Halloween en de machten van de duisternis

Publicatie: april 2021

Inleiding

31 Oktober is een dag van geesten, heksen, goblins (Aardmannen (Engels: Goblins) zijn mythologische wezens). Het zijn vaak slechte, domme en trolachtige wezens, die het kwade belichamen. (http://nl.wikipedia.org/wiki/Ork)) en groteskes (grillige, vreemde, fantastische figuren). Het is ook de dag van oranje en zwart, van kaarsen en lantaarns van uitgeholde pompoenen (jack-o-lantern). Verkleedfeestjes en vreemde gebruiken bezetten de geesten van de westerse beschaving, en dit alles lijkt elk jaar te intensiveren. Kinderen die elk soort van denkbare en ondenkbare outfit dragen, gaan al vele jaren van deur tot deur aan het eind van oktober en zeggen “trick or treat” en verzamelen zakken vol “treats” (traktaties). In recente jaren decoreren mensen hun tuintjes als begraafplaatsen en maken dat hun huizen er spookachtig uitzien. Ook 'christelijke' kerken hebben tegenwoordig Halloween party’s en zetten spookhuizen op (haunted houses) als geldinzameling projecten. Waar komt dit allemaal vandaan, en wat betekent dit allemaal? De meeste mensen zouden zeggen dat het onschadelijk plezier is. Sommigen zullen zeggen: “Als daar enige hekserij in zit, is het witte hekserij”. Om beide vragen goed te beantwoorden, waar het vandaan komt en wat het betekent, moeten we teruggaan naar de oorsprong van dit alles.


Oorsprong

Halloween kent zijn oorsprong op de Britse eilanden, ongeveer 1300 jaar geleden. In die dagen waren er vele mannen en vrouwen die een zogenaamde “natuurreligie” beoefenden, gekend als Wicca. (Het woord “wicca” betekent “wijzen”. Het Engelse woord “witch” (heks) is voortgekomen uit “wicca”). Deze heksen beoefenden hun bezweringen en magie als enkelingen, maar soms in groepen van 13, gekend als Covens (heksen samenkomst). Soms werkten de heksen en wizards (tovenaars) als een triumviraat of macht van drie. De vrouwelijke wiccan (beoefenaar van wicca) was gekend als een heks, en de mannelijke wiccan was gekend als een wizard (tovenaar). Het woord “warlock” (zwarte magiër) werd niet gebruikt door heksen om zich daarmee te identificeren; het is eigenlijk een Schots-Gaelic woord dat “verrader / overloper” betekent. Satanisten gebruiken het woord “warlock”.


De wiccans waren aanbidders van “Moeder Aarde”, de zon, de maan en sterren. Heksen (witches) geloven niet in Satan. De wiccans of witches (heksen) houden elke vrijdagnacht een samenkomst welke een “esbat” heet. Zij trekken een magische cirkel met een zespuntige ster erin die “hexagram” wordt genoemd, vanwaar ons woord “heks” is voortgekomen. De 13 covenleden staan “sky clad” of naakt in het hexagram en werken bezweringen (spells) door te chanten en rituelen te verrichten zoals “drawing down the moon” (de maan naar beneden trekken). De volle maan is heilig voor heksen, in het bijzonder als ze op een vrijdag valt. Ze wordt beschouwd nog groter te zijn indien het de vrijdag, de 13de dag van de maand is.


Acht keer per jaar, vieren de heksen een sabbat, en het rituele werk en bezweringen-uiten (spell casting) werd altijd gedaan op de vooravond van de sabbat. De sabbatten zijn: Imbolc op 2 februari; Spring equinox (lente-equinox4 ) op 22 maart, ook Ostara genoemd; Beltaine op 1 mei; Summer solstice (zomer-zonnewende) op 22 juni; Lugnahsaid op 31 juli; Fall equinox (herfst-equinox) op 22 september; Samhain op 31 oktober (= Halloween); en de Winter solstice (winterzonnewende) op 22 december, ook gekend als Yule. -- Zie het plaatje hieronder.

