Psalm 123 Opzien naar Yahuah voor genade

Publicatie: december 2021

Introductie


We bestuderen samen de Psalmen van de beklimming. In het voorgaande artikel heb ik laten zien dat er een herhalend drievoudig patroon is in deze psalmen, waarbij we beginnen met een psalm van moeite, dan verder gaan met een psalm van vertrouwen en dan verder gaan met een psalm van triomf.


1 2 3 4 5

Probleem 120 123 126 129 132

Vertrouwen 121 124 127 130 133

Overwinning 122 125 128 131 134


We hebben met Psalm 122 de eerste reeks psalmen afgerond en dat betekent dat we weer in de problemen zitten! Vorige week in Psalm 122 bereikten we Jeruzalem en de vreugde van het samenkomen van Yahuah Zijn volk voor aanbidding. Deze week zijn we weer terug bij spot, hoon en minachting.


Psalm 123 doet een stap achteruit ten opzichte van Psalm 122, maar over het algemeen is er nog steeds vooruitgang. In Psalm 120 was de psalmist omgeven door moeilijkheden en helemaal alleen; nu kan hij met vervolging te maken krijgen, maar hij doet dat samen met de rest van Yahuah Zijn volk. In Psalm 121 sloeg hij zijn ogen op naar de heuvels; nu slaat hij zijn ogen op naar Yahuah. In Psalm 122 bezochten we ‘de tronen van het huis van David’. Nu slaan we onze ogen op naar de troon van Yahuah in de hemel.


Psalm 123 is een korte maar krachtige psalm. Eén ding dat het ons leert, is dat gebeden niet altijd lang hoeven te zijn, maar oprecht. Yahuah kijkt niet zozeer naar de lengte van onze gebeden als wel naar de oprechtheid van ons hart.


Maar het belangrijkste dat deze psalm ons leert, is dat we naar Yahuah moeten opzien voor barmhartigheid. Ik weet niet wat uw kijk op Yahuah vandaag is, maar laat me u verzekeren dat Yahuah goed is, Yahuah is vriendelijk, Yahuah is liefdevol, Yahuah is barmhartig. Onze Elohim is een barmhartige Elohim, en Hij geeft genade aan degenen die het van Hem vragen. (Lees Psalm 123 en bid.)


Psalm 123:


1. Ik sla mijn ogen op naar U,

Die in de hemel zit.


2. Zie, zoals de ogen van dienaren

gericht zijn op de hand van hun heren

en zoals de ogen van een dienares

gericht zijn op de hand van haar meesteres,

zo zijn onze ogen gericht op Yahuah, onze Elohim,

totdat Hij ons genadig is.


3. Wees ons genadig, Yahuah, wees ons genadig,

want wij zijn meer dan verzadigd met verachting.

4. Onze ziel is meer dan verzadigd

van de spot van de zorgelozen,

de verachting van de hoogmoedigen.


Psalm 123 is een psalm over het zoeken naar barmhartigheid. Het thema "kijken" wordt geïntroduceerd in de verzen 1-2, waar het woord "ogen" vier keer wordt gebruikt. En dan wordt het thema van genade geïntroduceerd aan het einde van vers twee en in de verzen 3-4 waar het woord "genadig" drie keer wordt gebruikt.


In Psalm 123 zit de psalmist weer in de problemen. Hij wordt bespot en geminacht door arrogante mensen die zich niets aantrekken van Yahuah, en daarom kijkt hij naar de Schepper om genade.


Psalm 123 vergelijkbaar met Psalm 121 in die zin dat het ons aanmoedigt om omhoog te kijken. U heeft de neiging om in de richting te gaan die u zoekt. Maar als u de hele tijd naar beneden kijkt, komt u niet ver in het leven. Maar als u omhoog kijkt, volgt u de richting van de Psalmen van de beklimming die samen een opwaartse beweging vormen.


Psalm 123 is een lied voor als u aan het einde van uw latijn bent. Maarten Luther noemde deze psalm ooit "de diepe zucht van een gekweld hart". Als u onderdrukt of vervolgd wordt, als u niet weet wat je moet doen, als u er genoeg van hebt, moedigt Psalm 123 u aan om naar Yahuah te kijken en uzelf op Hem te werpen. Leg uzelf in Zijn handen en vertrouw erop dat Hij doet wat het beste is. Kijk naar Yahuah voor barmhartigheid en genade in tijden van nood.


Dus, hoe doet u dat? Hoe kijk u naar Yahuah om genade in tijden van nood? Psalm 123 vertelt ons drie manieren waarop u naar Yahuah moet opzien voor genade. 1) Kijk naar Yahuah als de Koning op Zijn troon. 2) Kijk naar Yahuah zoals een dienaar naar zijn meester kijkt. 3) Kijk naar Yahuah als uw barmhartige Verlosser.


1. Kijk naar Yahuah als de Koning op Zijn troon (Psalm 123:1)


Kijk eerst naar Yahuah als de Koning op Zijn troon. Kijk naar vers 1: "Ik sla mijn ogen op naar U, Die in de hemel zit" (Psalm 123:1). Als u in nood verkeert, moet u op zoek naar iemand die u echt kan helpen in tijden van nood. De psalmist weet precies waar hij moet zoeken. Hij slaat zijn ogen op naar Yahuah wiens troon in de hemel is. Yahuah heeft genoeg middelen om u te helpen in tijden van nood, want Hij is de Koning van de hemel. Zijn hemelse troon spreekt van zowel Zijn soevereiniteit als Zijn majesteit.


A. Overweeg Zijn soevereiniteit - Psalm 115:3; Mattheüs 6:9


Denk allereerst aan Yahuah Zijn soevereiniteit. Hij is niet alleen uw plaatselijke raadslid, noch uw minister president, noch enige aardse koning. Yahuah Zijn troon is in de hemel en Hij is soeverein over alle dingen. Psalm 115:3 zegt: “Onze God is immers in de hemel, Hij doet al wat Hem behaagt.” (Psalm 115:3). In het gebed "Onze Vader” wordt ons ook verteld om naar Yahuah in de hemel te kijken. Yahusha leerde ons bidden: “Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd.” (Matteüs 6:9).


