Kolossenzen 2:14 in context

Publicatie: September 2015

Wat is precies aan het kruis (de boom) genageld in Kolossenzen 2:14?

Kolossenzen 2:14 "en het handschrift dat tegen ons getuigde, uit te wissen. Dit handschrift was met zijn bepalingen tegen ons gericht, en Hij heeft dat uit het midden weggenomen door het aan het kruis te nagelen."

Wat was aan het kruis genageld? Het was 'het handschrift' , strongs g5498 cheirographon (χειρόγραφον). Het Griekse woord is misschien lastig te begrijpen, maar het is een Grieks woord dat we moeten ontleden als we willen begrijpen wat aan het kruis is genageld in Kolossenzen 2:14.

Veel christenen geloven ten onrechte dat "het handschrift van verordeningen" (cheirographon tois dogmasin) in Kolossenzen 2:14 verwijst naar de wet van Mozes. Volgens deze verkeerde interpretatie was de Thora van YHWH 'tegen ons' omdat het een zwaar juk van slavernij was. Het was een belemmering voor de poging van de mens om zich te verzoenen met YHWH Elohim. Daarom moest YHWH 'het uit de weg ruimen' en er vanaf komen. Hij deed dit door het aan het kruis te nagelen. Met andere woorden, we zijn verzoend met YHWH Elohim door de afschaffing van de Thora van Zijn Vader door de Messias. Dat zegt deze populaire verkeerde interpretatie van Kolossenzen 2:14.

Maar is de Thora echt aan het kruis genageld, met zijn hoge en heilige gedragsnorm tenietgedaan voor het tijdperk na de opstanding?

Deze opvatting dat de Thora aan het kruis is genageld en daarmee tenietgedaan is, is om verschillende redenen onjuist. Ten eerste is het in tegenspraak met de Schriftuurlijke waarheid dat de Thora van YHWH, juist begrpen begrepen, 'tegen ons' is. Volgens de Schrift is de onvervalste wet van YHWH een zegen - geen last. (Zie bijvoorbeeld Deuteronomium 4: 5-9, Psalm 19, Psalm 119, Romeinen 7:22, 1 Timotheüs 1: 8 en vele andere passages.)

1 Timotheüs 1:8 "Maar wij weten dat de wet goed is, als men die wettig gebruikt"

Romeinen 7:22 "Want naar de innerlijke mens verheug ik mij in de wet van Elohim."

Een tweede reden waarom deze opvatting onjuist is, is omdat het de Messias afbeeldt als een gelikte advocaat die een juridische maas in de wet vindt om YHWH Zijn gerechtigheid te dwarsbomen. De Messias pleit ons vrij door eenvoudig de geboden af te schaffen die we hebben overtreden. "U bent beschuldigd van het overtreden van de Shabbat? Geen probleem. Ik zal dat gebod gewoon afschaffen." Maar de Messias zei dat we zelfs niet moeten denken dat hij kwam om de wet af te schaffen:

Mattheüs 5:17-19 "Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is. Wie dan een van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo onderwijst, zal de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onderwijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen."

Een derde reden waarom deze visie gebrekkig is, is vanwege de betekenis van dat lange woord 'cheirographon' . Een studie van dit woord zal precies onthullen wat het was dat aan het kruis werd genageld in Kolossenzen 2:14. Als u ziet wat echt aan het kruis is genageld, zul u het veel bevrijdender vinden dan geloven dat de Messias de geboden van zijn Vader heeft uitgewist.

Het Griekse woord 'cheirographon' is een samengesteld woord dat wordt gevormd door de twee woorden 'cheir' ('hand') en 'grapho' ('schrijven of graveren') te combineren. In de eenvoudigste zin betekent het woord een handgeschreven document.