De 8 Heksensabbatten

Heksen hebben speciale manieren voor het vieren van elke sabbat, en alhoewel zij niet geloven in Satan, is het Satan die hen de ervaringen geeft die zij hebben en die hen misleidt tot het denken dat het gaat om de krachten van de natuur waarmee zij een connectie hebben en er hun voordeel mee doen. Zie bijlage onderaan dit artikel voor meer inforamtie aangaand de heksensabbatten. Halloween is de belangrijkste van de acht sabbatten in de hekserij en is bij de heksen bekend door het Schots-Gaelic woord “Samhain”, uit te spreken als “sauwin”. Men gelooft dat op die nacht, de barrière tussen deze wereld en de volgende - gekend als astraal vlak, heel erg dun wordt. De heksen geloven dat dit geesten van overledenen toestaat vrijelijk heen en weer te kunnen reizen tussen de aarde en het geestenrijk. Dus, Halloween is de belangrijkste dag van de wicca-hekserij. Op die nacht, al vele eeuwen lang, voeren heksen hun magisch werk uit en hebben dan wilde party’s in het duister van die nacht. Ze kunnen dan spelletjes spelen, zoals appelhappen, omdat heksen de appel als heilig beschouwen. De heksen kunnen ook verhalen vertellen uit hun persoonlijke bezweringenboek gekend als hun “Boek der Schaduwen”. Deze geestverhalen gaan van start wanneer de hogepriester of -priesteres zou zeggen: “A witches’ tale and a cup of ale for the host of our guests unseen”.


In die vroege dagen in Engeland, was er een andere soort van hekserij, gekend als druïdisme. De druïden werden “men of the oaks” genoemd en waren een vreemde clan van mensen die gekleed waren in een wit kleed. De druïden aanbaden Cernnunos, de “gehoornde jager van de nacht” op 31 oktober, en dat is wanneer de duisternis toeneemt en het licht afneemt, volgens hun eigen beschouwing.


De clan van druïden zouden hun witte kleren en hoofddeksels aandoen, wanneer de duisternis inzet op 31 oktober. Zij droegen sikkels en Keltische kruisen, en zij begonnen een toortslichtprocessie. Aan het begin van de processie, werd een mannelijke slaaf gedood, en voortgesleept met een touw bevestigd aan zijn linkerenkel. De druïden zouden wandelen tot zij bij een huis of dorp kwamen waar zij het equivalent van “trick or treat” riepen. De treat was een slavenmeisje of een andere vrouwelijke persoon die aan de druïden moest gegeven worden. Als de mensen weigerden werd bloed genomen van de dode slaaf en gebruikt om een hexagram of zespuntige ster te tekenen op de deur van het huis of de muur van het dorp. Geesten van de “gehoornde jager van de nacht” werden ingeroepen door de druïden om die nacht iemand te doden in dat huis of dorp.


Als het huis of dorp een meisje gaf als een “treat”, plaatsten de druïden een pompoen met een uitgesneden gelaat voor de deur of de poort van die plaats. Binnenin de pompoen was er een kaars, gemaakt van menselijk vet, om de boze geesten weg te houden. Dus, de “jack-o-lantern” was en is een teken dat je had meegewerkt met Satan!

Jack-o-Lantern: teken van samenwerking met Satan

De treats of vrouwelijke slachtoffers werden meegenomen naar Stonehenge waar ze verkracht en gedood werden en dan geofferd op het heilig “bonfire” (groot vuur in openlucht, vreugdevuur) tot er slechts gloeiende sintels over waren. Het “bonfire” is de oorsprong van het hedendaagse bonfire of vreugdevuur. Als gelukbrenger om de winter te overleven, werd van alle dorpsbewoners verwacht dat zij de gloeiende sintels van het bonfire zouden gebruiken om hun haarden aan te steken.

De Kelten geloofden dat de afgestorvenen op die dag terugkeerden en zich onder de levenden vermengden. Zij geloofden dat de zielen van zondige mensen, die gedurende het jaar waren gestorven, de gedaanten van dieren aannamen. Door geschenken en offers kon echter voor hun slechte daden boete gedaan worden, opdat hun zielen bevrijd konden worden om een hemels bestaan te krijgen. De god van het dodenrijk heeft alle zielen geoordeeld en beslist of zij als mensen of als dieren zouden voortbestaan.


Zoals we duidelijk kunnen zien is Halloween niet onschuldig. Satan heeft mensen om in onze moderne tijd de heksen en druïden van ouds na te bootsen. Dit alles is vervloekt door Yahuah. We leven in een tijd dat hekserij herleeft. Films en talloze televisieprogramma’s zijn gevuld met hekserij. De Harry Potter boeken en films bevorderen evenzo de zaak van Satan! Halloween is niet zomaar wat onschadelijke fun. De Rooms-katholieke kerk ontleende Halloween van de heksen om er “Allerheiligen” en “Allerzielen” van te maken. Later meer hierover. Op dit punt in dit artikel mogen we Yahuah vragen u te helpen, als u dit traktaat leest, om Halloween te mijden en anderen te waarschuwen dat het strikt de uitvinding van Satan is, en nooit iets anders kan zijn als grote boosaardigheid!


