Bewustwording ten aanzien van naastenliefde

Publicatie: December 2019

Bewustwording ten aanzien van naastenliefde

Wij denken dat het goed is om eens nader te kijken naar de Schirftplaatsen die spreken over onze houding tegenover elkaar. Hoe dienen wij om te gaan met de verzen die betrekking hebben op onze naaste. Met de vermelding over de zorg voor de broeders en zusters en de raadgevingen die daarin vermeld staan. Zijn wij ons bewust van de strekking van die verzen?

Mattheüs 22:34-36 "Toen de Farizeeën gehoord hadden dat Hij de Sadduceeën de mond gesnoerd had, kwamen zij bijeen. En een van hen, een wetgeleerde, vroeg om Hem te verzoeken: Meester, wat is het grote gebod in de wet?"

De Sadduceeën waren door Yahusha tot zwijgen gebracht en nu proberen de Farizeeën Hem op de proef te stellen en een van hen, een wetsgeleerde, stelde Yahusha een vraag. Dus niet de eerste de beste Farizeeër, maar iemand die doorkneed was in de Schriften, een leraar en uitlegger van de wet. Zijn vraag was, vers 36: wat is het grootste gebod in de wet?

Het antwoord van Yahusha op die vraag luidt.

Mattheüs 22:37b-39 "Gij zult Yahuah, uw God, liefhebben met geheel uw hart met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten."

Het gaat dus over een gebod! Gedurende de bediening van Yahusha op aarde, heeft Hij op dit gebod, op de naastenliefde, heel vaak de nadruk gelegd.

Johannes 13:34-35 "Ik geef jullie een nieuw gebod; heb elkaar lief. Zoals Ik jullie heb lief gehad, zo moeten ook jullie elkaar lief hebben. Als er liefde onder jullie heerst, zal iedereen kunnen zien dat jullie mijn leerlingen zijn."

Ik weet niet of wij ons realiseren dat er telkens sprake is van een gebod! En dat Yahusha, door hetgeen Hij gedaan heeft, bewezen heeft, hoe Hij ons lief gehad heeft. Wij kunnen ons afvragen: is die onderlinge liefde bij ons zichtbaar? Brengen wij dat gebod in praktijk? U kunt dat zelf het best invullen voor uw eigen situatie.

1 johannes 4:12 "Nooit heeft iemand Yahuah gezien, maar als we elkaar lief hebben, blijft Yahuah in ons en is ZIJN LIEFDE in ons VOLMAAKT GEWORDEN."

Er is een voorwaarde verbonden aan Yahuah Zijn liefde in ons. Namelijk, dat wij elkaar liefhebben, want dan blijft de goddelijke liefde in ons en die kan dan tot volmaaktheid komen, als wij elkaar …….

1 johannes 4:13 "Dat wij in Hem blijven en Hij in ons, weten wij doordat Hij ons heeft laten delen in zijn Geest."

Als wij niet in Hem blivjen en Hij daardoor niet in ons, kunnen wij niet delen in zijn Geest. Het deze Geest die ons leidt en leert. Maar wij moeten wel geleid willen worden door zijn woord en ons aan de geboden houden, anders kan Hij ons niet laten delen in Zijn Geest. Nazarener zijn, is anders zijn. Hoe meer we met de wereld verbonden zijn, hoe moeilijker het is om Nazareners te zijn. Aangezien steeds meer mensen het geloof verlaten, wordt het steeds moeilijker om mensen te vinden en te bereiken die gericht zijn op de Vader en Yahusha, en die bij elkaar willen komen om de Schrift met elkaar te delen. Het gevolg is dat ook de kennis over die goddelijke liefde steeds meer uit de samenleving verdwijnt.

Romeinen 13:8 "Zijt niemand iets schuldig dan elkander lief te hebben; want wie de ander lief heeft, heeft de wet vervuld."

Paulus zegt hetzelfde als Yahusha, zoals wij net gelezen hebben. We hebben het hier over een brief van Paulus die geschreven is, lang nadat Yahusha gedood is. We zien dat er nog wel degelijk sprake is van een wet, een onderwijzing, een gedragscode, waar we aan voldoen, als we de naaste liefhebben. Veel christenen beweren dat de totale wet is afgeschaft. Maar volgens dit vers is de wet niet afgeschaft met de dood van Yahusha, anders zou hier nooit sprake kunnen zijn van het vervullen van de wet. Vervullen, in de betekenis van verwezenlijken, ten uitvoer brengen. Over welke geboden uit de wet gaat het dan?