Anders dan in Kolossenzen 2:14, komt het woord 'cheirographon' is nergens anders voor in het Griekse Nieuwe Testament, noch komt het ergens voor in de Septuagint, de Griekse vertaling van het Oude Testament. Het woord verschijnt echter Apocriefe geschriften, ook Griekse documenten. In deze documenten leren we dat cheirographon' een wettelijke term is. Bijvoorbeeld een handschrift of een schrift waarin men erkent dat geld bij hem is gestort of aan hem is uitgeleend door een ander, op een afgesproken tijdstip (Tobit 5: 3 Tobit 9: 5) Het is een woord dat werd gebruikt om te verwijzen naar het schriftelijke bewijs van iemands schuld in een rechtszaal. Het is de schriftelijke vastlegging van de misdaden van een persoon - de wetten die hij heeft overtreden en de straf die hij verschuldigd is voor zijn wetsovertredingen. In de oudheid presenteerde de aanklager de 'cheirographon' vanuit het midden van de rechtszaal, genaamd 'tou mesos', 'het midden'. Precies dezelfde term die Paulus gebruikt als hij zegt dat de cheirographon' uit het midden weggenomen [mesos]'.

Omdat 'cheirographon' en 'tou mesos' juridische termen zijn, moet u 'cheirographon' in een juridische context bekijken om de betekenis ervan te begrijpen en de betekenis te waarderen van de verklaring van Paulus in Kolossenzen 2:14. U moet uzelf voorstellen in de context van de hemelse rechtszaal. YHWH is de voorzittende rechter. U bent gearresteerd en word naar de rechtszaal van YHWH Elohim gebracht. U wordt beschuldigd van het overtreden van YHWH Zijn Thora.

In de rechtszaal van YHWH is er een officier van justitie: Satan, de tegenstander - de aanklager van de broeders. In zijn handen heeft de tegenstander een 'cheirographon', een wettelijk geschreven document. Het is een geschreven verslag van elke zonde die u ooit hebt begaan. Het is een gedetailleerd verslag van elke keer dat u de Thora van YHWH hebt overtreden. De 'cheirographon' vermeldt de datums, de tijden, de locaties, de getuigenverklaringen en alle andere details van uw wetsovertredingen. De informatie in dit geschreven document is niet gebaseerd op geruchten of ongegronde vermoedens. Het wordt door het Hof erkend als een legaal en legitiem document. De tegenstander houdt het onbetwistbare bewijs van uw schuld in zijn handen, samen met de straffen die het Hof voor dergelijke misdaden voorschrijft, en hij presenteert de 'cheirographon' aan de rechter.

Gelukkig heeft u een advocaat bij u in de rechtszaal van YHWH Elohim. "En als iemand zondigt, hebben wij een advocaat bij de Vader,Yahusha de Messias, de rechtvaardige" (1 Johannes 2: 1). Uw advocaat ontkent niet de waarheid van de beschuldigingen die tegen u zijn ingesteld. Uw advocaat geeft toe dat de informatie op de 'cheirographon' waar is. U hebt inderdaad al deze misdaden begaan en u verdient inderdaad de straf die op de 'cheirographon' is voorgeschreven. Uw advocaat zegt echter dat de straf voor al uw misdaden al volledig is betaald. Uw advocaat heeft de straf zelf betaald toen hij aan het kruis hing en de zonden van de wereld op zich nam en de straf voor uw zonden droeg.

Omdat de boete al volledig is betaald, vertelt de rechter aan Satan dat zijn 'cheirographon' een ontoelaatbaar bewijs is in de hemelse rechtszaal. Daarom wordt de 'cheirographon' die tegen ons was uit de weg genomen. Het wordt verwijderd uit tou mesos - het midden van de rechtszaal, bezet door de aanklager. Dan wordt het aan het kruis genageld als een banier en verkondigt de Messias de triomf over zonde namens ons. Door de straf voor onze zonden te betalen, verwoestte Yahusha de Messias de plannen van de Satan om ons te veroordelen met de "cheirographon". Dat is de reden waarom het volgende vers zegt: "Hij heeft de overheden en de machten ontwapend, die openlijk te schande gemaakt en daardoor over hen getriomfeerd." (Kolossenzen 2:15).