Is het u ooit opgevallen dat het Onze Vader in het meervoud is geformuleerd? We bidden niet: “Mijn Vader in de hemel; geef mij vandaag mijn dagelijks brood”, enzovoort. We bidden “onze vader” en “Geef ons heden ons dagelijks brood”. Het is hetzelfde in Psalm 123. De psalmist begint met te zeggen: "Ik hef mijn ogen naar u op", maar dan bidt hij in zijn eigenlijke gebed in het meervoud: "zo zijn onze ogen gericht op Yahuah, onze Elohim … Wees ons genadig, Yahuah, wees ons genadig” (Psalm 123:2-3). In gebed tot Yahuah moeten we altijd onthouden dat we deel uitmaken van een gemeenschap, en Yahuah vragen om ons allemaal te helpen en niet alleen onszelf.


Als we naar Yahuah kijken als de Koning op Zijn troon, herinnert Zijn troon ons eraan dat Hij Degene is Die ons echt kan helpen. Het herinnert ons eraan dat Hij soeverein is over alle dingen.


B. Aanbid Zijn Majesteit - 1 Kronieken 29:10-12


En omdat Hij Koning is op Zijn hemelse troon, aanbidden we Zijn Majesteit. We lezen in 1 Kronieken 29: “Toen loofde David Yahuah voor de ogen van heel de gemeente. David zei: Geloofd zij U, Yahuah, Elohim van onze vader Israël, van eeuwigheid tot eeuwigheid!. Van U, Yahuah, is de grootheid, de macht, de luister, de kracht en de majesteit. Want alles wat in de hemel en op de aarde is, is van U. Van U, Yahuah, is het Koninkrijk, en U hebt Zich verheven tot een Hoofd boven alles. Rijkdom en eer komen van voor Uw aangezicht, en U heerst over alles. In Uw hand is kracht en macht, in Uw hand is het om ieder groot te maken en sterk te maken” (1 Kronieken 29:10-12).


Yahuah is groot boven alles. Hij is majestueus in macht, glorie en eer. We aanbidden hem vanwege zijn grootheid en majesteit. Het is goed om naar Yahuah op te kijken. Hoe kijk je naar de Heer om barmhartigheid in tijden van nood? Kijk allereerst naar Yahuah als de Koning op Zijn troon. Met behulp van een poëtisch chiasma wordt hierop in de eerste twee verzen mooi en sterk de nadruk gelegd.


Hij “zit” daarnaast op Zijn troon, in alle rust, en regeert. Psalm 103 leert ons: “Yahuah heeft Zijn troon in de hemel gevestigd, Zijn Koninkrijk heerst over alles”. Niets op aarde kan Zijn rust en regering verstoren. Door Hem daar te zoeken en te aanbidden in Zijn Majesteit, gaan ze delen in Zijn rust. We mogen weten dat het Hem niet uit de hand loopt en mogen verwachten van Hem dat Hij onze situatie ten goede verandert. Hij is wel in de hemel, maar moeten weten dat Hij ten nauwste bij ons omstandigheden betrokken is.


2. Kijk naar Yahuah zoals een dienaar naar zijn Meester kijkt (Psalm 123:2)


Ten tweede moeten we kijken naar Yahuah zoals een dienaar naar zijn meester kijkt. Kijk nu met mij naar vers 2: “Zie, zoals de ogen van dienaren gericht zijn op de hand van hun heren en zoals de ogen van een dienares gericht zijn op de hand van haar meesteres, zo zijn onze ogen gericht op Yahuah, onze Elohim, totdat Hij ons genadig is.” (Psalm 123:2).


Het beeld hier is van een bediende met zijn meester of een dienstmeisje met haar meesteres. Dit is hoe u tot Yahuah moet naderen als u zijn genade zoekt. U moet niet alleen naar Yahuah kijken als de Koning op Zijn troon. U moet ook naar Yahuah kijken zoals een dienaar naar zijn meester kijkt. Kortom is er in hun blik op Yahuah een verwachtingsvol uitzien naar Zijn handelend optreden (vers 2). Ze vergelijken zich met “dienaren” van wie de ogen “[gericht zijn] op de hand van hun heren” en met “een dienares” van wie de ogen “[gericht zijn] op de hand van haar meesteres”. Als afzonderlijke leden van Yahuah Zijn volk zijn zij Zijn dienaren en als geheel zijn zij Zijn dienares.


Ze kijken naar Zijn hand, want alleen die kan verlossing brengen. Daarbij oefenen ze geduld. Ze blijven naar Hem kijken “totdat Hij” hen “genadig is”. Dat ze op de genade van Yahuah wachten, houdt de erkenning in dat ze door eigen falen in deze ellendige omstandigheden terecht zijn gekomen. Ze pleiten niet op hun onschuld. Dat ze zeggen “totdat”, betekent dat ze erop vertrouwen dat Hij genadig zal zijn (vgl. Jesaja 30:18). De vraag is alleen wanneer Hij dat zal zijn. Dit afwachten is het enige wat ze kunnen doen. Ze hebben geen enkele mogelijkheid om een verandering ten goede te bewerken.


A. Neem de houding aan van een dienaar tegenover Yahuah - 1 Samuël 3:10


Hierbij komen verschillende zaken van uw kant kijken. Allereerst moet u de houding van een dienaar tegenover Yahuah aannemen. U moet de houding aannemen van de jonge Samuël toen Yahuah hem riep om een profeet te zijn. We lezen in 1 Samuël 3:10: “Toen kwam Yahuah en bleef daar staan; en Hij riep zoals de andere keren: Samuel, Samuel! En Samuel zei: Spreek, want Uw dienaar luistert.” (1 Samuël 3:10). Samuël nam de houding aan van een dienaar tegenover Yahuah.


A.1) Wees attent op Yahuah Zijn wil


Wat betekent het om de houding van een dienaar tegenover Yahuah aan te nemen? We zien verschillende dingen uit ons vers hier in Psalm 123. Allereerst betekent het aandacht te hebben voor Zijn wil. De dienaar in Psalm 123 heeft zijn ogen gericht op zijn meester, op zoek naar het minste gebaar, de kleinste beweging van een vinger om zijn wil aan te geven. Noem het 'de getrainde waakzaamheid van de dienaar die klaar is voor het kleinste gebaar'.


En dat is de manier waarop we zouden moeten zijn met Yahuah. Een Nazarener heeft zijn oog op de hand van Yahuah gericht. Niet alleen om daar hulp van te verwachten, maar ook in waakzame verwachting van een teken of gebaar, hoe gering ook, dat op Yahuah Zijn goddelijke wil kan duiden.