Romeinen 13:9 "Want de geboden; gij zult niet echtbreken (het zevende gebod), gij zult niet doodslaan (het zesde gebod), gij zult niet stelen (het achtste gebod), gij zult niet begeren (het tiende gebod) en welk ander gebod er ook zij, worden samengevat in dit woord; gij zult uw naaste lief hebben als uzelf.

Het woord “want” in vers 9 geeft de verklaring op vers 8. Zoals u weet bestaan de tien geboden uit vier geboden die onze relatie tot Yahuah betreffen en zes geboden die onze relatie tot de naaste betreffen. Van deze zes geboden tot de naaste worden er hier vier met name genoemd met daarbij de vermelding “welk ANDER gebod er ook zij”. Mag je daar dan minimaal ook het vijfde en negende gebod toe rekenen? Dat is m.i. volkomen terecht om dat inderdaad te doen. Met andere woorden, het vijfde tot en met het tiende gebod, zoals ook vermeld in Exodus 20, handelt over het liefhebben van de naaste, zoals Romeinen 13:9 zegt.

Dat betekent, dat het eerste tot en met het vierde gebod over onze liefde naar Yahuah gaat. Daar hoort dus ook het vierde gebod bij! De tien woorden uit Exodus 20 beginnen met vier geboden die betrekking hebben op onze relatie met Yahuah. Het vierde gebod en de dag die daarbij hoort hebben mensen echter gewijzigd. De Shabbat heeft het Roomse Christendom in 321 na Christus verandert in de zondag.

In Lukas 10:25-28 wordt er zelfs over deze twee grootste geboden gezegd;

Lukas 10:25-28 "En zie, een wetgeleerde stond op om Hem te verzoeken, en zei: Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven? En Hij zei tegen hem: Wat staat er in de Wet geschreven? Wat leest u daar? Hij antwoordde en zei: U zult Yahuah, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf. Hij zei tegen hem: U hebt juist geantwoord. Doe dat en u zult leven."

Er staat duidelijk doe dat EN GIJ ZULT LEVEN. “Doen” betekent, uitvoeren, toepassen, in praktijk brengen. “Leven”, in de betekenis van een actief en sterk en daadkrachtig leven, niet alleen nu en hier op aarde, maar ook gericht op het leven, na dit aardse leven. Laten we die aanwijzing niet in de wind slaan, maar daar ernstig over nadenken. Yahuah liefhebben heeft te maken met het onderhouden en bewaren van zijn geboden.

Nog een kleine greep uit de verzen die gaan over de liefde tot de naaste.

Romeien 12:10 "Weest in broederliefde elkander genegen, in eerbetoon elkander ten voorbeeld."

1 Thessalonicenzen 3:12 "en doe de Here toenemen en overvloedig worden in de liefde tot elkander en tot allen."

Gebreeën 10:24 "En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken."

1 Johannes 3:23-24 "Dit is zijn gebod; geloven in de naam van zijn Zoon Yahusha de Messias en elkaar liefhebben zoals Yahusha ons dat heeft opgedragen. Wie zich aan zijn geboden houdt, blijft in Yahuah en Yahuah in hem. En dat Hij in ons blijft, weten we door de Geest die Hij ons gegeven heeft."

Iedere keer komen we terug bij dezelfde opdrachten en beloften. Let u vooral op de wisselwerking van de woorden; “wie zich aan zijn geboden houdt, blijft in Yahuah en Yahuah in hem”. Met andere woorden, wie zich niet aan zijn geboden houdt, kan niet in Yahuah blijven, maar ook kan Yahuah niet in hem blijven. Zijn wij ons voldoende bewust van de diepere betekenis van al deze verzen?

Het “wandelen” met Yahuah, valt en staat met het onderhouden van zijn geboden. Niet omdat we daardoor behouden zouden worden, maar om de volledige kracht en werking van de Geest te ervaren. Het moet wel enorm belangrijk zijn dat het zo vaak herhaald wordt. Weet u nog, herhaling is de beste leermeester.

1 Johannes 5:1-3 "Ieder die gelooft dat Yahusha de Messias is, is uit Yahuah geboren; en ieder die Hem liefheeft Die geboren deed worden, heeft ook lief wie uit Hem geboren is. Hieraan weten wij dat wij de kinderen van Yahuah liefhebben, wanneer wij Yahuah liefhebben en Zijn geboden bewaren. Want dit is de liefde tot Yahuah, dat wij Zijn geboden in acht nemen; en Zijn geboden zijn geen zware last."

