Belangrijke lessen van Redding en Overgave

Publicatie: Augustus 2016

Belangrijke lessen van redding en overgave aan de hand van de de Levitische offers!

Omdat voor de moderne gelovigen de Levitische offers vaak moeilijk te begrijpen zijn, heb ik mijn best gedaan de belangrijkste lessen (Redding, overgave en intimiteit met de Schepper) op een rij te zetten:

1. De mens is een zondaar en is afgescheiden van de heilige Schepper wegens zijn overtreding van Zijn wet, de Thora!

2. Enkel door een aanvaardbaar offer kan de mens verzoend worden met de Schepper. Het offer vereist zowel het bloed als de dood van een volmaakt, onschuldig slachtoffer, iets dat vervuld werd in Yahusha de Messias. De Schepper betaalde een grote prijs voor de redding van de mens doordat Hij Zijn eniggeboren Zoon gaf om te lijden en te sterven aan het kruis. Redding is niet verkrijgbaar door middel van eigen goede werken, oprechtheid, eerlijkheid of religie.

3. Er is slechts één werk van redding. Net zoals de Israël het juiste offer moest brengen, op de juiste plaats, op de juiste manier, zo moet de zondaar tot de Schepper komen op de voorgeschreven manier door het ene Evangelie en de ene Redder.

4. Dezelfde redding is verkrijgbaar voor alle mensen, rijk en arm, leiders en dienaren (Leviticus 1:14; 4:22, 27).

5. Alle Levitische offers wijzen op Yahusha de Messias en de verschillende karakteristieken van Zijn reddingswerk. Hij is alles wat de zondaar nodig heeft voor de Schepper, en in Yahusha is de gelovige zondaar ten volle aanvaard. Zie 1 Korinthiërs 1:30; Efeziërs 1:3. De gelovige moet leven in het bewustzijn van de gave die hij bezit in Yahusha de Messias en Zijn offer.

“Wij moeten uiterst dankbaar Zijn onschatbare gave ontvangen. Met andere woorden: wij moeten door geloof de Messias accepteren als ons vijfvoudig offer (Lv; in Ps en Hb zijn het 4 categorieën van offers), als de enige basis waardoor wij gered zijn en onze standplaats hebben voor de Schepper zijn aangezicht. Laten we ochtend na ochtend, telkens als we ontwaken, bewust zijn dat wij door het brandoffer van de Messias door de Schepper aanvaard en gezegend zijn, dat wij door Zijn vredeoffer het recht hebben met Hem te communiceren, dat door Zijn zondoffer elk gebrek is verholpen en elke fout vergeving zal vinden”

6. De volmaaktheid en genoegzaamheid van Yahusha's offerande wordt op vele manieren benadrukt, zoals in de veelvuldige aspecten van de offers (brand-, vrede-, spijs-, zond- en schuldoffers), de smetteloosheid van het offer (“zonder enig gebrek”, Leviticus 1:3), het zevenvoudig sprenkelen van het bloed (Leviticus 4:6), en het continue branden van het brandoffer (Leviticus 6:13). Op al deze manieren leert Leviticus: “De Messias is alles wat ik nodig heb voor redding”. Zie Hebreeën 10:10, 14.

7. Alhoewel de Schepper de weg tot verzoening voorzien heeft, moet de individuele zondaar de verzoening verwerven. Elk individu moest het offer voor de Schepper brengen op de voorgeschreven manier. Dit geeft het feit aan dat elke zondaar tot de Schepper moet komen en zijn zonde moet erkennen en zijn geloof moet stellen in Yahusha de Messias. De Schepper heeft het Offer voorzien, Yahusha is gestorven voor de zonden van de wereld, maar mensen moeten Hem ontvangen. Wanneer de aanbidder zijn handen op het offer legde, toonde hij zijn nood eraan en zijn identificatie ermee (Leviticus 1:4). Dit staat symbolisch voor berouw, bekering en geloof. Evenzo moet de gelovige vóór de Schepper komen wanneer hij zondigt om dagelijks genade te ontvangen (Hebreeën 4:16; 1 Johannes 1:9). Een berouwvol hart is een een bewuste bekering zijn noodzakelijk.

8. Redding is een omwisseling. De Messias nam de plaats van de zondaar in, en de zondaar neemt de plaats van de Messias in. Zie 2 Korinthiërs 5:21.