En dus leren we mede van de Psalmen van de beklimming dat Yahuah niet alleen over ons waakt, maar dat wij Hem moeten bewaken. Uw dagelijkse gebed zou moeten zijn: “Yahuah, wat wilt U dat ik doe? Hoe kan ik U vandaag van dienst zijn?” Wees alert op zijn wil. Maar wat definieert de wil van Yahuah precies? Hoe kunnen we die vinden?


Het hoogste aspect van Yahuah Zijn wil komt voort uit de erkenning van Yahuah Zijn soevereiniteit en de andere kenmerken van Zijn wezen. Deze uiting van Yahuah Zijn wil richt zich op het feit dat Yahuah over alles wat geschiedt, soeverein beschikt. Met andere woorden, er gebeurt niets buiten Yahuah oppermachtige wil om. Dit aspect van Yahuah Zijn wil zien we in verzen zoals Efeziërs 1:11, waaruit we leren dat Hij degene is die “alles naar zijn wil en besluit tot stand brengt” en Job 42:2: "Ik weet dat niets buiten uw macht ligt, en geen enkel plan voor u onuitvoerbaar is.”. Deze kijk op Yahuah Zijn wil is gebaseerd op het feit dat Zijn wil nooit gedwarsboomd kan worden, omdat Yahuah soeverein is. Niets gebeurt buiten Zijn controle om. Dienaren van Yahuah dienen zich hieraan over te geven, dan zullen ze barmhartigheid en genade van Yahuah vinden.


Terwijl Yahuah Zijn oppermachtige wil vaak voor ons verborgen blijft totdat deze gerealiseerd wordt, is er een ander duidelijk aspect aan Zijn wil dat duidelijk is voor ons: Zijn inzichtelijke ofwel geopenbaarde wil. Zoals de naam al aangeeft, betekent dit aspect van Yahuah Zijn wil dat Hij ervoor gekozen heeft om een deel van Zijn wil te openbaren in de Thora en de profeten. Vergeet daarbij niet dat in de Schrift (Deuteronomium 10:1-4) staat dat Yahuah de wet zelf herschreef op twee stenen tafelen, het was het werk van Zijn eigen hand! De inzichtelijke wil van Yahuah is Zijn geschreven wil over wat wij zouden moeten doen of laten. Vanwege de geopenbaarde wil van Yahuah in de Thora (wet) weten we bijvoorbeeld weten dat het Yahuah Zijn wil is dat wij niet onrein leven, dat wij onze vijanden liefhebben, dat we berouw hebben over onze zonden en dat we heilig zijn zoals Hij heilig is. Wanneer dienaren van Yahuah dit aspect van Yahuah Zijn wil ten diepste begrijpen, erkennen zij dat mensen niet het recht hebben om ongehoorzaam te zijn aan Yahuah geboden (Thora).


Het laatste aspect van Yahuah Zijn wil dat we in de Schrift zien is Yahuah Zijn genade, barmhartigheid of volmaakte wil. Dit aspect van Yahuah Zijn wil beschrijft Zijn houding en definieert wat Hem vreugde brengt. Bijvoorbeeld: hoewel het duidelijk is dat Yahuah geen vreugde schept in de dood van goddeloze mensen, is het ook duidelijk dat Hij hun dood wil of bepaalt. Deze uiting van Yahuah Zijn wil wordt onthuld in de vele verzen van de Schrift die aangeven wat Yahuah wel en niet behaagt. Bijvoorbeeld, in 1 Timoteüs 2:4 lezen we dat Yahuah “wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen” maar we weten dat Yahuah Zijn oppermachtige wil is dat “niemand bij mij [kan] komen, tenzij de Vader die mij gezonden heeft hem bij me brengt, en ik zal hem op de laatste dag tot leven wekken.” (Johannes 6:44).


Wat we zouden moeten willen weten, is in eerste plaatse de inzichtelijke of geopenbaarde wil van Yahuah. Een belangrijk kenmerk van ware gelovigen is het willen weten en leven volgens de wil van Yahuah zoals die geopenbaard is in de Schrift, en die kan worden samengevat als “‘Wees heilig, want ik ben heilig’” (1 Petrus 1:15-16). Het is onze verantwoordelijkheid om te gehoorzamen aan de geopenbaarde wil van Yahuah en daarnaast onze blik op Hem als Meester gericht te houden.


Leven volgens Zijn geopenbaarde wil zou het hoofddoel van onze levens moeten zijn. Romeinen 12:1-2 vat deze waarheid samen, door ons op te roepen om “uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u. U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat Yahuah van u wil en wat goed, volmaakt en hem welgevallig is.” Om de wil van Yahuah te leren kennen, moeten we ons onderdompelen in het geschreven Woord van Yahuah (Thora en de profeten, niet de brieven van Paulus welke eerder verklaringen van het geschreven Woord zijn); onze gedachten ermee doordrenken en bidden dat de Ruach HaKadosh leiden en ons helpt onze gedachten te vernieuwen. Dit alles om een resultaat te bereiken dat goed is, welgevallig en volmaakt – de wil van Yahuah.


A.2) Wacht geduldig op Yahuah Zijn timing


Ten tweede, wacht geduldig op Zijn timing. Het woord "totdat" is belangrijk in Psalm 123:2. “Zie, zoals de ogen van dienaren gericht zijn op de hand van hun heren en zoals de ogen van een dienares gericht zijn op de hand van haar meesteres, zo zijn onze ogen gericht op Yahuah, onze Elohim, totdat Hij ons genadig is.” (Psalm 123:2) Het “totdat” geeft aan dat er een periode van wachten is voordat de gezochte hulp arriveert.


De Engelse dichter John Milton schreef in zijn beroemde gedicht: "Ze dienen ook wie alleen maar staat en wacht." (Sonnet 19: When I consider how my light is spent, by John Milton, door John Milton). Goede dienaren brengen veel tijd door met wachten. We willen actief zijn en we willen nu antwoord op onze gebeden, maar Yahuah kent de waarde van geduld en wachten.