We zien hier wederom een duidelijke herhaling van deze woorden met dezelfde strekking en er zouden nog veel meer verzen aangehaald kunnen worden. Misschien staat het er wel zo vaak omdat wij er zo veel moeite mee hebben om het ook in praktijk te brengen.

1 Johannes 4:7 "Geliefden, laten wij elkander liefhebben, want de liefde is uit Yahuah; en een ieder, die lief heeft, is uit Yahuah verwekt en kent Yahuah."

1 Johannes 4:11 "Als Yahuah ons zo heeft lief gehad, vrienden, moeten ook wij elkaar liefhebben."

Liefhebben, is een kenmerk, een eigenschap, van al de gelovigen die uit Yahuah verwekt zijn. Wij dienen uit water en Geest weder verwekt te worden. Juist door de werking van die Geest krijgen wij kennis van en over Yahuah in al zijn verschijningsvormen en gaat de liefde in ons groeien. Die liefde willen wij dan delen met elkaar. Met elkaar willen wij graag lezen in zijn woord, praten over zijn woord en leven volgens zijn woord.

1 Johannes 4:20-21 "Als iemand zegt; ik heb Yahuah lief, maar hij haat zijn broeder, dan is hij een leugenaar. Want hij kan Yahuah , die hij nooit gezien heeft, onmogelijk lief hebben, als hij zijn broeder niet lief heeft, die hij wel ziet. Wij hebben dan ook van de Messias dit gebod gekregen; wie Yahuah lief heeft, moet ook zijn broeder liefhebben."

Als Yahuah het middelpunt in u leven is, zult u geen moeite hebben om dit toe te passen of te gaan toepassen, want dan weet u dat het de wil van Yahuah is om uw broeder of zuster lief te hebben. En als wij aan Yahuah Zijn wil voldoen zal Zijn Geest ons steeds verder leiden en leren. Misschien staan wij te weinig stil bij deze woorden. Maar als wij dit lezen en serieus nemen, dan betekent dat nog al wat.

“Haten” in de betekenis van “een afschuw hebben van”, geeft aan dat je niet zoveel op hebt met je broeder in het geloof. Op het moment dat u een broeder of zuster haat, dan kunt u Yahuah niet meer liefhebben. U denkt zelf misschien van wel, maar het vers zegt dat u een leugenaar bent. Erg confronterend!

U denkt misschien, nou dat valt allemaal wel mee. Laten we daarom nog een vers lezen over dit onderwerp. 1 Johannes 3:15 Wie zijn broeder haat is een moordenaar, en U WEET dat een moordenaar het eeuwig leven niet blijvend in zich draagt. Het zijn woorden neergeschreven in de Bijbel. Er staat dat “u weet”, maar is dat ook zo, weet of wist u dat? Gelooft u het ook? Wij gaan in de praktijk toch vaak makkelijk met die woorden om, vindt u niet?

1 Petrus1:23 "Hebt elkaar dan ook met hart en ziel lief als mensen die opnieuw verwekt zijn, niet uit vergankelijke ouders, maar uit een onvergankelijk zaad, door het woord van de levende en eeuwige God."

1 Petrus 3:8 "Kortom, wees allen eensgezind, leef met elkaar mee, heb elkaar lief als broeders en zusters, wees hartelijk en bescheiden."

Wij dienen, zoals reeds eerder gezegd, opnieuw verwekt te zijn door het woord van de levende God dat in ons gezaaid is en dat woord vinden we in de bijbel. In dat woord spreekt Zijn Geest tot ons.

Voorbeelden en aanmaningen en bemoedigingen te over, maar toch … Wat weerhoudt gelovigen toch om zo verdeeld te zijn i.p.v. in een dergelijke harmonie met elkaar te leven? Is het de satan die nog veel te veel een voet tussen de deur krijgt? Of mag je ook de vraag stellen of veel mensen wel daadwerkelijk opnieuw geboren zijn? Want volgens het vers gebeurt die verwekking door het blijvende en eeuwig woord (Thora) van Yahuah.

Romeinen 14:19 "laten wij najagen hetgeen de vrede en de onderlinge opbouwing bevordert."

Rom 15:2 "Ieder onzer trachte zijn naaste te behagen, ten goede, tot opbouwing."