Bepalingen door de paus

De reden waarom sommige mensen menen dat Halloween een 'christelijke' achtergrond heeft is dat paus Gregorius III in de 8ste eeuw dit feest voor de verering van de doden verschoven heeft naar 1 november. In de 9de eeuw heeft paus Gregorius IV een decreet uitgevaardigd dat die dag door alle Rooms-katholieken moet gevierd worden.


De katholieke feestdag op 1 november staat als Allerheiligendag bekend, en in Engelssprekende landen als All Hallows Day. Al heel gauw werden de vieringen naar de avond ervoor (31 oktober) verschoven. Dat feest van die avond ervoor staat bekend als Hallows-even of Halloween (Allerheiligenavond) bekend. Het achtervoegsel -even of -eve duidt op de vorige avond, net zoals Kerstavond of oudejaarsavond ook gevierd worden.


Deze viering van Halloween, op de avond van 31 oktober, komt overeen met de Keltische nieuwjaarsviering, en het karakter en de inhoud werden daarvan overgenomen. In het licht hiervan wordt het duidelijk dat de katholieke verering van de doden en gestorven heiligen, en hun opvatting over het vagevuur, alsook het feit dat na iemands dood boete moet gedaan en voor de vergiffenis van zijn zonden gebeden moet worden, een onmiskenbare heidense inslag hebben.


Niet enkel de Roomse kerk zocht aansluiting bij dit Keltische heidense feest. De heksen, tovenaars en satanisten zien het als een gelegenheid om offers te brengen aan de zonnegod, de god van het dodenrijk en de natuurgoden, en om contact te leggen met de geestenwereld van de afgestorvenen. Dwars door de middeleeuwen, tot op vandaag, vieren zij dit feest met haar occulte riten.


Onschuldig vermaak?

Vele mensen beweren dat dit feest vandaag een onschadelijke vorm aanneemt. Lekkernijen, uitspattingen, potsierlijke kleding en uitbundigheden maken er allemaal deel van uit. De mensen zeggen dat dit slechts een onschuldig vermaak is dat niets met de heidense oorsprong van Halloween te maken heeft. Het is juist in die houding dat het gevaar schuilt. Mensen nemen aan feestelijkheden deel die wezenlijk ingesteld zijn ter ere van Satan, heidense afgoden en de geesten van doden. Zij zijn zich ofwel niet bewust van het bestaan van demonische machten in de wereld, ofwel menen zij zich daarmee te kunnen associëren zonder nadelig beïnvloed te worden. Het argument dat de huidige Halloweenviering niets meer te maken heeft met wat het oorspronkelijk betekende, houdt geen stand in het licht van de voortgezette occultische gebruiken die daarmee in rechtstreeks verband staan. Heksen vereren op die dag nog steeds hun goden, terwijl satanisten die dag als een belangrijke gelegenheid beschouwen om dieren te offeren, en waar mogelijk ook mensen. Hun doel is om hun duivels geloof ook op anderen over te dragen. Of wij het nu willen erkennen of niet, er kleven zeer boze connotaties aan de gebruiken van Halloween. Het is nog steeds een feest voor de Satan en het moet als zodanig door ware gelovigen verworpen en vermeden worden.


Een feest voor de geesten

Het moderne gebruik om kinderen aan te zetten om van deur tot deur te gaan om snoep, fruit en geld te bedelen, kent ook zijn oorsprong uit de heidense Keltische nieuwjaarsvieringen. Volgens het Keltische geloof gaan op oudejaarsavond de geesten van overledenen (die dat jaar gestorven zijn) de huizen van de levenden bezoeken, en zij worden onthaald op tafels vol lekkernijen. Aan het eind van het feest worden de geesten naar de buitenkant van de dorpen geleid (door dorpelingen in speciale uitrusting) om hen weer op weg te leiden naar het dodenrijk. Dit speciale onthaal voor de geesten werd ingesteld om elke tegenspoed af te weren die de overledenen over hun levende nageslacht konden brengen als zij niet geëerd en verzorgd worden. Mensen die in dit opzicht nalatig zijn, kunnen verwachten dat hun beesten ziek, hun melk zuur en het voedsel slecht wordt, of enige andere tegenspoed wat de ontevreden geesten over hen kunnen brengen. De geesten worden tevreden gesteld door b.v. bakjes met vruchten en gerechten op bepaalde plaatsen voor hen neer te zetten. Wanneer zij daarvan genuttigd hebben, kunnen zij in vrede vertrekken. Indien uw kind dus tijdens Halloween van deur tot deur gaat om lekkernijen bij de mensen te collecteren, is hij bezig met de nabootsing van een ritueel dat uit een oud heidens geloof voortspruit.