En onze moderne maatschappij maakt dit alleen nog maar erger. We willen dat alles snel gedaan wordt – de nieuwe apparaten worden steeds meer gemaakt om aan onze behoeften te voorzien en moedigen ons ongeduld aan. We zijn niet gewend om te wachten en hoe meer de technologie onze onmiddellijke verlangens vervuld, hoe minder we willen wachten. Zo hebben we ook ons dilemma als Nazareners. Terwijl de maatschappij elke poging doet om ons leven makkelijker en sneller te maken, werkt Yahuah op een hele andere manier. In Zijn verstand is er helemaal niets mis mee om een poosje te wachten.


Verschillende gelovigen welke we uit de Schrift kennen moeten lang wachten voordat zij een grote wens vervuld zien. Hanna moet bijvoorbeeld lang wachten tot Yahuah haar gebed verhoort en ze een kind krijgt (1 Samuel 1:5-8). En het volk van Israël moet lang door de woestijn trekken voordat ze het beloofde land in mogen gaan. Daarom worden de mensen ongeduldig (Numeri 21:4). In de ogen van God is dat geen goede eigenschap. Hij vraagt van ons om geduldig te wachten, zoals een boer die wacht op de oogst (Jakobus 5:7).


Bedenk daarbij dat Yahuah zelf geduldig is. Dat kunt u op heel veel plaatsen lezen. Keer op keer heeft Hij geduld met zijn volk als zij dingen doen die verkeerd zijn in zijn ogen. Yahuah Zijn geduld wordt vaak in verband gebracht met zijn vergeving en zijn trouw. Over dat verband tussen geduld en vergeven vertelt Yahusha een mooie gelijkenis. Een man heeft een grote schuld bij zijn koning. Hij vraagt de koning om geduld met hem te hebben. De koning heeft medelijden met de man en vergeeft hem zijn schuld. Maar het lukt de man niet om daarna zelf geduldig te zijn en de schuld van iemand anders te vergeven (Mattheüs 18:23-35).


Daarom worden dienaren aangespoord om hun geduld niet te verliezen en op Yahuah Zijn timing te vertrouwen. Geduld is een teken van trouw en standvastigheid. Dat geldt voor Yahuah, maar ook voor mensen:


Psalm 103:8 “Liefdevol en genadig is Yahuah, hij blijft geduldig en groot is zijn trouw.”


Sirach 2:1-2 “Mijn kind, als je de Heer wilt dienen, bereid je dan voor op beproevingen. Houd het rechte spoor, wees standvastig en word niet ongeduldig in tijden van tegenspoed.”


1 Tessalonicenzen 5:14 “Wij sporen u aan, broeders en zusters, iedereen die zijn dagelijks werk verwaarloost terecht te wijzen, de moedelozen hoop te geven, op te komen voor de zwakken, met iedereen geduld te hebben.”

Geduld is een kenmerk van wijsheid, volgens Spreuken 14:29. Maar het is ook een kenmerk van liefde, zoals je kunt lezen in 1 Korinthe 13:14: “De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid”. Vertrouw daarom op Yahuah zijn timing en wees een geduldige dienaar of dienares en bedenk dat Yahuah het wachten gebruikt om ons te veranderen.


Adam en Eva zijn een goed voorbeeld van rebellie tegen Yahuah. Toen ze eenmaal geloofden dat Yahuah niet het beste met hen voor had besloten ze om te doen wat ze wilden. Ze werden eigenlijk hun eigen god. En te vaak doen wij dat zelf ook vandaag de dag. Wanneer Yahuah ons leert dat we moeten wachten, vertrouwen we Yahuah niet maar gaan we onze eigen gang en vinden we een manier om toch voor elkaar te krijgen wat we willen. Deze neiging om Yahuah in ongeduld aan de kant te schuiven gaat tegen Zijn plan in voor ons. Het creëert een afstand in onze relatie met Hem. Het zorgt ervoor dat wij in de problemen komen en het geeft ons pijn. Hoe goed is het om nu de hele wereld te krijgen – wat we ook denken dat we willen – en we verliezen de intimiteit van onze zielen bij Yahuah (Markus 8:36)?


Yahuah wil ons leren hoe we Hem moeten volgen en om ons veeleisende ‘ik’, dat schreeuwende kind in ons, te kalmeren. Een manier om ons daarmee te helpen is doordat Hij tegen ons zegt: ‘wacht’. Die ellendige, ongemakkelijke en soms pijnlijke periode van stilte is een van de meest krachtige instrumenten van Yahuah om ons vrij te maken. Als we daartoe bereid zijn zal dat gebeuren.


A.3) Reageer op Yahuah Zijn bevelen


Wat betekent het om de houding van een dienaar tegenover Yahuah aan te nemen? Wees alert op zijn wil. Wacht geduldig op zijn timing. En ten derde, reageer op zijn bevelen. De dienaar waakt en wacht zodat hij of zij kan doen wat zijn meester beveelt. Onthoud als het om u en Yahuah gaat: jij bent de dienaar, Hij is de Meester. Wijk nooit van deze orde af!


Sommige mensen weigeren de houding van een dienaar tegenover Yahuah aan te nemen, omdat ze hun vrijheid niet willen opgeven. Zo wordt door veel christenen gezegd, dat de wetten van Yahuah in de Tenach - over de Sabbat, de Heilige Dagen of rein en onrein voedsel - afgeschaft zijn en niet langer van toepassing zijn voor Nieuwtestamentische gelovigen. Zogenaamd, omdat deze oude wetten "aan het kruis genageld" werden door het offer van de Messias. Er wordt gezegd, dat zij niet langer "gebonden" zijn aan het Oude Verbond en de "verouderde wetten", die door Mozes werden opgetekend, maar nu onder een Nieuw Verbond zijn - in vrijheid om Yahuah te aanbidden op welke manier zij verkiezen.


Gewoonlijk worden de woorden van de Apostel Paulus geciteerd om deze leugenachtige leerstelling te steunen:

  • Romeinen 6:14 - dat wij niet langer onder de wet zijn, maar onder genade;

  • Kolossenzen 2:14 - dat Yahusha het bewijsstuk, dat tegen ons getuigde, had uitgewist;

  • Galaten 3:13 - dat Yahusha ons vrijgekocht heeft van de vloek van de wet; en

  • Galaten 3:24-25 - dat de wet slechts een tuchtmeester was om ons tot Yahusha te brengen en dat wij niet langer onder een tuchtmeester staan.