Al deze verzen spreken van een bepaalde houding ten opzichte van de naaste. Het gaat over: bezorgdheid, voorzien in de behoefte van de ander, begaan zijn met zijn of haar leven, onderwijs ten opzichte van elkaar en geloofsopbouw, elkaar waarschuwen en aansporen. Allemaal zaken die tegenwoordig steeds minder aandacht krijgen, maar die Bijbels gezien wel aangeven hoe wij Yahuah Zijn liefde dienen toe te passen en door te geven aan elkaar.

Hoe meer je leest en leert over de diepere betekenis van Yahuah Zijn wil (gebod), hoe meer je erachter komt dat we op sommige gebieden te kort schieten. Daarom is het goed eraan herinnerd te worden en de dan verworven kennis in ons leven gestalte te geven. We dienen op weg te gaan, te gaan wandelen, naar Yahuah en met Yahuah, net als Henoch en Noach, die ons ten voorbeeld kunnen zijn.

Hoe zit het met de liefde jegens “allen”?

De eenheid en de liefde onder elkaar zouden dus tekenen moeten zijn waaraan de discipelen van Yahusha kenbaar zijn. Maar liefde dient op iets gebaseerd te zijn, wil ze duurzaam en echt zijn. Petrus maakt ons duidelijk dat broederliefde en de liefde jegens allen pas rijkelijk kan stromen als er wat andere zaken aan vooraf gaan. Hij bouwt zijn betoog op in 2 Petrus:1.

2 Petrus 1:3-4 "Zijn Goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht; door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst."

De vertalers hebben boven deze tekst, in de NBG-vertaling, een kopje geplaatst dat al een aansporing en aanwijzing geeft, namelijk “voorrecht en taak van de gelovigen”.

Wanneer wij de inhoud van vers 3 en 4 proberen weer te geven staat daar het volgende: Yahuah heeft ons niet alleen door zijn eigen glorie en macht geroepen, maar tevens heeft Hij door Zijn Geest, ons alles gegeven, beter nog, geschonken, wat nodig is om te leven in dienst van Yahuah. Te weten, kennis van en over Hem. Daarnaast heeft Hij ons nog eens grote en waardevolle beloften gedaan. We zijn daardoor in staat te ontvluchten aan de wereldse zelfzucht en krijgen deel aan Yahuah Zijn eigen natuur.

Dat zijn geweldige dingen die ons overkomen als we daar tenminste goed over nadenken en gaan begrijpen wat daar eigenlijk staat. Het is amper te bevatten, maar het is wel zo. Wij zijn geen lege flessen die automatisch gevuld worden. Wij hebben een bewuste keus gemaakt voor Yahuah en dienen ons door Hem te laten vullen met zijn kennis en zijn liefde. Dat gebeurt als wij actief de Schrift lezen en leven overeenkomstig dat woord. De kracht van Yahuah Zijn Geest bewerkt dat in ons.

Deze twee verzen vormen de basis voor hetgeen nu door Petrus gezegd gaat worden in de verzen 5 en verder.

2 Pe 1:5 "Maar schraagt om deze reden met betoon van ALLE IJVER door uw geloof de deugd, door de deugd de kennis."

Vanwege die geweldige giften, die beschreven zijn in vers 3 en 4, zouden wij redenen te meer moeten hebben om er ALLES AAN TE DOEN, om ALLE MOEITE EN INSPANNING en ERNST te tonen en ijverig en serieus bezig te zijn met het zeker stellen van ons geloof. Ons geloof vormt als het ware de basis, en van daaruit gaan we de andere eigenschappen opbouwen en uitbouwen. Dit uitbouwen is, telkens vanuit dit geloof iets toevoegen aan een aantal eigenschappen van de mens om hem dichter bij Yahuah te brengen, en de mens steeds meer te laten groeien naar de volle wasdom en het beeld van Yahusha.

Ons basisgeloof is het geloof dat verwoord staat in hebreeën 6:1-2 "bekering van dode werken, geloof in Yahuah, ondergaan van de doop (Mikwa) en oplegging van de handen (zijn Geest ontvangen), geloof in de opstanding en het eeuwig oordeel."

Als we in dit geloof verder gaan, dan groeien wij naar het volkomene en dat heeft gevolgen zoals we nog zullen zien. Dat verder bouwen is dus de taak en het voorrecht van een Nazarener.

Het Schrift is onze beste leermeester en daarin staat nu in welke volgorde deze ontwikkeling het best kan plaats vinden, om uiteindelijk de liefde jegens allen uit te kunnen dragen. Het één is eerst nodig om met goed gevolg tot het andere te komen.

