te geven wat ze nodig hebben, of het nu brood of kennis is.


B. Kinderen ondersteunen en beschermen ons op onze oude dag - Deuteronomium 5:16; Spreuken 23:22; 1 Timoteüs 5:4,8


En ten tweede ondersteunen en beschermen kinderen ons op onze oude dag. Kijk naar de verzen 4-5: “Zoals pijlen in de hand van een held, zo zijn de zonen, ontvangen in de jeugd. Welzalig de man die zijn pijlkoker daarmee gevuld heeft; zij worden niet beschaamd, als zij met de vijanden spreken in de poort.”


Zonen die Yahuah heeft gegeven, zijn “als pijlen in de hand van een held” (vers 4). Door deze zonen zal Yahuah – Hij is de Held – de macht van de goddelozen tenietdoen (Zacharia 9:13). De Zoon van Yahuah wordt ook met een pijl vergeleken die in de hand van de Almachtige is (Jesaja 49:1-2). Hier vinden we de belofte dat de kinderen van Israël door Yahuah als instrument gebruikt zullen worden in het vrederijk (vgl. Jesaja 59:21).


“Zo zijn de zonen” die opgevoed zijn om Yahuah te dienen in de kracht die “de jeugd” eigen is, als pijlen. Dit is een belangrijke aanwijzing voor de opvoeding van kinderen, omdat Yahuah hen in Zijn genade geschonken heeft als vrucht van de schoot (Genesis 30:20; 33:5). Wij moeten ze opvoeden voor Yahuah (Efeze 6:4), zodat ze dienaren in Zijn koninkrijk zullen zijn.


De man die deze zegen van Yahuah heeft gekregen en “zijn pijlkoker daarmee gevuld heeft”, is een gelukkig man (vers 5). Zijn zonen zullen niet beschaamd worden als zij het voor hun vader in de poort tegen “de vijanden” opnemen. De poort is de plaats van de uitoefening van macht (Deuteronomium 17:5; 21:19; 22:15,24; Amos 5:12). Daar zullen de zonen ten gunste van hun vader optreden als zij met vijanden te maken krijgen.


Deze verzen herinneren ons ook aan onze verplichting om onze ouders te helpen als ze ouder worden. Deuteronomium 5:16 zegt: "Eer uw vader en uw moeder, zoals Yahuah, uw Elohim, u heeft geboden, zodat u lang zult leven en het u goed zal gaan." (Deuteronomium 5:16) Spreuken 23:22 leert: “Luister naar je vader, die jou heeft verwekt, en veracht je moeder niet wanneer zij oud is.” (Spreuken 23:22). 1 Timotheüs 5 leert ons: “Maar indien een weduwe kinderen of kleinkinderen heeft, laten dezen leren vóór alles thuis godsvrucht te beoefenen en aan hun voorgeslacht te vergelden wat ze aan hen te danken hebben. Want dat is goed en welgevallig in de ogen van Yahuah. …… Maar als iemand de zijnen en vooral zijn huisgenoten niet verzorgt, heeft hij het geloof verloochend en is hij erger dan een ongelovige.” (1 Timoteüs 5:4,8).


Lang voordat er sociale zekerheid waren, waren kinderen Yahuah Zijn oorspronkelijke pensioenplan. Net zoals ouders voor hun kinderen moeten zorgen als ze jong zijn, zo moeten kinderen voor hun ouders zorgen als ze oud zijn. Hoe noemt u een ouder die niet voor zijn kinderen zorgt als ze jong zijn? Een slechte ouder. En vanuit de Schrift moeten we kinderen die niet voor hun ouders zorgen als ze oud zijn net zo onaanvaardbaar zien als ouders die niet voor hun kinderen zorgen als ze jong zijn. Kinderen zijn daarmee een manier waarop Yahuah voor ons zorgt.


CONCLUSIE

Psalm 127 is een prachtige psalm die ons leert te rusten in Yahuah zegen op het werk en gezin. Alles wat we nodig hebben komt van Yahuah: het huis dat ons bescherming biedt; de stad die ons veiligheid en stabiliteit geeft; het voedsel en de dagelijkse voorzieningen die we nodig hebben om in leven te blijven; de kinderen die ons op onze oude dag steunen en beschermen. We kunnen dit allemaal niet alleen bewerkstelligen. We zijn totaal afhankelijk van Yahuah.


Psalm 127 leert ons vier krachtige principes voor het leven: 1. Vertrouw alles wat u begint aan Yahuah toe. 2. Onderwerp alles wat u heeft aan Yahuah. 3. Erken dat alles wat u hebt uit Yahuah Zijn hand komt. 4. Vertrouw op Yahuah om in al uw behoeften te voorzien.


Als we dingen buiten Yahuah om proberen te doen, lopen we Yahuah Zijn zegen mis. We vermoeien onszelf en de dingen die we doen zullen niet blijvend zijn. Dit geldt in het bijzonder voor uw redding – redding is volledig afhankelijk van Yahusha Hamashiach en Zijn dood en opstanding. Tenzij Yahuah uw gezin bouwt, werkt de moeder die haar kinderen opvoedt tevergeefs. Tenzij Yahuah uw bedrijf bouwt, werkt de ondernemer tevergeefs. Tenzij Yahuah uw opleiding bouwt, werkt de student tevergeefs. We moeten Yahuah centraal stellen in ons leven en leren te rusten in Zijn zegen en voorziening in ons werk en in onze gezinnen. U kunt rusten in Yahuah Zijn zegen omdat alles wat u nodig hebt van Yahuah komt. Rust u vandaag in Yahuah Zijn zegen en voorziening?