Maar de grote ironie of paradox hier is dat je alleen echte vrijheid in het leven zult vinden door een dienaar van Yahuah te zijn. Niet willen leven volgens Yahuah zijn wetten is het niet opvolgen van Zijn bevelen. De waarheid is dat de Thora en zijn wetten gelden voor iedereen. Yahuah wil een oprecht hart, dat zich aan Zijn regels wil houden, niet meer en niet minder. Hij heeft door het Nieuwe Verbond de Wet niet opgeheven en ongeldig verklaard, maar juist in ons binnenste gelegd, lees maar mee in Jeremia 31: ‘’Zie, er komen dagen, spreekt Yahuah, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten, niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ík hen getrouwd had, spreekt Yahuah. Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt Yahuah: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn. Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en eenieder zijn broeder onderwijzen door te zeggen: Ken Yahuah, want zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt Yahuah. Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken.’’ (Jeremia 31: 31-34).


In Mattheüs 28 staat dat aan de volkeren moet worden onderwezen wat Yahusha aan Zijn discipelen heeft onderwezen: ''Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.” (Mattheüs 28: 19-20). En wat heeft de Messias zelf dan onderwezen? Onder andere het volgende: ''Meen niet dat ik ben gekomen om de Wet of de profeten te ontbinden. Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen. Want, voorwaar, ik zeg u: Eer de hemel en aarde vergaan, zal er niet een jota of een tittel van de Wet vergaan, totdat alles zal zijn geschied. Wie dan een van de kleinste geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen.'' (Mattheüs 5: 17-19). Maar hij leerde ons veel meer ten aanzien van het onderhouden van de Thora:


  • Mattheüs 19: 17: ''Indien gij het leven wilt binnengaan, onderhoud de geboden!''

  • Mattheüs 23: 1-3: ''Toen sprak Jezus tot de menigte en tot Zijn discipelen: De Schriftgeleerden en de Farizeeën zijn gaan zitten op de stoel van Mozes. Daarom, al wat zij u zeggen dat u in acht moet nemen, neem dat in acht en doe het, maar doe niet naar hun werken, want zij zeggen het, maar doen het zelf niet.''

  • Lukas 16: 17: ''Gemakkelijker zouden hemel en aarde vergaan, dan dat er van de Wet een tittel zou vervallen.''

Wie denkt dat in vrijheid leven betekent dat er voor hen geen wet is heeft het grondig mis. Dienaren van Yahuah volgens zijn bevelen. En dat zijn geen eigen verzinsel, maar de wetten in de Thora. Dienaren van Yahuah, bedenk dat de wet negeren wetteloos is en wetteloosheid is zonde, want in 1 Johannes 3:4 lezen wij: "De zonde is wetteloosheid". Yahusha heeft geleerd dat alléén degenen die de wil van Zijn Vader doen (niet slechts weten!) het Koninkrijk der hemelen mogen binnengaan: ''Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is.'' (Mattheüs 7: 21:)


De wil van Zijn Vader heeft Hij aan ons bekend gemaakt via Zijn Thora: Zijn Wet en Zijn geboden! Dit wordt duidelijk als we in Mattheüs 7 een paar verzen verder lezen: ''Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!'' (Mattheüs 7: 23). Wilt u Yahuah dienen en ook liefhebben boven alles? Johannes legt uit hoe we dat kunnen doen: ''Dit is de liefde tot Yahuah, dat wij Zijn geboden in acht nemen; en Zijn geboden zijn geen zware last.'' (1 Johannes 5: 3).


Hoe kijk je naar Yahuah zoals een dienaar naar zijn meester kijkt? Neem allereerst de houding aan van een dienaar tegenover Yahuah en volg zijn bevelen op.


B. Weet dat u voor alles afhankelijk bent van Yahuah - 2 Kronieken 20:12; Psalm 104:24-28


Ten tweede moet u weet dat u voor alle dingen afhankelijk bent van Yahuah. De dienaar in Psalm 123 is volledig afhankelijk van de meester. De dienaar is in de handen van zijn meester. De meester bepaalt de dienaar en zijn lot. De dienaar is volledig afhankelijk van zijn meester en daarom kijkt hij naar zijn meester om in zijn behoeften te voorzien. Besef dat het oog van de dienaar hier is als "... het oog dat wacht en hoopt en geduldig is, alleen naar Yahuah kijkend, en naar niemand anders voor hulp." Op dezelfde manier zijn we ook voor alles afhankelijk van Yahuah. De hele schepping is afhankelijk van zijn Schepper en kijkt naar Hem. We lezen in Psalm 104: “Hoe groot zijn Uw werken, Yahuah, U hebt alles met wijsheid gemaakt, de aarde is vol van Uw rijkdommen. (Uw rijkdommen - Letterlijk: Uw bezittingen.) Daar ligt de zee, groot en wijd uitgestrekt; daar leeft krioelend gedierte, niet te tellen, kleine dieren en grote. Daar varen de schepen, daar gaat de Leviathan, die U gevormd hebt om hem erin te laten spelen. Zij allen wachten op U, dat U hun voedsel geeft op zijn tijd. Geeft U het hun, zij verzamelen het, doet U Uw hand open, zij worden met het goede verzadigd.(Psalm 104:24-28).


In 2 Kronieken 20:12 vinden we een prachtig gebed van koning Josafat van het moment dat hij in nood was en hij het hoofd moest bieden aan een enorm leger bestaande uit drie afzonderlijke naties die samenwerken tegen hem. Het was een drievoudige dreiging en hij wist dat hij niet de middelen had om terug te vechten. En dus bad hij tot Yahuah: “Onze Elohim, zult U geen gericht over hen oefenen? In ons is immers geen kracht tegen deze grote troepenmacht die op ons af komt, en wij weten niet, wat wij moeten doen, maar op U zijn onze ogen gericht.” (2 Kronieken 20:12).


We geven het misschien niet graag toe, maar we zijn voor alles volledig afhankelijk van Yahuah. We moeten leren naar de Schepper te kijken en te bidden zoals Josafat: "O onze Elohim... We weten niet wat we moeten doen, maar onze ogen zijn op U gericht."


