Genade, Verzoening en Heiliging uitgelegd in context

Genade, Verzoening, Heiliging in context

Zo maar enkele Bijbelse begrippen, waarvan het zou kunnen dat mensen denken dat doordat ik de Thora hoog acht van ben gevallen. De hoogste tijd om de betekenis van bovenstaande begrippen uit te leggen in Hebreeuwse en Bijbelse context. Hopelijk zult je ervaren dat ik heel goed begrijp dat wij gerechtvaardigd zijn door geloof alleen zoals in Romeinen 5:1-2 staat opgeschreven, “Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met de Schepper door onze Messias (Yahusha), door wie wij ook de toegang hebben verkregen [in het geloof] tot deze genade, waarin wij staan, en roemen in de hoop op de heerlijkheid van YHWH”.

Genade:

Deze uitdrukking komt zo'n 83 keer in het oude- en zo'n 134 keer in het nieuwe testament voor. De eerste keer in Genesis 6 vs. 8: "en Noach vond genade in de ogen des Heren" en de laatste keer in Openbaring 22 vs. 21: "De genade van de Yahusha de Messias zij met u allen" (het laatste vers van de Bijbel).

Reddende genade:

Het Hebreeuwse woord "Chen" ( חֵן),dat in de Bijbel met "genade" vertaald wordt, betekent letterlijk "onverdiende gunst". Noach werd uit genade gered, niet omdat hij het verdiend had en zo onberispelijk was (hoewel hij het wel was!) vergeleken met de andere mensen. Zowel hij als de gehele wereld lagen onder de Schepper Zijn rechtvaardig oordeel. De Schepper bewees Noach zijn onverdiende gunst door hem de mogelijkheid aan te bieden om aan de zondvloed te ontkomen. Hij kreeg genade om een ark te bouwen, zijn gezin te redden en vele dieren met hen. Vanuit deze genade kon hij met de Schepper wandelen en werd hij later een "prediker der gerechtigheid" genoemd (2 Petrus 2 vs. 5).

Zegenende genade:

Het andere Hebreeuwse woord voor genade is "Chesed" (חֶסֶד) dat "behulpzame daad op basis van verbondenheid" betekent.

Op basis van deze genade werd Mefiboseth tot een zoon van David verheven en mocht hij dagelijks aan de tafel van de koning eten (2 Samuël 9 vs. 1-13). Alle bezittingen van Saul werden aan Mefiboseth gegeven. Dit gebeurde allemaal op basis van het verbond dat David met zijn vader Jonathan gesloten had. Van zichzelf had Mefiboseth nergens recht op. Hij begreep er niets van en riep, vallend op de grond voor Davids aangezicht, uit: "Wat is uw knecht, dat gij u bekommert om een dode hond als ik ben?". Zo hebben wij door het geloof in de Yahusha deel gekregen aan een nieuw verbond, dat op basis van het bloed van de Messias met de Schepper gesloten werd. In Hem ontvangen wij deze genade, ja zelfs genade op genade (Johannes 1 vs. 16).

Dienende genade:

In 2 Korinthiërs 9 vs. 8 lezen we over het Griekse "Charis", de genade die ons geschonken wordt om in alle goed werk overvloedig te zijn. Zo lezen we in 2 Korinthiërs 12 vs. 9 dat deze genade onder alle omstandigheden voor ons genoeg is. Een genade die niet aan hoogmoedigen, maar juist aan nederigen geschonken wordt (Jakobus 4 vs. 6 en 1 Petrus 5 vs. 5).

Verzoening:

De meest heilige dag in Israël is de Grote Verzoendag. Hieruit blijkt wel hoe belangrijk dit Bijbelse begrip is! Het Hebreeuwse woord voor verzoening luidt "Kofar" en betekent letterlijk: bedekken, zoenen.

De eerste keer in de Bijbel komt dit woord voor in de geschiedenis van Jakob en Ezau. Jakob wilde zich met zijn broer Ezau verzoenen door een geschenk voor zich uit te zenden. Zo zond hij schapen, geiten, koeien, ezels en kamelen voor zich uit naar Ezau om daarna zijn aangezicht te zien: "Hij dacht namelijk: Laat ik hem verzoenen met een geschenk dat voor mij uitgaat, en daarna wil ik zijn aangezicht zien, misschien zal hij mij goedgunstig zijn" (Genesis 32 vs. 20).

Wat geweldig te weten dat Het Lam van de Schepper, de Messias Yahusha, voor ons uitgezonden werd, zodat wij daarna, met vrijmoedigheid, de Schepper Zijn aangezicht mogen zien.