Wat betekent “deugd”?

Deugd, heeft te maken met degelijkheid, betrouwbaarheid, van iemand op aan kunnen, weten wat je aan hem of haar hebt, standvastigheid. Je geloof zorgt ervoor dat die deugd vorm krijgt, wat zich uit in je doen en laten.

Vervolgens krijgen we te maken met het woord “kennis”. Dat is de nauwkeurige en juiste kennis van Yahuah en van Zijn wil, zoals die in de Bijbel aan ons geopenbaard wordt. Het is de innerlijke drang om Yahuah beter te leren kennen, waardoor je relatie met Hem verbeterd en versterkt en verdiept wordt. Je wordt steeds meer gevuld met Yahuah Zijn Geest en krijgt deel aan de Goddelijke natuur, zoals dat in vers 4 vermeld staat. Dat houdt dus in, de Schrift ter hand nemen en Yahuah tot je laten spreken.

2 Petrus 1:6 "door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de volharding, door de volharding de godsvrucht."

Het gevolg van de verkregen kennis is, dat je steeds beter in staat bent tot zelfbeheersing. Dat is de kracht om je verlangens en hartstochten in de hand te houden, te beheersen, onder controle te hebben. Dat heeft te maken met discipline. Dat betekent niet toegeven aan de begeerten van het vlees en de begeerte der ogen en geen hovaardig leven leiden. Met dit punt hebben de meeste mensen grote problemen, want elk mens heeft zijn zwakke punten op dit gebied.

Als je de juiste zelfbeheersing hebt, ga je volharden in die levenswijze. Dat betekent dan vooral, vasthouden, niet afwijken van je voornemens, van je geloof, ook niet onder moeilijke omstandigheden tijdens beproeving en lijden. Je bent in staat om dingen geduldig te verdragen omdat je geleerd en ervaren hebt dat Yahuah ook altijd voor de oplossing zorgt. Het volharden heeft alles te maken met het vertrouwen op en geloof in Yahuah.

Op deze wijze groeit de godsvrucht in je. Dat is je respect, eerbied, ontzag, waardering en liefde tegenover Yahuah. En het besef wat Hij gedaan heeft, neemt dan alleen maar toe. Je houding zal vrijwel altijd op Yahuah gericht zijn. Yahuah wordt steeds meer het middelpunt in je leven. Je gaat Yahuah Zijn liefde meer daadwerkelijk ervaren in je leven en leert met andere ogen dan voorheen te kijken naar je geloofsgenoten. Op de wijze zoals ook Yahusha naar de mensen keek, met ontferming en bewogenheid. Hij wilde het beste voor de mens, hen redden en verlossen en onderwijzen en hoop geven.

2 Petrus 1:7 "door de godsvrucht de broederliefde en door de broederliefde de liefde jegens allen."

De godsvrucht, de “vreze des Heren” zorgt voor echte betrokkenheid, bezorgdheid en verantwoordelijkheid voor de broeders en zusters. We zijn allemaal op weg naar Yahuah en Zijn koninkrijk. Samen op de smalle weg proberen te blijven en niet afwijken naar rechts of links. Ook wij willen elkaar hoop geven en helpen en steunen waar mogelijk. Dit proces en deze weg is succesvol als we Yahuah Zijn wil gehoorzamen en boven onze eigen inzichten stellen. Als we bereid zijn er met elkaar in alle nederigheid en liefde over te spreken. Want aan de liefde onderling kan men zien dat we volgelingen van Yahusha zijn, Johannes 13:35. Je dus niet verheffen boven de ander.

2 Petrus 1:8 "Want als deze dingen bij u aanwezig zijn en overvloedig worden, laten zij u niet zonder WERK of vrucht voor de kennis van onze Here Yahusha de Messias."

Misschien denkt u net als ik en nog vele anderen: op papier klinkt het allemaal erg mooi en simpel, maar in de praktijk is het toch vaak anders en veel moeilijker. Ik zal de laatste zijn om dit te ontkennen. Vaak denken en zeggen sommigen, dat zij die kennis en beloftes en liefde van Yahuah niet zo duidelijk ervaren in hun leven. Maar het is verstandig om dan de tekst van vers 8 nog eens goed te bekijken.

Want ALS deze dingen bij u AANWEZIG ZIJN en OVERVLOEDIG WORDEN. Het werkt pas als deze dingen …. Welke dingen?