Deze verwijdering van de 'cheirographon' is iets heel anders dan de verkeerde veronderstelling dat de Thora van YHWH aan het kruis is genageld. Het woord 'wet' (Grieks, nomos) komt zelfs nergens in het hele Boek van Kolossenzen voor, noch in de Griekse tekst! Natuurlijk wordt op de geboden van YHWH verwezen in samenhang met de 'cheirographon' (tois dogmasin , 'van verordeningen'), omdat de tegenstander, om ons te beschuldigen, duidelijk moet vermelden welke geboden ('verordeningen') we hebben overtreden. Maar het zijn niet de geboden van de Thora die worden verwijderd. Het is de schriftelijke vastlegging van onze overtreding op de Thora die uit de rechtszaal is verwijderd.

Dit begrip van de 'cheirographon' als het wettelijk verslag van iemands zonden kan niet alleen worden gezien in de heidense Griekse literatuur, maar ook in de joodse Griekse literatuur. De Griekse tekst van het apocriefe boek "De Apocalyps van Elia" beschrijft een engel die een boek vasthoudt. Het boek wordt een 'cheirographon' genoemd en bevat het verslag van zonden. Het traditionele Joodse "Avinu Malkenu gebed" schetst ook een soortgelijk beeld. Dit gebed is in het Hebreeuws, dus het kan duidelijk niet het Griekse woord 'cheirographon' gebruiken. Het beschrijft echter een scenario vergelijkbaar met Kolossenzen 2:14 wanneer het YHWH Elohim vraagt om "alle documenten die ons beschuldigen te wissen".

YHWH doet meer dan alle documenten wissen die ons beschuldigen. Als YHWH alleen maar het verslag van onze zonden zou wissen, zou Satan naar de bevlekte 'cheirographon' kunnen wijzen en zeggen dat iemand met het bewijsmateriaal heeft geknoeid. Dus YHWH doet zelfs iets beters dan alleen maar het verslag van onze zonden wissen. YHWH neemt de 'cheirographon' en VERWIJDERT HET UIT HET MIDDEN VAN DE RECHTZAAL, waardoor de aanklager met lege handen achterblijft, met absoluut geen bewijs om ons te veroordelen - en zonder de macht om ons te laten straffen. De 'cheirographon' is als een vlag aan het kruis genageld om onze overwinning te verklaren. Dus het instrument dat Satan voor het kwade bedoelde heeft YHWH voor het goede gebruikt. YHWH spijkerde de 'cheirographon' aan het kruis (vers 14) en ontwapende daardoor vorstendommen en machten, door ze openlijk te laten zien en over hen te zegevieren (vers 15). Maar hoe zit het met vers 16: "Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten."? Betekent het verwijderen van de 'cheirographon' dat we nu alleseters en dronkaards en Shabbatbrekers kunnen zijn? Betekent het feit dat de Messias de straf heeft betaald voor onze wetsovertreding dat het goed is voor ons om terug te keren naar een leven van wetsovertredingen?

De apostel Paulus zegt niet dat YHWH voedselwetten en heilige dagen onbelangrijk zijn. De context van deze verzen heeft betrekking op het opleggen van door mensen gemaakte regels en voorschriften. Zes keer verschijnen de woorden "mensen" of "menselijke" in Kolossenzen hoofdstuk 2: "En dit zeg ik, opdat niemand u zou bedriegen" (vs. 4); "Pas op dat niemand u verwent door filosofie en ijdel bedrog, volgens de traditie van mensen" (vs. 8); "Laat niemand u daarom oordelen" (vs. 16); "Laat niemand u bedriegen" (vs. 18); "waarom ... bent u onderworpen aan verordeningen (raak niet aan; proef niet; handel niet; welke allen zullen vergaan door het gebruik) naar de geboden en leerstellingen van mensen?" (versus 20-22).