Ook in Genesis 6 vs. 14 komt het woord verzoening voor in het gereedmaken van de ark. Aan Noach werd de opdracht gegeven de ark van een deklaag (Kofer) te voorzien. Deze deklaag (peklaag) moest de zondvloed, het oordeel, buiten de boot houden. Deze deklaag werd aangebracht tussen de geredden en de zondvloed. Zo werd het bloed ook jaarlijks op het verzoendeksel van de ark des verbonds gestreken, zodat tussen de twee stenen tafelen, die onder het deksel in de ark lagen, en de mens het bloed zich bevond. Hiermee werden de zonden bedekt.

Ook in de geschiedenis van de Schepper met Israël zien we hoe Mozes een verzoenende rol speelt. Na de overtreding van Israël rond het gouden kalf wilde de Here het volk vernietigen en met Mozes alleen verder gaan. Toen ging Mozes tussen Hem en zijn volk in staan om verzoening tussen de Schepper en zijn volk te bewerken. Mozes ging hierin zo ver, dat hij bereid was uit zijn boek (boek des levens?) gedelgd te worden ten gunste van het volk (Exodus 32 vs. 30-32)!

Verzoening heeft, zoals we gezien hebben, te maken met het herstellen van de relatie tussen twee vijanden. Zo was er ook een diepe scheiding tussen David en zijn zoon Absalom ontstaan. Ze dachten er niet aan om de relatie te herstellen, tot een vrouw tegen koning David zei: "YHWH neemt echter het leven niet weg, maar zoekt wegen dat een verstotene niet van Hem verstoten blijve" (2 Samuël 14 vs. 14). Uiteindelijk hebben David en Absalom zich met elkaar verzoend, zodat Absalom weer naar Jeruzalem terugkeerde.

We lezen in Romeinen 5 vs. 10 "dat wij, toen wij nog vijanden waren, met de Schepper verzoend zijn door de dood zijns Zoons".

In Romeinen 3 vs. 25 lezen we dat de Schepper zijn Zoon als zoenmiddel voorgesteld heeft. Alleen door Hem wordt de relatie tussen de Schepper en ons hersteld.

De boodschap van deze verzoening is ook aan ons toevertrouwd om andere mensen toe te roepen: "Laat u met YHWH (de Schepper) verzoenen"(2 Korinthiërs 5 vs. 20).

Heiliging:

Heilig is afgeleid van het Hebreeuwse woord Qadosj en komt in vele vormen voor, zoals "heiligen, heiligmaking, heilig, heiligdom, heiligheid", enz.

Afgezonderd:

Al in Genesis 2 vs. 3 wordt ons duidelijk gemaakt wat de Bijbel met heilig bedoelt: "En Elohim zegende de zevende dag en heiligde die". De zevende dag werd van de andere zes dagen afgezonderd en apart gezet. Zo werden in Exodus 13 vs. 2 alle eerstgeborenen in Israël geheiligd, eigendom van YHWH. In Exodus 19 vs. 6 wordt Israël een heilig volk genoemd. Hiermee werd Israël van alle andere volken afgezonderd en de Schepper Zijn eigen volk genoemd. In Hebreeën 10 vs. 10 lezen we dat we in de Messias eens voor altijd geheiligd zijn. We worden opgeroepen om in deze wereld heilig te leven, dus anders te zijn, net zoals de zevende dag anders was dan de andere zes dagen.

Rein:

De Schepper zei tegen Mozes: "De grond waarop je staat is heilige grond, kom niet dichterbij en trek je schoenen uit" (Exodus 3 vs. 5) Heiliging heeft ook alles met reinheid te maken. In de Messias zijn we eens voor altijd geheiligd en voor altijd zijn eigendom, maar dagelijks is de heilige Geest in ons leven bezig om onze levenswandel te heiligen. Het één heeft te maken met onze positie in de Messias die we nooit meer kwijtraken, het ander met onze dagelijkse levenswandel. We lezen in Hebreeën 12 vs. 14: "Jaagt naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zien zal". Hier zien we dat we ons naar heiligmaking dienen uit te strekken, want alleen dan beleven we een levende relatie met de Here en zien we Hem in dit leven. Het gaat in dit vers dan ook niet om het zien van Hem in de toekomst, want elk oog zal Hem zien, maar juist nu in dit leven, maar dan wel met de ogen van ons hart!

Toegewijd

Heiliging heeft ook met toewijding te maken. 1 Petrus 2 vs. 9 laat ons weten dat we de Schepper Zijn heilige volk zijn om de grote daden van Hem te verkondigen. Romeinen 6 vs. 22 zegt over onze heiliging: "Vrijgemaakt van de zonde zijt gij in dienst van de Schepper gekomen". We lezen in Exodus dat allerlei gebruiksvoorwerpen voor de bouw van de Tabernakel geheiligd werden en later gebruikt werden als bouwmateriaal voor de bouw van de Schepper Zijn huis. Zo mogen ook wij ons als geheiligde levende stenen laten gebruiken voor de bouw van de gemeente. Heiliging betekent, de Schepper Zijn wil zoeken in je leven. Laten we ons uitstrekken naar deze heiliging!