C. Weet dat Yahuah u zal helpen in tijden van nood en wees daarom moedig - Psalm 145:15-16; Psalm 46:1


En als u dat doet, als u naar Yahuah kijkt zoals een dienaar naar zijn meester kijkt, weet dan dat Yahuah u zal helpen in tijden van nood. In Psalm 123 kijkt de dienaar naar zijn meester, wetende dat zijn meester voor hem zal zorgen. En we kijken naar Yahuah als onze meester, wetende dat Hij voor ons zal zorgen.


We lezen in Psalm 145: “De ogen van allen wachten op U, U geeft hun hun voedsel op zijn tijd. U doet Uw hand open en verzadigt al wat leeft, naar Uw welbehagen.” (Psalm 145:15-16).


Zoek dus naar Yahuah Zijn tussenkomst in uw leven. Vertrouw op Yahuah, verwacht Zijn hulp en ga moedig om met tegenslagen. Want Psalm 46 leert ons “Elohim is voor ons een toevlucht en sterkte, een hulp die gemakkelijk te vinden is in benauwdheden.” (Psalm 46:1).


In de Schrift kunnen we lezen wat ‘dienaren’ over hun sterke vertrouwen in Yahuah hebben gezegd. David zei bijvoorbeeld: “Yahuah is mijn sterkte en mijn schild. Op hem heeft mijn hart vertrouwd, en ik ben geholpen, zodat mijn hart uitbundige vreugde heeft” (Psalm 28:7). Ook Paulus gaf uiting aan zijn onwankelbare vertrouwen: “In al deze dingen komen wij volledig als overwinnaars uit de strijd te voorschijn door bemiddeling van hem die ons heeft liefgehad” (Romeinen 8:37). Toen Yahusha wist dat zijn arrestatie en terechtstelling naderden, zei Hij iets waaruit duidelijk zijn sterke band met Yahuah bleek: “Toch ben ik niet alleen, omdat de Vader met mij is” (Johannes 16:32). Uit deze uitspraken blijkt een vast vertrouwen in Yahuah. Als we leren net zo’n vertrouwen te hebben, kan dat ons de moed geven die we nodig hebben om te vertrouwen op Yahuah Zijn hulp om zo elke tegenslag aan te kunnen. (Lees Psalm 46:1-3).


Blijf Yahuah zoeken, blijf wachten, blijf bidden, roep naar Hem uit, want Yahuah zal u helpen in tijden van nood. Denk hierbij nog eens aan de woorden van Paulus uit Hebreeën 13: “Daarom zeggen wij met goede moed: Yahuah is voor mij een Helper en ik zal niet vrezen. Wat zal een mens mij doen?” (Hebreeën 13:6). Paulus schreef die woorden rond het jaar 61 aan gelovigen in Judea. Zijn woorden doen denken aan het gevoel dat wordt verwoord in Psalm 118: “Uit de benauwdheid heb ik tot Yahuah geroepen, Yahuah heeft mij verhoord en in de ruimte gezet. Yahuah is bij mij, ik ben niet bevreesd. Wat kan een mens mij doen? Yahuah is bij mij, te midden van wie mij helpen, daarom zie ík neer op wie mij haten.” (Psalm 118:5-).


De psalmist wist net als Paulus uit ervaring dat Yahuah zijn Helper was. Zo maakte hij bijvoorbeeld ruim twee jaar voordat hij zijn brief aan de Hebreeën schreef een gevaarlijke reis door een stormachtige zee (Handelingen 27:4, 15, 20). Tijdens die reis liet Yahuah op Paulus zien dat Hij voor hem een Helper was. Paulus zat op een schip naar Italië dat in een zware storm terecht kwam. De bemanning en de passagiers denken dat ze het niet zullen overleven. Maar Paulus is niet bang. Hoe komt dat? Hij zegt tegen iedereen aan boord: ‘Vannacht stond er naast me een engel van de God aan wie ik toebehoor en voor wie ik heilige dienst doe. Hij zei: “Want deze nacht stond er bij mij een engel van Yahuah, van Wie ik ben en Die ik ook dien; die zei: Wees niet bevreesd, Paulus, u moet voor de keizer terechtstaan; en zie, Yahuah heeft u allen die met u varen, geschonken.” Yahuah stelde door de engel van Yahuah Paulus gerust. En uiteindelijk komt hij inderdaad in Rome aan (Handelingen 27:20-25; 28:16).


Net als Paulus maken ook wij stormen mee in ons leven. Maar we weten ook dat we moed kunnen vatten omdat Yahuah met ons is. Hij is onze helper. En als het in overeenstemming is met Zijn voornemen, zal Hij ons helpen zoals een meester zijn dienaar helpt. Daarom hebben we net als Paulus alle reden om vol vertrouwen te zeggen: “Yahuah is mijn helper, ik zal niet bang zijn. Wat kan een mens mij doen?” (Hebreeën 13:6). Kijk naar Yahuah zoals een dienaar naar zijn meester kijkt en verwacht hulp van Hem.


3. Kijk naar de Heer als je barmhartige Verlosser (Psalm 123:3-4)


We hebben nu twee onderdelen van deze Psalm behandel. Eén kijk naar Yahuah als de Koning op zijn troon, en twee kijk naar twee zoals een dienaar naar zijn meester kijkt. En tot slot komen we bij het derde onderdeel, kijk naar Yahuah als uw barmhartige Verlosser. Kijk nu met mij naar de verzen 3-4 waar de psalmist schrijft: “Wees ons genadig, Yahuah, wees ons genadig, want wij zijn meer dan verzadigd met verachting. Onze ziel is meer dan verzadigd van de spot van de zorgelozen, de verachting van de hoogmoedigen.” (Psalm 123:3-4).


Merk op dat de psalmist tweemaal snel achter elkaar om genade schreeuwt. De psalmist is hier wanhopig en daarom roept hij in wanhoop tot Yahuah om genade. Merk op dat er geen verlossing wordt geclaimd, wel wordt er een indringend beroep op Yahuah gedaan om hen genadig te zijn (vers 3). De verachting die over hen wordt uitgegoten, heeft zulke vormen aangenomen, dat ze er “meer dan verzadigd” door zijn. De grens van wat ze kunnen verdragen, is ruimschoots overschreden. Nog meer verachting erbij kunnen ze niet verdragen.