De shabbat en de voedselwetten van de Schrift zijn geen geboden van mensen - HET ZIJN GEBODEN VAN YHWH! Paulus vertelt ons niet dat we de geboden van YHWH mogen negeren; hij vertelt ons dat we de geboden van mensen moeten negeren - mensen die zware lasten op het volk van YHWH zouden leggen. Lasten die YHWH niet geboden had, lasten die het houden van de Shabbat tot een last in plaats van een zegen maken. Sommige leraren in Kolosse deden dit, net als sommige Farizeeërs:

Mattheüs 23:4 "Want zij binden lasten samen die zwaar zijn en moeilijk om te dragen, en zij leggen ze op de schouders van de mensen; maar zij willen die zelf met geen vinger verroeren."

Een van de belangrijkste drijfveren van Paulus aan de Kolossenzen was om hun aandacht uitsluitend te richten op Yahusha de Messias en op zijn verlossingswerk door de cheirographon' te verwijderen. En ze daarnaast wegleiden uit menselijke bepalingen en regels. In tegenstelling hiermee circuleerden er een valse leer en filosofie in Kolos (Kolossenzen 2: 8),die niet alleen de Yahusha de Messias en zijn superieure offer afkeurde, maar een beroep deed op verschillende astrale krachten en geesten (Kolossenzen 2: 15), en Yahusha de Messias behandelen als slechts een andere intermediaire kracht. De valse leer omvatte niet alleen dwalende acties zoals engelenverering, zelfvernedering, intens vasten en ascese - maar had ook misbruik van Thora-praktijken zoals de Shabbatviering of de afgesproken tijden opgenomen - allemaal in een poging om verschillende spirituele krachten te sussen (Kolossenzen 2 : 16-23).

De enige manier waarop Paulus de aandacht van de Kolossenzen opnieuw op Yahusha de Messias kan richten, is door hen begrijpelijk uit te leggen hoe belangrijk het heilswerk dat Hij heeft volbracht eigenlijk is! Paul legt uit:

Kolossenzen 2:13-14 "En Hij heeft u, toen u dood was in de overtredingen en het onbesneden zijn van uw vlees, samen met Hem levend gemaakt door u al uw overtredingen te vergeven, en het handschrift dat tegen ons getuigde, uit te wissen. Dit handschrift was met zijn bepalingen tegen ons gericht, en Hij heeft dat uit het midden weggenomen door het aan het kruis te nagelen."

Voor de Kolossenzen , tē akrobustia tēs sarkos humōn (τῇ ἀκροβυστίᾳ τῆς σαρκὸς ὑμῶν), geparafraseerd door de vertalingen als "uw 'voorhuid', uw oude natuur" (Kolossenzen 2: 13) - vertegenwoordigde hun toestand voor hun redding. Dezelfde kracht, die de Messias heeft opgewekt, heeft hen nu vergeven en heeft hen allen een besneden hart en Zijn Ruach gegeven. De Kolossenzen zijn in een rijk van het leven gebracht en hebben de gemeenschap met YHWH hersteld.

Door de Kolossenzen levende Gelovigen te maken, door hen tot verlossing te brengen door het werk van de Messias heeft YHWH iets heel belangrijks voor hen gedaan. Juist Kolossenzen 2: 14 bevestigd dat, de CJB vertaling: "heeft hij [de] schuldvordering geannuleerd die tegen ons was met zijn wettelijke eisen. Dit legde verwijderde hij uit het midden en nagelde het aan het kruis.