9. Yahusha Zijn leven en offer was een aangename geur voor de Schepper (Leviticus 1:17; 2:9; 3:5). De Schepper getuigde ervan dat het Hem behaagde wat de Zoon deed, zowel via de profeten als direct met een stem uit de hemel (Jesaja 42:1; Mattheüs 3:17; 17:5). De Messias is de geliefde van de Schepper, en de gelovige is aangenomen in de Geliefde (Efeziërs 1:3).

10. Redding is niet slechts een kwestie van vergeving van zonde; het is een kwestie van toewijding aan de Schepper, met Hem te wandelen in zoete gemeenschap, en Hem te dienen. Er was niet enkel het zondoffer, maar ook het brandoffer en het spijsoffer. Redding betekent niet een ticket voor de hemel afhalen, waarbij je een “zondaarsgebed” bidt, om daarna je leven te leven zoals ervoor. Redding betekent dat je in een juiste en intieme relatie komt met de Schepper door Yahusha de Messias, als een geadopteerde zoon of dochter, en Hem te dienen als een discipel, een priester, een gezant, een soldaat.

11. De gelovige moet het beste van zichzelf geven aan de Messias. Dit werd te kennen gegeven door het beweegoffer, waarbij de borst en de rechter schouder van het dankoffer bewogen werden voor YHWH (Leviticus 9:21). Het borststuk betekende de passie en toewijding van iemands hart, en de rechter schouder (HSV: rechter achterbout) iemands kracht en gedrevenheid voor de dienst. Vergelijk Romeinen 12:1-2.

12. De gelovige moet de Messias leven en voorbeeld navolgen! De Messias is de Thora en de regel voor het leven van de gelovige. Terwijl Yahusha de grote Hogepriester is, is elke gelovige ook een priester die moet wandelen op Yahusha Zijn wijze, en geestelijke offers moet brengen die welgevallig zijn voor de Schepper(1 Petrus 2:5, 9). Dit betekend concreet voor een gerede gelovige dat hij vanuit de Schepper Zijn Thora gaat leven en zijn voorschriften gaat toepassen op elk gebied van het leven.

Laten we eraan denken dat wij ons dagelijks moeten overgeven om in de gezegende voetstappen te treden van Zijn heilige leven (Thora leven). Nadat we Hem hebben aangenomen en ons voor de Schepper vereenzelvigd hebben met Hem als ons slachtoffer, door geloof, kunnen we Zijn voorbeeld volgen. Eerder staan we niet in de positie om dat te kunnen. Hij is ons brandoffer, een volmaakte toewijding aan de Schepper, maar we worden ook in Hem bevolen onze “lichamen aan de Schepper te wijden als een levend offer, heilig en voor Hem welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst” (Rom. 12:1). Hij is ons spijsoffer aan de Schepper gepresenteerd ten dienste aan de mens; wij horen ook ‘onze naaste te behagen ten goede, tot opbouw’ (Rom. 15:2). Hij is ons vredeoffer, dat vrede maakt en vrede onderhoudt tussen de Schepper en ons, maar ook wij horen vredestichters te zijn (Matt. 5:9; Rom. 12:18; 14:19; Heb. 12:14; 1 Pet. 3:11). Het is onmogelijk voor ons dat wij verzoening voor zonden zouden doen op de manier zoals Hij dat deed, maar in zekere zin kunnen wij dat wel: “Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Yahusha” (Galaten 6:2).

13. De gelovige volgt Yahusha door zich naar Hem toe te neigen en Hem toe te eigenen. Het leven van een gelovige is niet louter een kwestie van Yahusha imiteren en Zijn voorbeeld volgen; het is een kwestie van toegenegenheid aan en vereenzelviging met de de Messias die in ons woont door Zijn Geest. Zie Galaten 2:20. Dit werd uitgebeeld door het eten van de voorgeschreven offers (Leviticus 10:12-15). De borst en schouder van de vredeoffer beelden Yahusha Zijn karakter en kracht uit, en door het te eten gaf de priester aan dat hij zich Yahusha eigen maakte, zich met hem vereenzelvigde, zodat Yahusha Zijn hart en de Messias Zijn kracht in hem zouden vloeien.