Hun ziel heeft meer dan genoeg geleden onder “de spot van de zorgelozen” en “de verachting van de hoogmoedigen” (vers 4). Ze zijn oververzadigd. Te lang al hebben ze de hatelijke en grievende opmerkingen van hun vijanden moeten slikken. Er kan niet meer bij. Het overblijfsel zoekt niet de gunst van die vijanden om op die manier van de druk af te komen, maar richt zich tot Yahuah.


“Zorgelozen” zijn mensen die in hun leven volkomen vertrouwen op hun rijkdom en welvaart, waardoor zij zich nergens zorgen over maken (vgl. Lukas 12:16-21). Deze mensen overladen hen met spot. “Hoogmoedigen” plaatsen Yahuah buiten hun gezichtsveld. Zij houden geen rekening met Yahuah, want in hun leven nemen zij zelf de plaats van Yahuah in. Deze mensen kijken duidelijk met verachting op hen en hun geloof op Yahuah neer. Ze worden hier duidelijk verdrukt om hun geloof.


De zorgelozen wanen zich zeker van hun macht, waaraan in hun verbeelding geen einde zal komen. Het komt in hun zorgeloosheid niet bij hen op dat ze een keer met Yahuah te maken zullen krijgen en dat Hij het bespotten van Zijn volk opvat als het bespotten van Hem Zelf. De hoogmoedigen zijn alleen uit op hun eigen grootheid en belangrijkheid, dat is het enige waarin zij geloven. Yahuah bestaat voor hen niet. Daarom zou het ook dwaas zijn voor Yahuah volk om hun gunst te zoeken om zich van hun spot en verachting te bevrijden.Als u zich in wanhopige situaties bevindt, moet u ook naar Yahuah kijken als uw barmhartige Verlosser. Naar Yahuah alleen!


A. Yahuah geeft om uw lijden - Exodus 3:7; Filippenzen 4:7


Yahuah ziet niet alleen uw lijden. Hij geeft om uw lijden. Dat is wat Yahuah tegen Mozes zei in Exodus 3: "Ik heb duidelijk de onderdrukking van Mijn volk, dat in Egypte is, gezien en heb hun geschreeuw om hulp vanwege hun slavendrijvers gehoord. Voorzeker, Ik ken hun leed." (Exodus 3:7). Sommige mensen denken dat Yahuah geen aandacht voor onze lijden of probleem heeft. Maar sta eens stil bij wat de Schrift leert.


Yahuah ziet het en leeft mee: “En Yahuah zag dat de slechtheid van de mens op de aarde groot was, en dat al de gedachtespinsels van zijn hart elke dag alleen maar slecht waren. Toen kreeg Yahuah er berouw over dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het bedroefde Hem in Zijn hart.” (Genesis 6:5-6). Yahuah zal een eind maken aan al het lijden: “Nog even, en de goddeloze zal er niet meer zijn; u zult op zijn plaats letten, maar hij zal er niet wezen. Maar de zachtmoedigen zullen de aarde bezitten en vreugde scheppen in grote vrede.” (Psalm 37:10-11).


David bad: “O Yahuah, u hebt mij doorgrond en u kent mij. U weet het als ik ga zitten en als ik opsta. Van verre onderscheidt u mijn gedachten. Er is geen woord op mijn tong, Yahuah, of u weet het al heel goed” (Psalm 139:1, 2, 4). Verder is Yahuah zich bewust van onze diepste gevoelens en ‘Hij kent alle verlangens en gedachten’ (1 Kronieken 28:9; 1 Samuël 16:6, 7). Wat vertellen deze verzen ons over Yahuah? Onze Schepper ziet niet alleen wat we doormaken, maar Hij begrijpt ons ook, zelfs al zouden we Hem in onze gebeden niet altijd precies vertellen wat we denken of voelen. Als we beseffen dat Yahuah onze situatie en onze gevoelens begrijpt, kan dat ons dan helpen met lijden om te gaan. Wat helpt om met lijden om te gaan? Bestudeer Filippenzen 4 eens aandachtig, waar onder andere staat dat “de vrede van Yahuah, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden (bewaken) in Yahusha Hamashiach” (Filippenzen 4:7).


Als Yahuah niet geeft waar u om vraagt, heeft dat te maken met het doel dat Hij met uw leven heeft. Hij geeft wel iets anders. Hij geeft u Zijn eigen vrede die uw ‘hart en gedachten’ zal bewaren. ‘Bewaren’ wil zeggen ‘bewaken’, ‘gevangenhouden’, en wijst op veiligheid en bescherming. Dat is iets geweldig groots. Dat is heel wat beter dan wanneer Hij ons, als we lang zeuren, toch geeft wat we graag willen hebben. Dan krijg u wel uw zin en komt u in het bezit van het begeerde, maar met je ziel zal het slecht gaan. Dat leer u bijvoorbeeld uit de geschiedenis van Israël (Psalm 106:15).


Als we ons vertrouwen op Hem stellen en weten dat hij ons lijden kent, dan krijgen we Zijn vrede. Daarom kon Petrus rustig slapen in de gevangenis, terwijl de dood hem wachtte (Handelingen 12:6). De zekerheid dat alle macht op aarde hem niets kon doen als Yahuah het niet wilde, gaf hem vrede. Dat geldt ook voor u. Er staat niet dat onze harten Zijn vrede bewaren. Het is niet iets wat wij doen. Het is andersom, het is iets wat Hij doet. “De vrede van Yahuah” is als een schildwacht voor onze harten en onze gedachten om die te bewaren. We weten dus dat Yahuah voor ons zorgt en dat Hij wil dat het goed met ons gaat (1 Petrus 5:10). Die kennis kan ons beschermen zodat we niet overmand worden door zorgen of lijden.


1 Petrus 5 leert ons hoe wij ‘de vrede van Yahuah’ kunnen ervaren in lijden? “Verneder u dan onder de krachtige hand van Yahuah, opdat Hij u op Zijn tijd verhoogt. Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u.” (1 Petrus 5:6-7). Bid tot Yahuah in het volste vertrouwen dat Hij voor u zal zorgen naar Zijn wil: “Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde.” (Mattheüs 6:10). Bid tot hem ‘met dankzegging’, dankbaar voor alle zegeningen die u hebt gekregen in plaat van op uw lijden te focussen. Ons vertrouwen in hem wordt versterkt als we in gedachte houden dat Hij “overvloedig veel meer kan doen dan alles wat wij vragen of waarvan wij ons een denkbeeld kunnen vormen (Efeze 3:20). Binnenkort zal de mensheid de grootste verdrukking en lijden meemaken die er ooit op aarde zal zijn (Mattheüs 24:21-22). We weten niet tot in detail wat dat voor ons persoonlijk zal betekenen. Maar we hoeven ons er niet al te veel zorgen over te maken. We weten niet wat Yahuah allemaal zal doen, maar we weten wel hoe Hij is. Als u zich in wanhopige situaties bevindt, moet u ook naar Yahuah kijken als uw barmhartige Verlosser.