Vreugdevuren

Velen zijn bekend met de vreugdevuren van Halloween, die ook hun oorsprong vinden in de oude Keltische rituelen. Elk gezin maakte toen zo’n vuur, waarop ook offers werden gebracht aan de natuurgoden. In Schotland en Wallis (Wallis: Duitse benaming van het Zwitserse kanton Valais) wierpen de gezinsleden, die rondom het vuur stonden, elkeen een gemerkte steen in het vuur. Er werden dan ook gebeden gericht tot de goden van het gezin. De volgende ochtend werden al die stenen uit de as gehaald. Wanneer dan iemand zijn gemerkte steen niet kon terugvinden, werd dit als een voorbode beschouwd dat hij in het komende jaar zou sterven. Ook andere vormen van waarzeggerij werden beoefend. De nieuwjaarsvieringen van de Kelten vertonen zulke waarzeggerijen omdat de bijzondere nabijheid van de geesten op dat tijdstip van het jaar dit mogelijk maken (Heksen menen dat op Samhain (Halloween) de grens tussen de geestelijke wereld en de onze dan het smalst is). Vandaag is het nog steeds gebruikelijk dat mystici zoals waarzeggers op die viering toekomstvoorspellingen en waarzeggerijen beoefenen.


Heidense traditie

De meeste gebruiken bij de viering van Halloween zijn ontleend aan occulte rituelen uit de antieke cultuur van de Kelten. Zelfs de manier waarop kinderen en volwassenen elkaar schrik aanjagen of zich vermaken, is een voortzetting van een feest waarbij de mensen geleerd werd om als geesten op te treden alsof de geesten (zelfs in een zichtbare gedaante) in hun midden vertoeven. De Rooms-katholieke kerk heeft een grote rol gespeeld om een christelijk kleed over dit heidense feest te trekken en er een ogenschijnlijk onschuldige vorm aan te geven. Zij zijn zelfs zover gegaan de heidenen om te kopen en ze te dwingen ‘christenen’ te worden. Geld en geschenken werd aan de mensen gegeven om op Allerzielendag (de dag ná Halloween) ter ere van de zielen van ontslapen familieleden te vasten. In plaats van de afgoden moesten nu de geesten van de overledenen en de heiligen vereerd worden. Voor de heidenen was dit een aanvaardbaar substituut (eigenlijk een gewijzigde voortzetting) van hun voormalige gebruiken en rituelen.


Geen compromis

De Thora waarschuwt ons tegen compromissen met heidense gebruiken:


Deuteronomium 18:9-14 “Wanneer gij komt in het land, dat Yahuah, uw Elohim (God), u geven zal, zo zult gij niet leren te doen naar de gruwelen van die volken. Onder u zal niet gevonden worden, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet doorgaan, die met waarzeggerijen omgaat, een wichelaar, of die op vogelgeschrei acht geeft, of tovenaar. Of een bezweerder, die met bezwering omgaat, of die een waarzeggende geest vraagt, of een duivelskunstenaar, of die de doden vraagt. Want al wie dat doet, is Yahuah een gruwel … Want deze volken, die gij zult erven, horen naar wichelaars en waarzeggers; maar u aangaande, Yahuah, uw Elohim, heeft u dat niet toegelaten.”


Voor een ware gelovige is er geen enkele rechtvaardiging om deel te nemen aan feestvieringen ter ere van de duivel en zijn rijk van demonen, heksen, tovenaars, afgoden en boze geesten - in wat voor gedaante zij zich ook maar kunnen voordoen. Ware gelovigen kunnen ook niet meedoen aan de vermakelijkheden van heidense feesten en rituelen. Mensen die zwarte kleren aantrekken en zich als heksen en tovenaars of bepaalde dieren vermommen, of die spookhuizen inrichten om anderen schrik aan te jagen of een poets te bakken, bewegen zich gevaarlijk dichtbij het terrein van de vijand. Halloween kweekt de belangstelling voor occulte zaken, waardoor deelnemers zichzelf én anderen voor de invloeden van onzichtbare boze machten open stellen. Een persoon kan zich tijdens zo’n spelletje van een occulte macht bewust worden, waardoor hij iets bijzonders kan doen wat een ander niet kan, en zo krijgt hij aanzien en zal naar meer zoeken. Zo wordt hij of zij gevangen om met vreemde machten te gaan experimenteren.