Deugd, kennis, zelfbeheersing, volharding, godsvrucht, broederliefde en de liefde jegens allen. We worden meestal niet graag geconfronteerd met het feit dat de oorzaak wel eens bij onszelf zou kunnen liggen als we weinig van Yahuah Zijn kant ervaren. Het vers begint niet voor niets met “want”, dat slaat op al die dingen die bij ons aanwezig zouden moeten zijn. Daarom is zelfonderzoek nodig en dat vereist in de spiegel te durven kijken om de eigen tekortkomingen te willen zien.

We moeten dus op de eerste plaats zorgen dat deze dingen bij ons aanwezig zijn en vervolgens moeten die dingen overvloedig worden. Het is dus een groeiproces, we moeten trachten om aan deze zaken te werken en ze toe te passen in ons leven. Als dat gaat plaats vinden dan zal dat gepaard gaan met werken en vruchten van de Geest. Want dat is een belofte van Yahuah. We kunnen en zullen dan “het deel hebben aan de goddelijke natuur” zichtbaar maken in ons leven. De kennis van, maar vooral over Yahusha en wat Hij voor ons gedaan heeft, zijn offer, zal ons motiveren en stimuleren om Zijn natuur uit te dragen.

Als al deze dingen bij ons aanwezig zijn en vorm krijgen, kan en zal de ware liefde jegens allen van ons uit kunnen gaan. Het is liefde die gebaseerd is op Yahuah Zijn liefde, en Yahuah Zijn geboden.

2 Petrus 1:9 "Want bij wie (deze dingen) zij niet zijn, die is verblind in zijn bijziendheid, daar hij de reiniging van zijn vroegere zonden heeft vergeten."

Bij wie “deze dingen” niet aanwezig zijn kunnen ze dus ook niet overvloedig worden. Die persoon is geestelijk blind, die heeft het niet begrepen. Die persoon is kortzichtig. Hij begrijpt het plan en het WERK van Yahusha niet. Hij realiseert zich niet of niet voldoende wat het offer van Yahusha voor hem bewerkstelligd heeft.

Voor wij voortaan eventueel twijfelen aan de handelswijze van Yahuah in ons leven, moeten wij altijd eerst op onszelf zien of “deze dingen bij ons (nog) aanwezig zijn”.

2 Petrus 1:10 "Beijvert u daarom des te meer, broeders, om uw roeping en verkiezing te bevestigen; want als gij dit doet, zult gij nimmer struikelen."

Opnieuw een benadrukken om ons “des te meer te beijveren”. Het staat zowel in vers 5 als in vers 10, het is een dubbele aansporing en waarschuwing en dat is logisch want het gaat erom onze roeping en verkiezing waar te maken, te bevestigen. De belofte die er onmiddellijk opvolgt is, dat we niet zullen struikelen, we houden stand. Yahuah is daarbij onze hulp en waarborg, want het staat in zijn woord.

Maar ook duidelijk is dat, wanneer je geen ijver aan de dag legt om te groeien in je geloof, ook de vruchten en het WERK niet of minder zichtbaar worden. Het voorbeeld en offer van Yahusha is dan kennelijk niet (meer) zo belangrijk voor die persoon. Die persoon zal eerder struikelen.

De betekenis van deze verzen is best heftig, maar hebben wij die verzen wel eens grondig onderzocht of nauwgezet gelezen en overdacht? En, zijn die verzen in het verleden ons ook onderwezen?

2 Petrus 1:11 "Want zó zal u rijkelijk worden verleend de toegang tot het eeuwig Koninkrijk van onze Here en Heiland Yahusha de Messias."

Nogmaals een belofte er overheen, dat de toegang tot het eeuwig Koninkrijk rijkelijk wordt verleend. Yahuah is een bezorgde Vader, Hij wil het beste voor ons. Hij onderwijst ons en adviseert ons via de Schrift. Wat doen wij er mee?

Zowel in vers 12, 13 als in vers 15 benadrukt Petrus dat het zijn voornemen is om ons telkens aan deze woorden te herinneren, zodat we wakker blijven en eraan blijven denken. Kennelijk is het dus erg belangrijk. Vers 12 zegt “hoewel gij het weet en in de waarheid die bij u is, versterkt zijt”, dus ze wisten het wel, maar tot driemaal toe roept hij op dit toch vooral in gedachtenis te houden en niet te vergeten. Petrus ziet het als zijn plicht om daar getuigenis van te geven. Zouden wij er dan geen goed aan doen om hier ook meer aandacht aan te besteden. Wij worden er nu ook aan herinnerd en voor gewaarschuwd.