B. Yahuah kent uw grenzen - Psalm 103:13-14; 1 Korinthe 10:13


Yahuah ziet uw lijden. Yahuah geeft om uw lijden. En ten derde, Yahuah kent uw grenzen. Als we nu teruggaan naar Psalm 123, en kijken naar het woord dat in de verzen 3-4 met ‘verzadigd’ is vertaald, is dit een woord dat 'genoeg hebben gehad' of 'meer dan genoeg hebben gehad' betekent. Heeft u ooit het gevoel dat u genoeg hebt gehad? Heeft u ooit het gevoel gehad dat u het niet meer aankan? Dat is precies wat de psalmist hier uitdrukt.


Als u genoeg heeft gehad, als u meer dan genoeg heeft gehad, hoe troostend is het dan om te weten dat Yahuah uw grenzen kent. Psalm 103 leert: “Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen, zo ontfermt Yahuah Zich over wie Hem vrezen. Want Híj weet wat voor maaksel wij zijn en blijft bedenken dat wij stof zijn.” (Psalm 103:13-14).


1 Korinthe 10:13 leert: “Meer dan een menselijke verzoeking is u niet overkomen. En Yahuah is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan.” (1 Korinthe 10:13).


Gelukkig mag een gelovige die Yahuah als zijn Verlosser ziet rekenen op de trouw van Yahuah. Wat ook de verzoekingen zijn waardoor u ten val gebracht kunt worden, Yahuah is er altijd. Hij staat boven de omstandigheden en zal je er doorheen helpen, zeker als u niet op uzelf vertrouwd, maar op Hem. 1 Korinthe 10:12 leert niet voor niets dat mensen die enig vertrouwen in zichzelf heeft, erop kan rekenen dat een val dichtbij is. In u en mij is geen enkele garantie aanwezig dat wij niet zullen vallen.


Wanneer wij alleen op Yahuah vertrouwen als de barmhartige Verlosser, dan geeft Hij met de verzoeking ook de uitkomst, zodat u ertegen bestand zult zijn. Alles wat u overkomen kan, is door Yahuah gewogen. Hij zal u niet bovenmenselijk op de proef stellen, hoewel dat soms wel eens zo kan lijken. Reken ondanks alle schijn en ondanks uw gevoel in zulke situaties maar op de trouw en verlossing van Yahuah. Hij beschaamt niet!


C. Yahuah verzet zich tegen de hoogmoedigen, maar geeft genade aan de nederige - Jesaja 13:11; Jakobus 4:6


Yahuah ziet uw lijden. Yahuah geeft om uw lijden. Yahuah kent uw grenzen. En dan, ten slotte, verzet Yahuah zich tegen de hoogmoedigen, maar schenkt Hij genade aan de nederigen. De “Zorgelozen” in Psalm 123 zijn de zelfgenoegzamen. Zij zijn degenen die op hun gemak zijn, die in hun leven volkomen vertrouwen op hun rijkdom en welvaart, waardoor zij zich nergens zorgen over maken. De “Hoogmoedigen” zijn degenen die trots neerkijken op degenen die lijden. Zij houden geen rekening met Yahuah en Zijn volk, want in hun leven nemen zij zelf de plaats van Yahuah in en stellen zich daarbij boven de gelovigen.


Wat zegt Yahuah over de “Hoogmoedigen” en de trotse “Zorgelozen”? Yahuah leert in Jesaja 13: “ Ik zal de wereld haar slechtheid vergelden, en de goddelozen hun ongerechtigheid.

Ik zal de trots van de hoogmoedigen doen ophouden, en de hooghartigheid van de geweldplegers zal Ik vernederen.” (Jesaja 13:11).


De “Hoogmoedigen” en “Zorgelozen” mensen ontvangen Yahuah Zijn genade niet omdat ze denken dat ze Yahuah Zijn genade niet nodig hebben. En omdat ze denken dat ze Yahuah Zijn genade niet nodig hebben, kijken ze niet naar Yahuah om genade. En omdat ze niet naar Yahuah opzien voor genade, vragen ze Yahuah ook niet om genade. En omdat ze niet vragen, ontvangen ze ook niet.


Jakobus 4 leert ons: “Yahuah keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar aan de nederigen geeft Hij genade.” (Jakobus 4:6). Wie zijn de nederigen? De nederigen zijn degenen die naar Yahuah opzien voor barmhartigheid en wanhopig uitroepen: "Wees ons genadig, Yahuah, wees ons genadig" (Psalm 123:3).


Yahuah geeft genade aan degenen die naar Hem opzien voor genade. Als u een zondaar bent, dan heeft u Yahuah Zijn barmhartigheid nodig. Je heeft Yahuah Zijn vergeving nodig. U moet uitroepen zoals de tollenaar in de gelijkenis van Yahusha welke in Lucas staat geschreven: "O Yahuah, wees mij, de zondaar, genadig" (Lukas 18:13). Te vaak roepen wij om gerechtigheid, terwijl wij eigenlijk om genade zouden moeten schreeuwen. Vertrouw op Yahuah. Laat het in zijn handen. Kijk naar Yahuah als uw barmhartige Verlosser.


CONCLUSIE


Psalm 123 is de roep van iemand die niets anders te doen heeft dan bidden. Als u er genoeg van hebt, als u aan het einde van uw latijn bent, wanhoop dan niet, maar kijk naar Yahuah. Neem het heft niet in eigen handen, maar kijk naar de hand van uw Meester. Kijk naar Yahuah voor genade. Belijd uw volledige afhankelijkheid van Yahuah voor alle dingen. En dan mag u door Yahusha met vertrouwen tot Yahuah Zijn troon naderen, zodat u barmhartigheid mag ontvangen en genade mag vinden om u te helpen in tijden van nood en lijden.