2 Korinthe 6:15-18 “En wat samenstemming heeft de Messias met Belial [= Satan], of wat deel heeft de gelovige met de ongelovige? Of wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Want gij zijt de tempel van de levende Elohim (God); gelijk Yahuah gezegd heeft: Ik zal in hen wonen, en Ik zal onder [hen] wandelen; en Ik zal hun Elohim zijn, en zij zullen Mij een volk zijn. Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt Yahuah, en raakt niet aan wat onrein is, en Ik zal u aannemen. En Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt Yahuah, de Almachtige.”


Bijlage: De acht Heksensabbatten

Heksen hebben 8 belangrijke feestdagen die sabbatten genoemd worden. Sommige ervan komen overeen met zogenaamd ‘christelijke’ feestdagen (in vet en blauw weergegeven):


1. Samhain - 31 oktober (spreek uit als Sauwin)

Het ‘wiel van het jaar’ begint met Samhain, het heksennieuwjaar, ook wel Halloween of Allerheiligen genoemd. Het is ook het Keltische Nieuwjaar. Samhain is het feest van de doden, maar Samhain is ook de god van de dood. Deze tijd wordt door heksen als ideaal beschouwd voor divinatie en ander magisch werk.


2. Yule - 21 december (archaische vorm: Geola, Nederlands Joel)

Yule is de tijd van de Winterzonnewende, wanneer de dagen (licht) opnieuw langer worden. Binnen de Noorse Tradities is Yule het Nieuwjaar. Yule komt eigenlijk overeen met de kerstviering.


3. Imbolc - 2 februari (spreek uit Immolc)

Imbolc, ook wel Oimelc of Candlemas, is de tijd van het ontwaken van het land en de groeiende kracht van de Zon. De godin wordt gezien in haar aanzien als maagd. Dit is het feest van Pan (oorspr. Griekse bos- en herdersgod, afgebeeld als halfdierlijk en bokkepoten).


4. Lente-equinox - 21 maart (ook wel Ostara)

Nacht en dag zijn even lang. De balans keert zich zodat het licht op de duisternis wint.De zon heeft kracht, en het land begint tot leven te komen. Voor veel Paganisten is het de jachtroep van de god die hen leidt naar dans en ritueel. Dit feest is ook gewijd aan Eostre (of Ostara), de Anglo-Saksische godin van vruchtbaarheid. Haar naam komt van Isjtar (of Ishtar), de belangrijkste godin van Mesopotamië. Van Ishtar is trouwens de Engelse naam “Easter” (Pasen) afgeleid. Paganistische symbolen als de haas en het ei, die nu bij Pasen horen, zijn aan haar gewijd.


5. Beltane - 30 april/1 mei (spreek uit Belteen). Ook wel Walpurgisnacht genoemd.

Dit feest wordt gevierd met meiboomdansen, waarmee Paganisten het mysterie van de vereniging van de godin en de god vieren. Vanouds een tijd van seksuele uitspattingen. In oude Mesopotamische tijden bestond dit reeds als ‘de dans rondom de Asjera’: een dans rond een boom of paal. Asjera is in feite de godin en dezelfde als Ishtar, voorgesteld door de boom, terwijl opgerichte stenen (zie obelisk en matstsebah) van oudsher de Baäl (mannelijke god) voorstellen.


6. Midzomer - 21 Juni (ook wel Litha)

Dit is midzomer. De dag is hierop het langst, de nacht het kortst. Met dit feest is de god op het hoogtepunt van zijn kracht. Tijd voor feest, eten en drinken. Paganisten vinden dit een geweldige tijd voor alle soorten van magie.


7. Lughnasadh - 1 Augustus (spreek uit Loenasa, ook wel Lammas of Loafmas)

Deze sabbat is ook genoemd naar een god, namelijk Lugh, de Keltische god van zon en vuur. Het vertegenwoordigt het vervagende licht van de zon, en dus de dood en opoffering van Lugh. Lughnasadh is de tijd van de graanoogst. Paganisten oogsten wat ze hebben gezaaid, vieren de vruchtbaarheid van de natuur en danken de goden voor de opbrengst.


8. Herfst-equinox - 21 September (ook wel Mabon)

Dit is het begin van de herfst. Er is precies zoveel dag als nacht, licht en duisternis. Maar ditmaal is het de duisternis die zal groeien. Het donkere gezicht van de godin en de god toont zich.