Het orthodoxe jodendom van vandaag is geëvolueerd uit het jodendom van de Farizeeën en heeft nog steeds een deel van het zuurdesem van de Farizeeën behouden. Net als de Farizeeën uit Yahusha Zijn tijden verwachten hedendaagse rabbijnen van de Joden dat zij zich houden aan honderden rabbijnse uitspraken die precies voorschrijven hoe ze de Shabbat en de rest van de Thora moeten houden. Deze voorschrijvingen zijn veelal samengevoegd in de Talmoed. De rabbijnen schrijven voor hoe ze de Shabbat zo gedetailleerd moeten houden dat een persoon nooit door de Ruach hoeft te worden geleid; theoretisch zal hij zich nooit in een situatie bevinden waarin hij van YHWH moet horen en zijn eigen beslissing moet nemen over hoe de Thora te gehoorzamen. De rabbijnen hebben al elk detail voorgeschreven. Ze hebben zelfs door mensen gemaakte wetten die het doden van insecten op de Shabbat regelen. Ze vertellen de joden welke soorten kevers kunnen worden gedood en onder welke omstandigheden deze kevers kunnen worden gedood. Als u toevallig het verkeerde soort insect doodt, of u het juiste soort insect doodt onder bepaalde omstandigheden die de rabbijnen niet hebben geautoriseerd, dan heb u de Shabbat geschonden volgens hun mening. Dit is slechts een van de vele voorbeelden van doctrines en geboden van mensen die YHWH zijn kinderen in slavernij brengen.

YHWH Zijn onvervalste Thora brengt mensen niet in slavernij; het bevrijdt. "Zo zal ik Uw wet voor eeuwig en altijd bewaren. En ik zal in vrijheid wandelen" (Psalm 119: 44). YHWH wil dat we zijn geboden onderhouden, maar we moeten door de mens gemaakte geboden negeren . Toevoegen aan de geboden van YHWH, zoals de rabbijnen doen en zoals de Farizeeën deden en zoals sommige leraren in Kolosse deden - verdraait de Thora en verandert het in "een juk ... dat noch onze vaders noch wij konden dragen "(Handelingen 15:10). In tegenstelling tot dit door de mens opgelegde juk zegt Yahusha: "Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht."(Mattheüs 11: 29-30).

Dat was gelijk de reden waarom YHWH in de Thora zelf verbied iets aan de Thora toe te voegen:

Deuteronomium 4:1-2 "Nu dan, Israël, luister naar de verordeningen en de bepalingen die ik u leer te doen; opdat u leeft en u het land dat YHWH, de Elohim van uw vaderen, u geeft, binnengaat en in bezit neemt. U mag aan het woord dat ik u gebied, niets toevoegen en er ook niets van afdoen, opdat u de geboden van YHWH, uw Elohim, die ik u gebied, in acht neemt."

Onze Messias zegt niet dat het juk van Thora aan het kruis is genageld en afgeschaft. Hij zegt alleen dat zijn Thora-leer licht is vergeleken met die van de Farizeeërs, die een Thora onderwezen die zwaarder werd gemaakt met extra, buitensporige, door mensen gemaakte eisen. Dan onmiddellijk na Yahusha Zijn uitspraak over zijn lichte juk, begint het volgende vers een verhaal dat het contrast aantoont tussen het juk van de Farizeeën en het juk van de Messias. De interpretatie van de Farizeeën van Thora zou de hongerige discipelen veroordelen voor het plukken en eten van een beetje graan terwijl ze door een veld op de Shabbat liepen. Yahusha Zijn juk stond de hongerige discipelen toe om te doen wat ze in die omstandigheden deden, net zoals David en zijn hongerige mannen het toonbrood van de priesters mochten eten in hun ongewone omstandigheden.

Mattheus 12:3-4 "Hebt u niet gelezen wat David deed toen hij honger had, en zij die bij hem waren? Hoe hij het huis van Elohim binnengegaan is en de toonbroden gegeten heeft, die hij niet mocht eten, evenmin als zij die bij hem waren, maar alleen de priesters?"

De 'cheirographon', HET DOCUMENT MET ONZE OVERTREDDINGEN, is uit de rechtszaal gehaald en aan het kruis genageld omdat de Messias de boete betaalde voor onze wetsovertredingen. Maar dit geeft ons niet het recht om terug te keren naar een leven van wetsovertredingen. Zoals Yahusha tegen de vrouw zei die overspellig was, zo zegt hij tegen ons:

Johannes 8:11 "En zij zei: Niemand, Heere. En Yahusha zei tegen haar: Ook Ik veroordeel u niet; ga heen en zondig niet meer."